‘Doen alsof’ je geen tekort hebt op de jeugdzorg. Het kan, het mag, en is zelfs een aanrader. Deze opzienbarende reclame voor een boekhoudtruc tekende Gemeente.nu afgelopen week op. Afzender: Bahreddine Belhaj, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Raadsleden.
Glashelder was de boodschap, maar daar stond een wat verwarrende ontkenning tegenover: het ministerie van Binnenlandse Zaken sprak de lezing van Belhaj tegen. Of toch niet? Wat BZK wel kwijt wilde, is dat er gebruik mag worden gemaakt van een ‘stelpost’ voor geld dat mogelijk na 2021 uit Den Haag komt. Waar leidt dit nu toe? Belhaj stelde duidelijk dat deze post direct al gevolgen heeft, het ministerie komt na herhaalde vragen niet met een helder antwoord. Belhaj geeft in het weekend telefonisch toelichting.
Hoe zit het nu precies? Heeft de stelpost meteen al gevolgen, of pas na 2021?
‘Het vervelende is: technisch gezien is dit een ingewikkeld verhaal. Onderaan de streep komt het erop neer dat je niet al volgend jaar bezuinigingen moet doorvoeren, zoals het sluiten van de bibliotheek, het zwembad of andere voorzieningen. Dat wilden we zo simpel mogelijk communiceren richting raadsleden, onze achterban. Dat is gelukt, we hebben iedereen even wakker geschud. Raadsleden zijn niet allemaal financieel specialist, maar zij zijn wél degenen die keuzes moeten uitleggen aan de kiezer. Vandaar de beslissing om het zo te brengen. Dat je kunt doen alsof je geen tekort hebt, begrijpt iedereen. En daar komt het eigenlijk ook op neer.’
Oké, maar onder de motorkap is het dus ingewikkelder. Doet u eens een poging.
‘Hoe je daar komt, ligt iets genuanceerder inderdaad. De begrotingsregels schrijven voor dat er tegenover structurele lasten structurele baten moeten staan. Dus stel, ik heb een zwembad en dat kost jaarlijks een miljoen euro, dan heb ik daarvoor structurele dekking nodig. Dat wil zeggen, jaarlijks een miljoen euro en niet drie jaar een miljoen euro, maar het vierde jaar niets. Want dan haalt de accountant er voor de gehele periode een streep doorheen. Het probleem met de daadwerkelijk toegezegde extra middelen van het kabinet, is dat die maar lopen tot 2021.
‘Dat betekent: geen structurele baten. Hierdoor kwamen ingrijpende bezuinigingen op tafel te liggen als gevolg van de tekorten. De uitgaven aan Wmo en jeugd gelden namelijk als structurele lasten, vanwege het wettelijk verplichte karakter. Nu het kabinet heeft gezegd dat de stelpost hiervoor ook als structurele baten in de meerjarenraming opgenomen mag worden voor 2022 en 2023, is dat probleem weg. Bezuinigingen die volgend jaar al nodig waren vanwege het sociaal domein, zijn dat nu niet meer. Of tenminste voor een deel niet meer, afhankelijk van de hoogte van het tekort.’
Maar of dat geld er komt, moeten gemeenten maar afwachten. Het verschijnt vanuit het niets, maar kan met de volgende zwaai van de toverstaf weer in rook opgaan. Is het wel verantwoord om daarop je begroting te baseren?
‘Gemeenten zeggen bijna allemaal dat dit een rare constructie is. En dat is het ook. Want nee, je weet niet of de middelen er echt komen. Anderzijds maakt dit het Rijk wel schatplichtig, naar mijn idee. Het kabinet wil eerst onderzoek laten doen naar de kosten. Dat gaat terug tot 2015, ook daaruit kun je iets afleiden: kennelijk leeft het idee dat het al vanaf het begin niet goed heeft gezeten met het geld voor de decentralisaties.
‘Er is dan ook een hele forse korting overheen gegaan. Die hebben gemeenten overigens in veel gevallen weten te realiseren, alleen het is de volumegroei van de jeugdzorg van 12 procent waar de problemen door ontstaan. Dat neemt niet weg dat er alsnog een forse bezuinigingsopgave ligt voor veel gemeenten op het sociaal domein. Het is dus niet een kwestie van of je moet bezuinigen, maar hoeveel je moet bezuinigen. De financiering van de jeugdzorg blijft dan ook een voortdurend aandachtspunt voor gemeenten, waar ze hard aan werken met innovaties en verbeteringen van de efficiëntie.
‘Het kabinet heeft hele forse bedragen beschikbaar gesteld en komt nu bovendien met deze bijzondere oplossing. Volgens mij zijn ze behoorlijk geschrokken. Het ministerie wil natuurlijk ook niet dat het ene na het andere buurthuis dichtgaat. Dus we mogen er denk ik wel met een beetje vertrouwen naar kijken.’
Wie heeft deze truc volgens u bedacht?
‘Het ministerie. Verschillende provincies – dat zijn de toezichthouders op de gemeentefinanciën – hebben laten weten er niet gelukkig mee te zijn. Het komt ook zeker niet bij ons vandaan. De communicatie verloopt vanuit het ministerie, dat de regels voor dit specifieke geval anders toepast. Dus teken het maar uit.’
U vindt het zelf een bijzondere figuur en u ziet ook het financieel risico. Toch maakt u promotie voor deze kunstgreep, waarom?
‘Omdat het enige alternatief, voorzieningen beëindigen of sluiten, nog veel erger zou zijn. Vanzelfsprekend moet er voor de toekomst een echte oplossing komen. Minister Ollongren wil kijken naar de mogelijkheid voor gemeenten om meer belastingen te heffen, heeft ze gezegd. Let wel: in plaats van rijksbelastingen, niet er bovenop. Dat is een mogelijke oplossingsrichting, die recht zou doen aan de decentralisaties en de lokale politieke keuzes die daarbij horen.’
Tj Strubbe says
Aan minister van justitie, maar ook voor toezichthouders op het vreemde jeugdzorgbeleid;
Waarde excellentie,
In uw brief geeft ge eigenlijk aan dat ge geen toezicht houdt op de toezichthouders en ondanks alle critiek over de jeugdzorg geloof stelt dat dit sociale en zo besloten domein nooit zulke grote aantallen fouten maakt dat er in het land gesproken wordt van institutionele kindermishandeling.
De jeugdbescherming schemert naar de pers dat er zoveel tevreden cliënten zijn, maar wanneer we met een WOB-verzoek het rapport cliënttevredenheidsonderzoek, de cliënt aangaande, opvragen, verschuilt de G.I. zich achter een onbewezen feit dat de G.I. niet valt onder de WOB, ondanks uw site https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/wet-openbaarheid-van-bestuur-wob/documenten/rapporten/2005/06/10/lijst-voorbeelden-publiekrechtelijke-instelli met een lijst van publiekrechtelijke instellingen, waaronder: “Voogdij- en gezinsvoogdij instellingen (Guardianship and Family Guardian ship Institutions)” onder ‘Ministerie van Justitie’ op pagina 2.
Waar het om een intern stuk zou gaan, niet de cliënten betreffende, dan is er nog begrip voor de rigide houding van de G.I..
Doch waar naar de pers geschemerd wordt dat de G.I. bijna geen klagers kent, tegenover de duizenden bij ouderorganisatie klagende ouders, en het gaat om het meest optimale belang van het kind-met-interactiebelangen-met-diens-familie (een kind is geen alleenstaand object), met ook latere belangen (identiteitsfase; denk aan prof. René Hoksbergen), geeft de G.I. geen reëel beeld, of erger, verbergt de G.I. diens fouten.
Veel ouders durven niet echt te klagen, ook al klagen ze legaal met basis hun plicht in BW1:247 en ten behoeve van het optimaliseren van het kindbelang in kinderrecht artikel 24 lid 1, de G.I. zet veelal de hakken in het zand, en worden deze ouders bij de rechter dan weggezet als ‘tegenwerkend’, en worden de kinderen gestraft met minder contact met de ouders en de verdere familiebanden worden doorgesneden, alsof dat professioneel is; de slager, ook een professional, heeft vaak meer empathie en pedagogisch inzicht.
Dwang in de jeugdzorg, waar ouders meestal geen schriftelijke, brede voorlichting krijgen zodat ze zich meer kunnen inleven wat signalen met de kindergeest doet, en daarop een keuze kunnen maken om dwang te voorkomen, werkt o.a. volgens prof. Carlo Schuengel niet.
Waar dwang wordt overwogen en ingezet, ontbreekt meestal, ook bij de kinderrechter, de afweging van contra-indicaties. Onafhankelijke wetenschappers vonder vrij recent dat wegplaatsen van het kind, weg bij één of beide ouders, zeer schadelijk is, in feite een ‘ernstige bedreiging’ (wijl BW1:255 het enkel over ouders en niet over jeugdzorgwerkers heeft).
Wetenschappers spreken over schade2 door inzet van dwang. Meestal zonder voorlichting vooraf en zonder voorlichting (BW1:262) onder OTS, terwijl de OTS (BW1:255) het doel van de wetgever meekreeg om vóórtvarend aan het oplossen van de ‘bedreiging’ uit die wettekst te werken.
Ouders geven legaal die wetenschappelijke kennis, maar worden tegengewerkt door de G.I. of RvdK. Voortvarend en concreet werken ten behoeve van lid 3 1:262 BW is er dikwijls niet bij.
Ouders die naar McMichael-arrest en AVG het dossier opvragen, wordt eerst uitstellend gevraagd om in gesprek met de gezinsvoogd te gaan. Dat is intimiderend en niet voortvarend.
Ook het opvragen van het ‘contactjournaal’ (art. 30 AVG) wordt dwarsgezeten door te beweren dat er geen contactjournaal meer wordt bijgehouden of dat het eerst geschoond moet worden, terwijl ouders naar BW1:247 mogen meekijken of de zorg goed uitgevoerd wordt, metende aan dossiers en journaal.
Er wordt verscholen achter protocollen (al mogen die niet in strijd zijn met hogere regelgeving, maar de prevalerende wetgeving wordt ouders niet verstrekt).
Helemaal vreemd is dat ouders ondanks het arrest EHRM, N.P./Moldova, appl.nr. 58455/13, gedwongen worden om veel rechtszaken te voeren maar daarvoor geen of onvoldoende steun van de procederende overheidsinstantie ‘jeugdbescherming’ verkrijgen; waar rechters de OTS of UHP beëindigen of echte diagnostiek afdwingen, worden de hakken in het zand gezet en houden gezinsvoogden zich niet aan de uitspraken.
Er is geen sprake van ‘equality of arms’; EHRM-arrest Kocherov en Sergeyeva/Rusland, 29 maart 2006, appl.nr. 16899/13.
Bij een uit voorraad opheffen van OTS met UHP door een raadsheer, wordt bij de gewone rechtbank per direct per fax een machtiging voorlopige-OTS met spoed-UHP aangevraagd om te verhinderen dat het kind weer een band krijgt met de ouders, en die wordt zonder meting vooraf immer verstrekt. Bedreigingen uit de kristallen bol worden geïnsinueerd, zonder diagnostiek meten naar het advies van prof. R.J. van de Gaag, oratie, dus zonder valide nulmeting om effectiviteit van maatregelen op te controleren, waardoor ouders in het vage blijven wat ze moeten doen.
U veronderstelt –
U veronderstelt dat de inspectie (G&J, J&V) en het Keurmerkinstituut toezicht houden. Ja, de gezinsvoogdij maakt mooie verslagen, dat klopt allemaal. Protocollen lijken gevolgd te worden, ook mooi.
Maar ouders die melding maken, ook van groot vermoeden van seksueel misbruik onder het jeugdbeschermingsbemoeien, worden zowel door de G.I. als de RvdK, als de inspecties weggewoven.
In contact met het Landelijk Meldpunt Zorg, gelieerd met de Inspectie G&J, krijgen we te horen dat er niet samenvattend, of algemeen de knelpunten benoemend, gemeld kan worden, maar dat het concrete zaken moet betreffen. Dat kan vanwege privacy niet, al blijkt uit dossieronderzoek dat er insinuatieve fouten gemaakt zijn die de rechter voorgeschoteld zijn als ‘feiten’; een rechter is geen orthopedagoog!
Ouders, die melden, worden afgescheept met “ga maar weer klagen over de klachtbehandeling die ge deed en daarbij werd afgescheept zonder naar echte feiten te kijken”. Je klaagde als ouder dat je een diagnostieker meting wenst in het kindbelang (BW1:247 en IVRK24.1 noemende) en het kind werd gestraft met nauwelijks nog omgang, zodat de hechting groots wordt geschaad.
Dat meld je bij de inspectie, bij de nationale (kinder)ombudsman, bij het landelijk meldpunt, en overal werkt men op geloof dat de jeugdbeschermingsketen geen fouten maakt, ondanks het rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, met mr. Pieter van Vollenhoven nog als voorzitter, “Over de fysieke veiligheid van het jonge kind”, 2011, of het rapport “Is de zorg gegrond?” door kinderombudsman Marc Dullaert, 2013 en gekuist om de grootste critiek over de jeugdbescherming er uit te halen.
Het is niet reëel dat er geen financiële ‘perverse prikkel’ zou zijn (pag. 93, Dullaert), dat er geen werkgelegenheidsbelang zou zijn. Mijn voorstel op de Facebookgroep “KwatiTIJD voor het kind” over de werkdruk in de jeugdzorg werd opmerkelijk wèggehaald, tot twee maal toe. Doorverwijzen bij onenigheid over de meting, tussen juridische partijen waarvan de jeugdzorg er een is, naar echte diagnostiek op het niveau van kinderrecht IVRK24.1 werd niet geaccepteerd. Dat is conform wat we ervaren bij de dwangmatige jeugdzorg, het zelf doktertje spelen met geld, meer en meer, staat voorop, bij de protesten naar de ministeries, en nu het uitkleden van gemeentelijke budgetten.
Met uitbesteden naar echte diagnostiek bij onenigheid over de jeugdzorginzet, wat juist tot korte, effectieve zorgadviezen zou leiden, en dus jeugdzorg goedkoper maakt, spaart werktijd en werkdruk bij de jeugdzorgwerkers. (Noot 2, brief aan alle B&W’s geeft onderbouwing).
Op de site onder noot 5 staat ook hoe ‘jeugdzorgfeiten’ verschillen met (verifieerbare) ‘diagnostische feiten’ en ‘juridische feiten’. De jeugdzorg zoekt met nieuwere richtlijnen methoden om zelf zonder medische bevoegdheid toch het latere kindbelang van de opgroeienden te bepalen, wat ervaren wordt als kristallen-bol-werk; verachtingen, vermoedens, denken te weten, … zijn geen feiten!
De gedragswetenschapper zou volgens diens gedragscode van minimaal NVO of BIG moeten werken en de cliënt zien en onderzoeken om een al dan niet schadelijk advies te geven voor in een maatregel
Ook veronderstelt ge dat de cliëntenraden zo’n grote doorslaggevende stem hebben in het beleid dat wat bij klachtencommissies en rechtszaken onder tafel geschoven wordt met de hakken in het zand hier gehoorzaam zou worden overgenomen van cliënten. Er zijn juist cliënten ontslagen uit cliëntenraden!
Het is aan de wetgever om misstanden die schadelijk zijn voor de opgroeienden te voorkomen of op te lossen (kinderrechten waaronder het in jeugdzorg zo genegeerde en tegengewerkte artikel 24 lid 1 IVRK). Kindermishandeling moet voorkomen worden, ook als deze veroorzaakt worden door een ‘toezichtsgat’ en verschuil- en afdekruimte door besturen.
In de hoop dat ge de diverse misstanden wilt zien en onderzoeken (ook via de cliënt) om de kindermishandeling in deze sfeer te doen oplossen (er zijn meer valse positieven in de jeugdzorg dan mishandelde kinderen opgespoord in de thuisomgeving).
Mogelijk kunt ge eens wel een toezichtsdocument onder de WOB aangaande de jeugdbescherming verstrekken. De inspectie hield zich doof.
Met vriendelijke groet, TjS..
Noten:
: Schuengel: https://jeugdbescherming.jimdo.com/tips-en-andere-brieven/bejegenen-en-vertrouwen/ .
: Wetenschap voor weging: https://kinderbescherming.jimdo.com/brieven/rvdk-vt-kennen-gresser-nu/ aan de AMHK’s en de RvdK, en https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/brief-aan-alle-g-i-s/ aan alle G.I.’s, begin vorig jaar en niet-geïmplementeerd, en https://vechtscheidingen.jimdo.com/wetenschap/briefaangemeenten/ aan enige gemeenten, die voor hun budget ook moeten controleren of het geld aan jeugdzorg effectief besteed word, maar het niet doen. In 2013 kregen alle B&W’s reeds de brief: https://jeugdbescherming.jimdo.com/ .
: AVG30: https://www.privacy-regulation.eu/nl/artikel-30-register-van-de-verwerkingsactiviteiten-EU-AVG.htm .
: Van der Gaag: https://jeugdbescherming.jimdo.com/kwaliteit/diagnostiek-nodig-als-nulmeting/ .
: KwaliTIJD: https://jeugdzorg.wixsite.com/jeugdzorg/jeugdzorg-negeert-wetenschap (onder) .
2 augustus 2019 aan het Ministerie van Justitie, als antwoord op 2648808 d.d. 30-07-2019 van MinJus.
Moenen says
“in plaats van rijksbelastingen, niet er bovenop” welke rijksbelasting gaat er dan omlaag?
Tja, en zo modderen we voort…. Geen wonde dat de Burger geen vertrouwen meer heeft in het “Bestuur” dat “bestuurt” vanuit onkunde en onwetendheid… “geïnformeerd” door zogenaamde deskundigen. Na 4 jaar is er weer iemand anders voor verantwoordelijk. en strijken ze wachtgeld op.