Wie vorige week het nieuws volgde, zou haast de indruk krijgen dat gemeenten zwaar worden gekort door het Rijk. Maar de cijfers vertellen een ander verhaal.
Jan van Zanen, burgemeester in Utrecht en voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), stelde dat de Miljoenennota ‘weer een negatief effect op de gemeentefinanciën geeft’. Zo kunnen we in dit land geen gemeenschappelijke ambities op het gebied van bijvoorbeeld verduurzaming realiseren, was zijn boodschap. De gemeente Amsterdam, die zijn eigen begroting presenteerde, klaagde ook al over een forse aderlating: structureel miljoenen minder uit het gemeentefonds.
Miljarden groei
De zogeheten Septembercirculaire waarin het kabinet de stand van zaken rond het gemeentefonds toelicht, maakt voor dit jaar inderdaad gewag van een ‘neerwaartse bijstelling’ met 194 miljoen euro, waarover veel tamtam is gemaakt. Maar zullen we ook even kijken ten opzichte waarvan die bijstelling plaatsvindt? De vergelijking die wordt gemaakt, is met een eerdere raming in mei. Kijken we naar vorig jaar, dan vertoont de zogeheten algemene uitkering een groei van bijna een miljard euro oftewel 5,7 procent.
Volgend jaar belooft deze algemene uitkering, die het grootste deel uitmaakt van het gemeentefonds, zelfs te groeien met ruim 1,2 miljard. Dat duwt het groeipercentage richting de 7 procent. De jaren daarna vlakt het wat af, maar op het ‘dieptepunt’ in 2021 neemt de omvang van de algemene uitkering nog altijd toe met ruim 3 procent. Of dit genoeg is, is natuurlijk een tweede. Veel gemeenten zeggen dat ze in financiële nood zitten door tekorten in het sociaal domein. Maar dat lokale overheden in nominale zin worden gekort, is simpelweg niet het geval.
Amsterdam: lagere uitkering
Toch kan die indruk ontstaan als je communiceert zoals Amsterdam. ‘Amsterdam heeft te maken met een grote financiële tegenvaller. In 2019 krijgt de stad 37 miljoen euro minder van het Rijk en dat loopt op tot 110 miljoen per jaar vanaf 2022. Dit heeft te maken met een lagere uitkering van het gemeentefonds voor Amsterdam,’ stelde de hoofdstad bij de presentatie van de begroting voor 2019.
Daarbij werd min of meer gesuggereerd dat gemeenten massaal de klos zijn. ‘Dit geeft aan hoe ingewikkeld koopkrachtplaatjes zijn,’ tekende het ANP op uit de mond van wethouder Rutger Groot Wassink (sociale zaken). De verslaggever wilde kennelijk weten hoe dit sombere beeld rijmt met de mooie beloftes van het kabinet in de Miljoenennota. ‘De gemeenten moeten nu puzzelen om dit op te lossen. Ik vind dit niet goed, want het komt uiteindelijk bij de burgers terecht,’ aldus de wethouder.
De meicirculaires waarop de gemeente zich in de begroting zegt te baseren, laten voor 2019 evenwel een plus van ruim 60 miljoen uit het gemeentefonds zien. Volgens de laatste berekeningen van het ministerie van Binnenlandse Zaken krijgt de hoofdstad in 2022 zo’n 275 miljoen méér uit het gemeentefonds dan dit jaar. Een fikse groei dus, ook procentueel, en zeker geen min van 110 miljoen. Een woordvoerder van BZK wil zich niet wagen aan commentaar en zegt dat Amsterdam zijn eigen cijfers maar moet toelichten.
Boekhouderslogica
Een woordvoerder van de hoofdstad legt uit dat positievere ramingen in maart richtinggevend waren. De gemeente kijkt niet naar absolute bedragen, ook niet naar de ontwikkeling over jaren, dat alles is volgens de woordvoerder ‘niet relevant’. Het ijkpunt voor de cijferaars is de laatste begrotingswijziging, wat voor boekhouders ongetwijfeld volstrekt logisch is. Maar als je op basis van deze cijferwerkelijkheid beweert dat de stad miljoenen minder krijgt, is dat alleen voor insiders te begrijpen.
Het naar buiten brengen van deze boodschap via de pers, gaat meer richting framing: het beeld dat kennelijk moet beklijven is dat Amsterdam, en gemeenten in het algemeen, er bekaaid van afkomen in de kabinetsplannen. In het voortdurende gelobby om meer geld valt dit te begrijpen. Maar de inkt van het Interbestuurlijke Programma waaronder ook gemeenten hun handtekening hebben gezet, is nog nauwelijks droog. Daarin is de nu gehanteerde systematiek gewoon afgesproken, met als uitkomst een dikke plus voor het gemeentefonds. Daaraan is niets veranderd, schommelingen per raming daargelaten.
Geef een reactie