De flexibele schil wordt almaar groter. Deze werknemers krijgen ook minder snel een vast contract. “Ze doen vaker een beroep op bijstand en WW.”
“Werknemers in tijdelijke en flexibele banen blijven daar langer in zitten en stromen minder snel door naar vaste banen”, staat in het rapport De sociaaleconomische status van langdurig flexibele werknemers van SEO economisch onderzoek.
“Daardoor stijgt ook het aandeel werknemers dat langdurig – langer dan drie jaar – in de flexibele schil van de arbeidsmarkt verblijft. Voor de meeste van deze werknemers is dat sociaaleconomisch geen probleem. Hun huishoudinkomen is nauwelijks lager dan dat van vaste werknemers en er wordt door flexibele werknemers en hun werkgevers minstens zoveel geïnvesteerd in post-initiële scholing.”
Flexibele schil overheid
Flexwerkers in het openbaar bestuur hebben een kans van 43 procent om binnen drie jaar een vast contract te krijgen. Die kans is lager dan in de financiële sector en de bouw, maar hoger dan in de horeca, handel of landbouw.
“De kans op een verblijf van langer dan drie jaar is tussen 2006 en 2010 verdrievoudigd (van ruim 10 naar ruim 30 procent). Een verblijf in de flexibele schil wordt daarbij opgevat als een periode waarin meerdere tijdelijke en flexibele banen worden vervuld die kunnen worden afgewisseld met korte perioden van werkloosheid.”
Flexibele werknemers moeten “substantieel” vaker een beroep doen op bijstand en WW; verder leven zij wat vaker ongezond. De oorzaak van de toename laat zich raden. Volgens SEO heeft dit weer eens te maken met de crisis.
Recessie
“Ongeveer zeven procent van alle werknemers in de flexibele schil wordt langdurig afhankelijk van een uitkering”, staat in het rapport. “Tegelijkertijd is er een groeiende uitstroom naar inactiviteit, ongeacht de stand van de conjunctuur. Een steeds groter deel van de tijdelijke en flexibele werknemers trekt zich al dan niet gedwongen zonder uitkering terug van de arbeidsmarkt, een trend die al voor de economische recessie van 2009 zichtbaar was. Inmiddels gaat het in de eerste drie jaar in de flexibele schil om zeventien procent van alle werknemers.”
Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS, met daarin registergegevens over banen, inkomsten uit (overige) arbeid, uitkeringen en zelfstandig ondernemerschap.
Geef een reactie