Flexibel wonen kan uitkomst bieden voor sommige groepen. Bijvoorbeeld afgestudeerden, zwerfjongeren, daklozen, expats of statushouders. Buurtbewoners zijn daarbij belangrijk om te betrekken. Hoe creëer je draagvlak?
Spoedzoekers zijn mensen die op korte termijn een dak boven hun hoofd nodig hebben. Dat is minstens 10 procent van de huishoudens, en de vraag naar flexwoningen is dan ook groter dan het aanbod. Daarbij verhinderen bewoners geregeld dat er nieuwe flexwoningen in de buurt komen, aldus kennisorganisatie Platform31. Die lokale weerstand is een van de grote obstakels voor de bouw van dit type woningen.
Vooringenomen beeld
Platform31 onderzoekt al langer de praktijk van flexwonen en spreekt daarom betrokkenen. Volgens de onderzoekers hebben buurtbewoners vaak een vooringenomen beeld van spoedzoekers, vooral van ‘kwetsbare doelgroepen’.
De organisatie zet op een rij hoe je draagvlak voor flexwonen creëert door ‘proactief te investeren’. Om te beginnen is het volgens hen goed om bewust te zijn van het feit dat weerstand kan zorgen voor vertraging en zelfs mislukking van het project.
Glashelder communiceren
Acceptatie door bewoners begint met tijdige en eerlijke communicatie van de gemeente. ‘Zorg dat je het vertrouwen niet beschaamt.’ Zekerheid is belangrijk voor de bewoners: mensen willen weten waar ze ‘ja’ tegen zeggen. Informeer daarom over doelgroepen die in de omgevingsvergunning zijn opgenomen en leg afspraken hierover vast. Laat ook weten waar men terechtkan met vragen en klachten.
Flexwoningen hebben inmiddels een ‘kwalitatief goede uitstraling’, en gemeenten zouden dit moeten benadrukken. ‘Hoewel experts de term “containerwoningen” inmiddels tot verboden woord verklaard hebben, leeft dat beeld nog bij veel omwonenden. Zij vrezen dat de uitstraling van flexwoningen de buurt geen goed doet.’
Platform31 adviseert in het kader van draagvlak ook over de bestemming van gebouwen of complexen: liever niet uitsluitend voor aandachtgroepen, maar óók voor lokale woningzoekenden.
Ontmoetingen
Bied ook gelegenheid tot ontmoeting tussen bestaande en de nieuwe buurtbewoners. Beide groepen krijgen zo een gezicht. Dat helpt koudwatervrees weg te nemen en elkaar te omarmen. Uit de praktijk blijkt dat de oorspronkelijke bewoners zich meer openstellen en de nieuwe bewoners zich meer welkom voelen. Ook voor de langere termijn is het aan te raden ontmoetingen en gezamenlijke activiteiten te stimuleren.
Geef een reactie