In de discussie over de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) wordt een belangrijk aspect node gemist: de betekenis van misbruik voor de dagelijkse praktijk bij gemeenten.
Column
– Annelies Hopman
Openbaarheid van bestuur is een groot goed. De Wob heeft een belangrijke rol gespeeld bij de bewustwording van gemeenten dat niet zij, maar de burgers eigenaar zijn van de informatie waarover zij beschikken. Alleen als het uiteindelijk in het belang van die burger is dat bepaalde informatie niet openbaar is, kan openbaarmaking worden geweigerd. Het gaat dan bijvoorbeeld over de onderhandelingspositie van de gemeente of de bescherming van privacy. Het is immers in het belang van burgers dat zuinig wordt omgesprongen met belastinggeld. En bescherming van de privacy is een grondrecht, daar heeft iedereen belang bij.
Een andere categorie is informatie die (nog) niet tot een besluit heeft geleid, de zogenaamde persoonlijke beleidsopvatting. Een besluit moet in alle rust kunnen worden voorbereid. Maar als het besluit eenmaal genomen is, moet alle informatie openbaar zijn.
Misbruik
Helaas biedt de Wob de mogelijkheid tot misbruik. Als het niet lukt om het Wob-verzoek tijdig te behandelen, kan de verzoeker de gemeente ingebrekestellen en een dwangsom eisen. Die dwangsom kan oplopen tot 1260 euro. Dat lijkt niet zoveel, maar het kan aardig oplopen als je hetzelfde verzoek aan alle gemeenten stuurt. Per e-mail natuurlijk. Eén keer een verzendgroep aanmaken en klaar is Kees.
De misbruikers passen allerlei trucs toe om ervoor te zorgen dat het Wob-verzoek niet als zodanig wordt herkend of dat er iets anders mis gaat bij de behandeling. Een paar voorbeelden:
- De gemeente ontvangt op 24 december (die datum is natuurlijk geen toeval) per fax een open sollicitatie en direct daarna nog een keer precies dezelfde sollicitatie. In de brief is een Wob-verzoek verstopt. De schrijver zegt dat hij belangstelling heeft voor een bepaald onderwerp en vraagt, in een tussenzin, de besluiten daarover over het jaar 2010. In de tweede brief staat hetzelfde verzoek, maar nu is het jaartal veranderd in 2011. Grote kans dat het Wob-verzoek over het hoofd wordt gezien, maar het is bijna zeker dat de tweede fax wordt weggegooid. Die vier weken zijn dan zo voorbij.
- Heel creatief is de volgende. Iemand vraagt om de bedragen aan wachtgeld die worden uitgekeerd aan ex-wethouders. De bruto-bedragen worden bekendgemaakt, uiteraard in anonieme vorm. Vervolgens dient de verzoeker via zijn adviesbureau een bezwaarschrift in. Hij wilde niet de bruto-bedragen, maar de netto-bedragen. Of net andersom natuurlijk, altijd prijs.
- Een recent voorbeeld is een verzoek van een juridisch adviesbureau dat namens een met name genoemde cliënt verzoekt om alle gegevens over de eerste bekeuring die door een gemeentelijk opsporingsambtenaar in 2010 is uitgeschreven. Het verzoek wordt gehonoreerd. Kort daarna verzoekt hetzelfde adviesbureau alle gegevens over de laatste bekeuring van 2010, maar nu namens een met naam en volledig adres aangeduide cliënt uit de Filipijnen. Na het wegslikken van de ergernis, want wat moet iemand uit de Filipijnen nu met deze informatie, wordt ook dat verzoek gehonoreerd. Toch ontvangt de gemeente 4 weken na het verzoek een ingebrekestelling. De verwarring is groot: het verzoek is toch tijdig afgehandeld? Tot een oplettende ambtenaar ontdekt dat het juridisch adviesbureau opeens een ander adres heeft. Het is een ordinaire zakkenrollertruc, het slachtoffer wordt afgeleid en de dader slaat toe. Een zichzelf respecterend adviesbureau zou een adreswijziging immers correct doorgeven aan zijn relaties en niet ergens verstoppen vlak onder het uitgebreide adres van zijn Filipijnse cliënt.
In verschillende artikelen over dit onderwerp worden voorstellen gedaan om het misbruik tegen te gaan. Deze getuigen niet altijd van een goed inzicht in waar het nu werkelijk om gaat en van een goede kennis van de dagelijkse praktijk bij gemeenten.
Afkopen
Het afkopen van Wob-verzoeken, wat sommige gemeenten schijnen te doen, vind ik een erg slecht idee. Een overheid dient zich niet te verlagen tot handjeklap. Bovendien zijn sommige Wob-verzoekers hierdoor op een idee gebracht, zodat we nu Wob-verzoeken ontvangen met daarin de opmerking dat we niet aan het verzoek hoeven te voldoen als we een bepaald bedrag overmaken.
In de Volkskrant van 23 augustus stelt Wouter Hins dat gemeenten zelf onderdeel van het probleem zijn omdat zij niet bepaald scheutig zijn met het verstrekken van informatie. Waar hij die mening op baseert weet ik niet, maar ik herken het niet. De Wob heeft juist een belangrijke bijdrage geleverd aan de manier waarop gemeenten met informatie omgaan.
Vervolgens stelt Hins dat gemeenten de informatie op de website moeten zetten, daarmee voorkom je de meeste Wob-verzoeken. Dat klinkt mooi, maar hij realiseert zich niet dat gemeente dagelijks vele vergunning verlenen, WMO-beschikkingen afgeven en ja, bekeuringen uitschrijven. Als dat allemaal op de website wordt geplaatst zal de website er niet overzichtelijker van worden en wat dat voor de privacy van burgers betekent laat zich raden. En de ervaring leert dat de creatieve Wob-verzoeker altijd wel iets weet te vragen dat niet op de website staat.
Civiele rechter
In de NRC van 26 augustus stelt advocaat Roland Mans dat misbruikers kunnen worden aangepakt door via de civiele rechter een verbod op misbruik van recht af te dwingen. Ook dat klinkt mooi, maar is niet realistisch. Het kan misschien werken om een notoire misbruiker aan te pakken, maar een incidentele misbruiker (waar het meestal om gaat) pak je er niet mee. De kosten voor een civiele procedure zijn veel hoger dan de kosten die moeten worden gemaakt voor de beantwoording van een Wob-verzoek.
Het voorstel van minister Plasterk om de Wet dwangsom niet meer van toepassing te laten zijn op de Wob kan wel helpen. Maar dat geldt dan ook voor gerechtvaardigde Wob-verzoeken. Dat is het paard achter de wagen spannen.
Mijn voorstel zou zijn om het belanghebbende-begrip, zoals dat in het hele bestuursrecht geldt, van toepassing te verklaren op de Wob. Tot nu toe is het uitgangspunt dat openbaarheid van bestuur het algemeen belang dient. Een verzoeker hoeft daarom geen belang te hebben bij zijn verzoek. Zo kan het gebeuren dat een verzoek van iemand uit de Filippijnen met evenveel inspanning en zorg moet worden behandeld als een verzoek van iemand uit de eigen gemeente.
Ter verduidelijking: elders in het bestuursrecht geldt dat iemand alleen een vergunning kan vragen of een bezwaarschrift kan indienen als hij een persoonlijk en rechtstreeks belang heeft. Dat is een vrij strikt begrip. Als de gemeente een bouwvergunning afgeeft, kun je daartegen alleen een bezwaarschrift indienen als je vanuit je huis zicht hebt op het bouwwerk. Dat geldt ook voor een kapvergunning. Het feit dat je elke dag langs de betreffende boom fietst en ervan geniet maakt je belang nog niet persoonlijk. Je belang onderscheidt zich dan niet van dat van anderen. Dat is pas het geval als je vanuit je huis zicht hebt op de boom.
Belanghebbende-begrip voor de Wob
Wellicht zou het belanghebbende-begrip voor de Wob enigszins moeten worden afgezwakt in de zin dat, naast een persoonlijk belang, ook een algemeen belang voldoende is om een ontvankelijk Wob-verzoek te doen. Wob-verzoeken van media als RTL zullen dan zonder problemen worden behandeld. En ook het verzoek van iemand die wil weten of de opsporingsambtenaar die hem een bekeuring heeft gegeven wel bevoegd is om dat te doen, wordt behandeld. Maar iemand uit de Filippijnen zal er een hele kluif aan hebben om te beredeneren dat hij een persoonlijk belang heeft om te weten welke gemeentelijk opsporingsambtenaar de laatste bekeuring van 2010 heeft uitgeschreven en om welk feit het ging.
Laat staan dat hij enig maatschappelijk belang kan aantonen.
De Wob heeft een belangrijke functie gehad in het ontwikkelen daarvan. Maar het wordt tijd na te denken over een nieuwe vorm. De huidige Wob dateert van 1991. Toen was er nog geen e-mail en internet en kon men niet weten dat er een tijd zou komen waarin het geen geld en bijna geen moeite kost de meest onzinnige vragen aan alle gemeenten in Nederland te stellen, waarna ambtenaren in al die gemeenten uren aan het werk gaan om het verzoek te beantwoorden. En dan gaat het vast ergens fout en kun je cashen. Om de openbaarheid van bestuur te waarborgen is het zaak een regeling te ontwerpen die beter past in het huidige tijdsgewricht.
Annelies Hopman is Hoofd Algemene en Juridische Zaken van de gemeente Heemstede
CC de Rave says
Het valt me op dat notoire misbruikers dit misbruik kunnen blijven volhouden. Er is nooit gesteld dat het voldoen aan een Wob verzoek, dit gratis zou moeten. Ambtenaren besteden hier behoorlijk wat tijd aan. Dit is wel 'publiek' geld. Er zijn mensen die 500 Wob verzoeken per jaar doen om de ambtelijke organisatie maar te provoceren. Gaat het om normaal 'gebruik', dan geen probleem, maar bij dit soort misbruik lopen de kosten behoorlijk op. Daar mag best wat tegenover staan.
Jorg D says
‘De Wob heeft juist een belangrijke bijdrage geleverd aan de manier waarop gemeenten met informatie omgaan’
Dat klopt, het heeft erin geresulteerd dat gemeenten zich structureel niet aan de wet hielden bij Wob-verzoeken. Na vele beloften van verbetering en talloze verzoeken van de ombudsman heeft de wetgever uiteindelijk besloten de burger betere rechtsmiddelen de geven in de vorm van de Wet Dwangsom en Beroep bij niet tijdig beslissen.
G.J.M. Groot says
Dag Annelies,
Goed artikel, belangrijk onderwerp voor het openbaar bestuur
1) Is het een idee dat dit openbaar bestuur ook vooraf duidelijk maakt wat zij verstaat onder openbare bestuursinformatie, dus informatie die gebruikt wordt voor het voorbereiden, nemen van en/of evalueren van besluiten van bestuursorganen.
Overige informatie is daarmee managementinformatie, een gegevensverzameling, losse data of iets anders en valt dus niet onder de WOB
2) Het actief publiceren van de WOB-verzoeken
Gerard Groot, strategisch adviseur dIVV Amsterdam