Het bedrag dat gemeenten krijgen van de rijksoverheid om hun taken goed uit te kunnen voeren varieert enorm. Gemiddeld is dat 2162 euro per inwoner, maar de onderlinge verschillen waren ook in 2019 behoorlijk groot. In Bloemendaal is het 1014 euro en in Vlissingen per inwoner 3998 euro. Het aantal rijksuitkeringen neemt sterkt toe en is bijna verdubbeld in de periode 2013-2019, aldus COELO.
Dat staat in de nieuwe Atlas van de rijksuitkeringen van het Centrum voor Onderzoek naar de Economie van Lagere Overheden (COELO). Het aantal rijksuitkeringen aan gemeenten neemt sterkt toe en is bijna verdubbeld in de periode 2013-2019. Vooral het aantal decentralisatie-uitkeringen en het aantal specifieke uitkeringen nemen toe, aldus het onderzoeksinstituut. In totaal gaat het jaarlijks om 39 miljard euro.
Naar verhouding
Vlissingen ontvangt het meest van het Rijk, gevolgd door Heerlen en Rotterdam. Gemeenten die het minst krijgen zijn naast Bloemendaal ook Blaricum en Midden-Delfland. Deze kaart toont de hoogte van de algemene uitkering per gemeente in 2019, in euro’s per inwoner.
‘Grotere gemeenten en gemeenten in het noorden van het land krijgen naar verhouding veel geld,’ aldus de onderzoekers. ‘Van welvarende gemeenten verwacht het Rijk dat ze weinig kosten hebben en dat ze zelf meer geld kunnen binnenhalen via de lokale belasting.’
Ruim 60 procent
Gemiddeld dekken gemeenten 17 procent van hun uitgaven uit lokale heffingen. De rijksoverheid is met ruim 60 procent de belangrijkste financier van gemeenten. Een deel van de rijksuitgaven is vrij besteedbaar, een kleiner deel is geoormerkt voor uitgaven aan een specifiek doel.
Geef een reactie