Een voorbeeld: de gemeente Zeist bespaarde door Participatief Begroten 6,2 miljoen. “De burgerbegroting is van oorsprong een Braziliaans idee.”
Alle belanghebbenden aan een tafel, een heldere taakstelling en een duidelijke eindstreep. Die factoren bepalen het succes van een burgerbegroting, is de ervaring in Zeist en Amsterdam Oost. De gemeente Zeist bespaarde door Participatief Begroten 6,2 miljoen. In de Indische buurt in Amsterdam staat door het initiatief de buurt weer centraal, zeggen betrokkenen.
Johan Varkevisser is wethouder in de gemeente Zeist, onder meer op het gebied van Financiën. “Participatief Begroten is voor onze gemeente erg waardevol gebleken. Zowel voor het bestuur, de gemeentelijke organisatie als de inwoners.” Het coalitieakkoord van 2010 vormde voor Zeist de aanleiding om tot deze begrotingswijze over te gaan. Samen met een ambtelijke werkgroep werd het traject uitgedacht.
Varkevisser: “Het opzetten van de kaders en het formuleren van de opdrachten en taakverdeling voor de gespreksgroepen nam zo’n vijf maanden in beslag. Vervolgens is gepraat met organisaties en bewoners over de begroting. Zes bijeenkomsten waren nodig, maar het eindresultaat mocht er zijn. Samen met organisaties en bewoners konden we een besparing van 6,2 miljoen euro realiseren.”
Stimuleert
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland stimuleert gemeenten om op andere manieren te werken. Gerrit Jan Hoogland is adviseur Stedelijke Ontwikkeling en Leefbaarheid. “De burgerbegroting is van oorsprong een Braziliaans idee”, zegt Hoogland.
“In Porto Alegre stellen burgers zelf de begroting op en het resultaat gaat naar de gemeenteraad. Het resultaat is dat geld doelmatiger wordt besteed. In een tijd dat gemeenten moeten bezuinigen en allerlei taken erbij krijgen helpt co-makership met de lokale maatschappij bij het uitvoeren van gemeentelijke taken. Door deze methode van begroten kunnen gemeenten bovendien meer aansluiten op de behoefte van wijken en gebruikmaken van de maatschappelijke energie. Door inwoners actief te betrekken kunnen vele ogen en oren de gemeente ondersteunen.”
Vooruitstrevend
Die insteek viel ook op in Zeist. Varkevisser: “Organisaties, zoals de sportverenigingen en zorginstellingen, toonden zich vooruitstrevend en waren tot meer bereid dan vooraf was verwacht. Natuurlijk wil men liever niet bezuinigen, maar door op constructieve wijze met elkaar van gedachten te wisselen, konden een paar maanden later goede voorstellen met gedragen besluiten aan de raad gepresenteerd worden. Van de 100 voorstellen zijn er zelfs 95 overgenomen door de raad.”
Dat kwam mede omdat men bereid was in oplossingen te denken. “Zo kwamen sportverenigingen zelf met voorstellen om te bezuinigen op onderhoudskosten. Zij vroegen de gemeente om hen daarin te ondersteunen en te investeren in duurzame oplossingen.” Deze ideeën zijn daarna verder uitgewerkt.
Doelen
De doelen die de raad had gesteld, zijn volgens Varkevisser ruimschoots behaald. “Voor ons was het van belang dat er goede voorstellen kwamen, waardoor de raad breed gedragen besluiten kon nemen en band met inwoners werd versterkt. Een mooie bijvangst was dat ambtenaren en burgers elkaar gedurende het proces beter leerden kennen. En we merkten dat er veel kennis en kunde is in de samenleving.” De vraag of Zeist deze begrotingsmethode nog een keer inzet, wordt door Varkevisser positief beantwoordt.
“Bij grote vraagstukken willen we de samenleving zeker weer betrekken. Al zijn er ook een paar lessen te leren. Zo kun je een succesverhaal niet automatisch een-op-een herhalen, moet de tijdlijn duidelijk afgebakend zijn en hebben wij geleerd dat voorbereiding de basis tot succes vormt.”
Amsterdam Oost
In Amsterdam Oost was de insteek anders dan in Zeist, maar ook hier bleek het enthousiasme groot en de uitkomsten positief. In maart presenteerde de Indische buurt de eerste wijkbegroting. Ilan Stoelinga (Financiën) en Sander Meijer (Buurtregie) stonden aan de wieg van de buurtbegroting.
“Samen ontwikkelden we de methodiek ‘Buurtbegroting’. We wilden gemeentelijke geldstromen inzichtelijk maken aan bedrijven en bewoners. Wat we hiermee beogen, is mensen zien waar wij als gemeente geld aan uitgeven. Dat gebeurt aan de hand van een aantal vaste kaders. Opgaven, inzet en activiteiten zijn gedefinieerd.”
Volgens Stoelinga is financieel inzicht creëren niet uitsluitend een kwestie van het overhandigen van cijfers. “In de Indische buurt, waar deze pilot liep, is een van de focuspunten bijvoorbeeld arbeid. Uit de cijfers kwam niet direct naar voren dat wij ons daarvoor inspannen. Een deel van dat geld is bijvoorbeeld onder de posten ‘jeugd’ en ‘sociaal’ verwerkt. Uit gesprekken bleek dat bewoners die zaken graag nader geduid zien en dat wij de cijfers duidelijker moeten onderbouwen.”
Betrokken
Een ander punt dat Stoelinga ervoer tijdens de gesprekken is dat bewoners graag betrokken worden. “Natuurlijk wordt gekeken naar: wat betekent dit voor mij? Maar zodra gesprekken vorderen zie je een verschuiving optreden en wordt er verder gekeken. Er ontstaat inzicht in de werkwijze van de gemeente en de discussie komt op gang. Dat creëert nieuwe ingangen waardoor niet het beleid maar de buurt centraal komt te staan.”
Alleen daarom is de wijkbegroting volgens hem al een waardevolle toevoeging.
Vervolg
Stoelinga hoopt dat het maken van de buurtbegroting samen met de bewoners ook na de verkiezingen vervolg krijgt. “Bewoners zijn ervaringsdeskundige en kunnen de raad en het bestuur wijzen op zaken die spelen en moeten veranderen. Ik verwacht daarom dat dit pilotproject wordt voortgezet, ook na de verkiezingen. Goede ideeën die breed gedragen worden hebben namelijk geen politieke kleur. En ideeën die door bewoners worden aangedragen, bieden namelijk handvatten waar een raad graag gehoor aan geeft.”
Op termijn denkt Stoelinga dat de wijkbegroting tevens kan zorgen voor een betere inzet van gelden. “En tot besparingen. Bewoners zullen namelijk projecten op een andere wijze tegen het licht houden, waarbij dan de vraag kan rijzen: doet de gemeente niet te veel? Of: Hoe kunnen we dit anders doen? Die nieuwe dynamiek, waarbij de burger kritisch kijkt naar het functioneren van de overheid en de gemeente goed kan verantwoorden waar zij mee bezig is, is de wijze waarop wij de toekomst vorm willen geven.”
G.J. Hoogland says
Het is goed om kritisch te zijn bij dit soort ontwikkelingen, in dit geval hoe gemeenten omgaan met de organisatie van begrotingen. Het artikel laat zien dat begroten anders kan, maar waarom moet het anders?
Voor de verzorgingsstaat brengen we als maatschappij de financiering voor die kwaliteit op, maar steeds meer wordt de vraag gesteld of we dit nog wel kunnen opbrengen, met toenemende vergrijzing of dreigende afname van werkgelegenheid door technologische innovaties (robotten en automatisering).
Een andere ontwikkeling is dat het initiatief steeds meer van onderop komt. Niet alleen als gevolg van het krapper wordende geld (zoals vaak wordt gedacht sinds pakweg 2008), maar omdat dit een beweging is die al sinds de jaren ’80 speelt (zie het essay van de Denktank van VNG ? Van eerste overheid naar eerst de burger? op http://www.andersdenkenandersdoen .nu).
De oplossing ligt dus niet zo eenzijdig bij de Rijksoverheid, maar ligt mijns inziens meer bij de maatschappij zelf: de politiek, demografische of technologische ontwikkelingen en bottom up bewegingen. Als het echt anders moet, organiseer het dan als overheid (centraal en lokaal) zo dat middelen, zeker als die krapper worden, efficiënt en effectief worden besteed, voorzieningen aansluiten op wat mensen willen, de gemeenschap zelf ook middelen of capaciteit in kunnen brengen en de volksvertegenwoordigers de legitimiteit van de bestedingen van het publieke geld bewaken. Voorbeelden zoals Zeist en Amsterdam-Oost laten dat zien.
S Visser says
Misschien heb ik erover heen gelezen…maar mijn vraag is: wat vinden de burgers hier nu van en zijn die burgers daadwerekelijk erop vooruit gegaan? En volgend jaar als de nieuwe bezuinigingen komen wegens tegenvallende resultaten die als tegenvallers opdoemen? Wordt er dan weer een enorm circus in het leven groepen?
Of zou het niet beter zijn om de landelijke overheid te dwingen met echte oplossingen te komen waarvoor de mensen niet meer hoeven in te leveren en instanties niet worden gedwongen tot het nemen van dwangmaatregelen?
Want dat telkens opnieuw afschuiven van landelijk genomen verantwoordelijkheid naar lagere overheden is een oneerlijke, onnverantwoordelijke en ontoereikende ‘oplossing’. Vooral als die lagere overheden ook nog meermaals financieel gekort worden…zoals dat nu al deccennialang het geval is.