Het gebruik van sociale media zoals Facebook en Twitter door politiemensen neemt toe. Sommige wijkagenten onderhouden op die manier contact met hun netwerk en hun wijk: via deze media betrekken ze de wijkbewoners en andere mensen die de wijkpolitie willen volgen bij hun werk.
Als coach van de wijkagenten in Twente was ik in de gelegenheid de collega’s te voorzien van een BlackBerry. Dat was noodzakelijk om op straat of een andere plek mail te kunnen lezen. Wijkagenten zijn namelijk altijd in dienst. Toch gaat iedereen daar anders mee om. Sommige collega’s kijken op elk moment van de dag op hun BlackBerry, andere wijkagenten beperken dat tot de diensttijd. Het is allebei prima, de collega’s bepalen zelf wanneer en op welke manier ze bereikbaar zijn voor de mensen in het gebied waar ze zijn aangesteld.
In overleg met ons korps heb ik geprobeerd het gebruik van Twitter, Facebook en LinkedIn vrij te laten. We hebben de collega’s een lijst meegegeven met wat wel of niet kan, maar we wilden het gebruik van sociale media niet ‘dichtprotocolleren’.
Op dit moment, ongeveer twee jaar na dato, zijn er wel richtlijnen: men dient de huisstijl te gebruiken en de afdeling Communicatie moet op de hoogte zijn van het account. Ook rijzen er zo nu en dan praktische vragen. Als een wijkagent bijvoorbeeld van wijk verandert, hoe draag je zijn of haar volgers dan over en kan dat eigenlijk wel?
De Kracht van de wijkagent door Bennie Beuvink Bestel hier
Hartenkreet van een wijkagent
Soms ontstaan dilemma’s over wat wel en niet kan. Een voorbeeld. Het hieronder besproken bericht op Facebook van collega Patrick Reinerink haalde de krant. De journalist en enkele lezers vonden het goed dat een politieman zich het lot aantrok van de vrouw en haar kinderen over wie hij berichtte. De vraag rees of hij haar privacy niet schond. ‘Nee’, zei Patrick. Hij had het bericht in goed overleg met en met toestemming van de afdeling Communicatie op Facebook geplaatst. Er waren veel reacties op het bericht, onder meer van mensen van de gemeente die reageerden vanuit hun professie of verantwoordelijkheid. Aan de hand van de reacties zag ik dat de mevrouw uiteindelijk werd geholpen.
Oproep:
In mijn werk als wijkagent spreek ik vele bewoners en hulpverleners in de wijk. Tijdens een van deze contacten werd mijn aandacht gevestigd op een auto die in de wijk stond. Het bleek dat er een aanzienlijke (wegen)belastingschuld op de auto zat en de Belastingdienst moest deze afslepen. De auto was geparkeerd op een andere plaats dan waar de eigenaar ingeschreven stond. Het leek te gaan om een auto van een zogeheten ‘katvanger’. Dat is iemand die tegen betaling een auto op zijn of haar naam laat zetten.
Tijdens het afslepen ging er een voordeur open en zag ik een hevig geschrokken vrouw. Het bleek dat zij de gebruikster van de auto was, maar hij stond op naam van haar man, met wie ze in scheiding lag. Zij gebruikte de auto in haar functie als wijkverpleegkundige om dagelijks de broodnodige hulp en verlichting te brengen aan de bewoners in ‘haar’ wijk. Haar man bleek niet de prins op het witte paard. Hij had haar op alle vlakken volledig kaalgeplukt; haar eigen woning moest worden verkocht, maar bij gebrek aan kopers wordt deze noodgedwongen verhuurd. Vanwege de schulden ligt er loonbeslag. Ze werkt zo veel mogelijk extra om van de schulden af te geraken. Maar iedere euro die ze extra verdient gaat rechtstreeks naar de schuldeisers.
Daar komt bij dat ze drie kinderen heeft, dat brengt de nodige (financiële) zorgen met zich mee. Dan is er natuurlijk ook nog het huishouden dat draaiende moet worden gehouden. Op haar tandvlees probeert ze alles te doen wat ze moet doen. Het leven staat in het teken van de kinderen, de schulden en de scheiding die vanwege de andere partij niet wil vlotten.
Kortom: een vrouw die al geruime tijd keihard knokt voor een normaal bestaan, maar te maken heeft met tegenwerking, een opeenstapeling van tegenslagen en nu haar voor het werk cruciale vervoermiddel verliest. Ze kan en wil de strijd, in de eerste plaats voor haar kinderen en zichzelf, niet opgeven. Ieder huisje heeft zijn kruisje. Helaas heeft ze naast het bovenstaande ook nog een kruisje waardoor ze op haar omgeving geen beroep kan doen.
U begrijpt dat ze niet de financiële ruimte of middelen heeft om een auto aan te schaffen. Wellicht is er onder u iemand die op enigerlei wijze iets voor haar zou kunnen betekenen.
Patrick, wijkagent
Bron: Tubantia.nl, 24 januari 2013
Wijkagenten zoals je ze graag ziet
Wijkagenten Patrick Reinerink en Bennie Visschedijk verstaan hun vak, het zijn politiemannen zoals je ze graag ziet. Daarbij gaan ze met hun tijd mee: ze zijn erg actief op de sociale media en ik volg ze dan ook allebei. De voorlichters van politie zijn er nog niet helemaal over uit of, en zo ja wat het nut van sociale media is voor politiewerk.
Patrick en Bennie gidsen hun volgers langs hoogte- en dieptepunten in hun wijk. In hun berichtjes gaan ze discreet om met de onderwerpen, maar je krijgt toch een aardig beeld van wat er leeft in de stad. Bennie durft wel eens een grap te maken, Patrick is wat serieuzer. Het zal het leeftijdsverschil zijn. Bennie is de oudere en door de wol geverfd, hij is niet zo snel meer bang voor de afdeling Communicatie.
Anderhalve week geleden plaatste Patrick een hartenkreet (zie kader hierboven) op zijn Facebookpagina. Hij was tegen zo’n schrijnend geval aangelopen dat hij niet goed wist wat hij ermee moest doen, behalve dan zijn hart luchten via de sociale media. Het ging in het kort over een vrouw met kinderen. Zij was in scheiding met een man die – in de woorden van de wijkagent – ‘niet de prins op het witte paard was gebleken’, maar haar met schulden had achtergelaten. Details laat ik achterwege, maar geloof me, het is geen leuk verhaal. Toen ik het las, schoot ik in ieder geval vol.
Hier op de redactie bedachten we dat het mooi zou zijn om de agent zijn verhaal te laten doen in de krant. Niemand van ons had eerder zo’n inkijkje in de ziel van een agent gekregen, dus het was in tweeërlei opzicht iets nieuws.
Patrick wilde aanvankelijk wel, al wilde hij de vrouw uit respect voor haar privacy erbuiten houden. Dat vonden we best. Het ging tenslotte om zijn verhaal als multimediale wijkagent die midden in het leven staat. Maar toen ging de afdeling Communicatie van de politie dwarsliggen. De wijkagent moest zwijgen.
Nou zou ik helemaal los kunnen gaan op die communicatiedeskundigen, die ik hierbij omdoop tot de afdeling ‘Horen, Zien & Zwijgen’, maar dat leidt alleen maar af. Laten we het erop houden dat ze nog in staat van ontkenning verkeren wat betreft de rol van sociale media in het leven van de moderne politiemens. Google zelf even op ‘Bennie Visschedijk’ en ‘Patrick Reinerink’. Die communiceren als de besten en doen daarnaast ook nog gewoon hun werk.
Dan kun je lezen dat de vrouw dankzij Patrick hulp krijgt van wijkbewoners en ondernemers en dat de wethouder, die ook Patrick heet, zich over haar ontfermt.
Petje af voor Patrick.
Dit verhaal gaat over het gebruik van sociale media, privacy, beroepsethiek, wetskennis en kerntaken. Wat vind je van dit verhaal? Wat zou jij gedaan hebben? Mag de politie in zo’n situatie partij zijn? De man in het verhaal was ‘niet de prins op het witte paard’ en de vrouw was kennelijk slachtoffer geworden. Sommige collega’s vertelden dat het helpen geen kerntaak is van de politie en dat dit aan anderen is voorbehouden. Weer andere collega’s zeggen dat in de Politiewet staat dat je hulp dient te verlenen aan hen die dat behoeven. En dankzij de (inter)actie van Patrick werd er wel degelijk snel hulp verleend. Het imago van de politie werd hierdoor verbeterd.
Hoe maak je duidelijk dat iets je als wijkagent erg raakt terwijl je vanuit je functie weinig meer kunt doen dan een bericht zoals dat hieronder plaatsen? Ik heb het idealistische beeld dat we elkaar vooruit moeten helpen waar we dat in redelijkheid kunnen. Voor mij betekent dat het plaatsen van een bericht als dat van Patrick Reinerink.
Auteur Bennie Beuvink (1957) is sinds 2015 operationeel expert wijk Nationale Politie, Eenheid Oost, basisteam Enschede
Hans Doorenspleet says
Beste Bennie,
Als zoon van een (al heel lang geleden overleden) politieman lees ik dit soort dingen altijd met de optiek: wat zou mijn vader hiervan hebben gevonden?
Ik weet dat hij zou hebben gegruweld van al die politiemensen die niet ingrijpen, bijvoorbeeld als iemand voor hun neus door rood licht rijdt, waarschijnlijk omdat dit hun opdracht van dat moment niet was. In je stuk heb je het ook over kerntaken. Ik zou liever teruggaan naar de vraag: waarom bestaat het fenomeen politie eigenlijk? Volgens mij vooral als hulpmiddel om de maatschappij in het spoor en bij elkaar te houden.
Dit laatste is gebeurd met dit berichtje. De boel bij elkaar houden, mensen bij elkaar brengen. Een beetje meer 'samen-leving' creëren. Mijn vader heeft zelfs de PC nooit meegemaakt, laat staan social media, maar ik weet zeker dat hij van harte achter deze actie had gestaan!
Hartelijke groet,
Hans