De i-overheid; dat betekent extra aandacht voor de anderhalf miljoen Nederlanders boven de zestien jaar die grote moeite hebben met lezen en schrijven.
– Column –
Roger van Boxtel
Eind jaren negentig zagen we het begin van een revolutie. Internet opende de wereld, 24×7, any time any place. Inmiddels is ICT een reële infrastructuur, naast wegen-, water- en energienet. Wifi is voor velen toegevoegd aan de piramide van Maslow.
Wat een digitale revolutie leek, is ook een sociaal-maatschappelijk en economische revolutie geworden. Mensen vinden en helpen elkaar op online communities, starten een eigen webshop, beschikken over een digitale schat aan informatie.
Internet geeft burgers een krachtige stem. Ervaringen worden direct online gedeeld met duizenden Twitter-volgers en Facebook-vrienden. De i-samenleving is een feit.
Een i-samenleving vraagt ook een i-overheid. Burgers regelen vrijwel al hun zaken online en verwachten die service ook van de overheid. Maar internet biedt voor overheid en samenleving zoveel meer mogelijkheden! Internet kan prachtig bijdragen aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Denk aan vergrijzing en ontgroening, de toenemende kosten en arbeidsproblematiek in de gezondheidszorg, de druk op het onderwijs. Die kansen van internet moet de overheid zeker ook benutten. Of, beter nog, laten benutten.
Participatie
Want het is vooral interessant om te kijken: wat kunnen mensen zélf doen op dit gebied en hoe kan de overheid dat stimuleren? We zien bijvoorbeeld websites ontstaan die mensen in contact brengen om bij elkaar te klussen, schoon te maken of boodschappen te doen. Dat zijn belangrijke stimulansen voor zelfredzaamheid van ouderen en het voorkomen van eenzaamheid. Maar ook voor het stimuleren van participatie in de samenleving. Het zijn prachtige initiatieven! Hoe kunnen we die energie, kracht en vindingrijkheid benutten om maatschappelijke problemen op te lossen?
Hoe geven we de ruimte aan nieuwe denkers en ondernemers?
Daar ligt een mooie taak voor onder meer de overheid. Vraagstukken op het gebied van privacy en veiligheid aanpakken, mogelijkheden bieden om kleine lokale initiatieven op te schalen, kennis en ideeën te delen. Om mensen te stimuleren, tools te geven en met elkaar te verbinden. Kortom, om er in brede zin aan bij te dragen dat de maatschappelijk gedreven inzet van internet en social media volop de ruimte krijgt!
Daarbij is één ding van essentieel belang: iedereen moet aangehaakt blijven. Dat betekent onder meer extra aandacht voor de anderhalf miljoen Nederlanders boven de zestien jaar die grote moeite hebben met lezen en schrijven. Zij zijn weliswaar laaggeletterd, maar zij zijn geen digibeten. De meerderheid beschikt over een computer en heeft internet. Door pictogrammen, beelden, filmpjes en makkelijke woorden te gebruiken, is de i-overheid ook voor hen toegankelijk. Zo kan iedereen mee blijven doen.
Social media
Internet en social media hebben onze samenleving onomkeerbaar veranderd, dat is duidelijk. De 17e eeuw is de geschiedenis ingegaan als de Gouden Eeuw. Ik denk dat dit de eeuw wordt van de verbinding. Verbinding tussen mensen die naar elkaar op zoek gaan, in het virtuele of echte leven. Omdat ze elkaar vooruit kunnen helpen in de samenleving. Internet en social media voeden die verbinding. En een verstandige overheid benut die maatschappelijke kracht.
Roger van Boxtel is fractievoorzitter van D66 in de Eerste Kamer en bestuursvoorzitter van zorgverzekeraar Menzis
Dit is de vierde van een reeks columns in het kader van de Week van de Alfabetisering. Behalve lezen en schrijven behoren ook digitale vaardigheden tot de basisvaardigheden die tegenwoordig nodig zijn om mee te komen in de maatschappij.
Minister Plasterk wil dat de overheid in 2017 alleen nog maar digitaal communiceert met burgers. Hij maakt daarvoor op dit moment een ‘roadmap’, die de basis wordt van het digitale gezicht van de overheid naar de burger toe.
Ben Vaske says
Mee eens. Dit is niet louter een zaak voor de overheid. Maar zij kan wel e.e.a. faciliteren, zoals ontwikkeling van materialen en communicatie. Het betreft overigens niet alleen laaggeletterden. De doelgroep van laagopgeleiden is vele malen groter. En daarmee is er sprake van een collectieve verantwoordelijkheid om ook hen goed voor te bereiden en te ondersteunen op een steeds verder gevorderde digitale wereld. Zo valt in de gezondheidszorg nog een wereld te winnen voor deze groep. De ervaring leert dat laagopgeleiden en laaggeletterden volop gebruik maken van online leermiddelen voor basisvaardigheden. Dat is een prima ingang om hen in staat te stellen zich ook zelf te ontwikkelen. Kom op overheid, bedrijfsleven, zorgsector!
Ed Klute says
Roger lijkt te zeggen dat laaggeletterden, ouderen en laagopgeleide migranten geholpen zijn met pictogrammen, filmpjes en makkelijke woorden. Dat helpt natuurlijk, maar Fatouch Chanaat gaf in haar column van gisteren ‘Digitale noodkreet uit Kanaleneiland’ aan, dat er meer aan de hand is. Niet alleen de overheid heeft hier een taak, maar ook zorgverzekeraars, banken, UWV, etc. Het gaat om optimale toegankelijkheid voor iedereen en dus ook het kunnen beschikken over voldoende digitale vaardigheden en/of ondersteuning. Ik ben benieuwd hoe Menzis hier mede verantwoordelijkheid wil/kan nemen en hoe Roger ook als politicus hier het voortouw in wil/kan gaan nemen.