Een naam en gezicht wekt meer vertrouwen dan een merk en logo. Ook bij social media
-column – Reinout de Vries
Sociale media worden zoveel gebruikt dat het gebruik daarvan ingeburgerd is. Aldus een woordvoerder van Van Dale op de dag dat selfie tot woord van het jaar 2013 werd gekozen. In het jaar waarin Hyves als sociaalnetwerksite werd opgeheven, is dit een uitspraak die evengoed in 2005 had kunnen plaatsvinden. Want inderdaad, we facebooken, twitteren en linkedinnen gedurende de dag zoveel, dat deze media voor veel mensen het belangrijkste communicatiemiddel zijn geworden. Makkelijker dan de telefoon, laagdrempeliger dan sms, en veel sneller dan de ouderwetse brief.
Maar ondanks waarschuwingen van maatschappijcritici dat we geen écht contact meer met elkaar hebben, slagen social media er niet in om het face-to-face contact als belangrijkste communicatiemiddel naar de kroon te steken.
Dat selfie juist afgelopen jaar is opgekomen, is exemplarisch voor de ontwikkeling van social media. Begonnen als een plek waar techneuten konden communiceren in een taal die zij alleen begrepen, evolueerden de media tot een uitgaanscentrum waar iedereen zijn eigen stamkroeg kon opzoeken. Inmiddels komen Instagram, Pinterest, Vine en dus de selfie op. Opvallend daarbij is dat steeds vaker beeld centraal staat. De gebruiker vindt het steeds belangrijker elkaar ook in de ogen te kunnen kijken. Wie een naam en een gezicht achter een naam of logo kan ontwaren, krijgt sneller vertrouwen in de boodschap.
Bij KING is juist dat laatste een belangrijke pijler onder onze eigen inzet van sociale media. De KING’ers die online zichtbaar zijn, zijn dezelfde personen die gemeenteambtenaren tegenkomen op sessies en congressen in het land. Een account met het logo van KING bestaat wel, maar dan vooral voor de verspreiding van de corporate communicatie. De belangrijkste basis onder onze online zichtbaarheid zijn de KING’ers zelf.
Dat betekent ook dat we een online discussie met een off line discussie kunnen verbinden, en andersom. De voordelen van een online discussie zijn legio. Deelnemen aan een discussie is makkelijker, minder tijdrovend en transparanter. Zo kunnen ook mensen die niet actief meedoen wel de discussie volgen. Hiermee bereik je een veel groter publiek dan wanneer je in een zaaltje met elkaar een discussie voert. Een discussie die vaak afloopt omdat de tijd ‘op’ is. Ouderwets. Online stopt een discussie pas wanneer alle argumenten gewisseld zijn.
Toch pakken we bij KING soms ook die ouderwetse middelen uit de kast. Op het moment dat een LinkedIn-discussie evolueerde van kritisch naar negatief, hebben we de telefoon gepakt en een aantal deelnemers uit die discussie uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens deze middag kon iedereen uitleggen waarom hij of zij in de discussie stond zoals hij of zij erin stond en waar de verschillende visies vandaan kwamen. Het werd een constructieve middag. Niet dat iedereen het aan het eind van deze middag eens was met elkaar. Gelukkig niet. Maar doordat we elkaar in de ogen hadden gekeken, ontstond respect en begrip voor elkaars positie. De discussie daarna was weer ‘ouderwets’ kritisch. Prettig, want in een kritische discussie kan je leren van elkaar en helpen we elkaar verder.
Op deze manier zorgen we ervoor dat de KING´ers zichtbaar zijn. Zoals bij een selfie laten we ons af en toe goed in de ogen kijken. Opdat we vervolgens online de discussie voort kunnen zetten en samen met elkaar werken aan betrokken en efficiënte gemeenten.
Over de auteur:
Reinout de Vries is communicatieadviseur bij KING. Op het KING-congres is er de hele dag ruimte om je online contacten offline te ontmoeten.
R.S. de Vries says
Dank voor je reactie. Inderdaad, heel vaak is dat niet het geval en is het helemaal niet nodig om bij elkaar te komen. Maar het gevaar is dat je dan maar alles altijd online gaat doen. Af en toe is het nog best nuttig om elkaar eens in de ogen te kijken. Om een oude slogan uit de kast te halen: ‘Online waar het kan, offline waar het moet.’ 😉
Ad Gerrits says
Voor sommige mensen zal dit vast gelden. Wat mij betreft kan het vaak ook prima alleen digitaal. Zo’n zin als ‘Maar doordat we elkaar in de ogen hadden gekeken, ontstond respect en begrip voor elkaars positie’ spreekt me dan ook niet zo aan. Als het goed is hoef je elkaar daarvoor niet live in de ogen te kijken toch?