Er zijn zeven, chronologisch te volgen, stappen om bezuinigingsdoelstellingen te halen.
– VISIE – Wim Nieland
Uit de eerste
bezuinigingsmonitor van de Algemene Rekenkamer bleek onlangs dat het kabinet al
254 miljoen euro achterloopt op de voorgenomen bezuinigingsplannen uit het
regeerakkoord ter waarde van 18 miljard euro. Ondanks verschillende
verklaringen voor de achterstand van het ministerie van financiën niet erg
verbazingwekkend, aangezien plannen maken altijd iets anders is dan in de plannen
implementeren.
De overheid zal door de monitor jaarlijks op de vingers getikt
worden over de voortgang, maar waar zou de overheid moeten beginnen en waar
wordt er nu op ingezet om de deadlines te halen?
Dàt de overheid moet veranderen om de bezuinigingen te halen staat
vast. Er moet iets gebeuren, maar er leiden vele wegen naar Rome. De focus van
de overheid ligt op dit moment sterk op de korte termijn. Waar structurele
veranderingen gewenst zijn, kijkt de overheid vooral naar ‘makkelijke’
bezuinigingen.
Er wordt minder geld uitgeven aan bepaalde zaken door het
voorzieningenniveau te verlagen. Op landelijk niveau gaat het bijvoorbeeld om de geplande bezuinigen op ontwikkelingssamenwerking
(401 miljoen euro), de inburgering van immigranten (100 miljoen),
defensiematerieel (43 miljoen) en natuur (60 miljoen). De focus zou in eerste
instantie echter moeten liggen op de vraag hoe je minder geld kan uitgeven bij een
gelijkblijvend voorzieningenniveau.
Eerst de dingen slimmer doen! Daarna
pas bezuinigen.
We
herkennen zeven stappen die overheidsorganisaties doorlopen in hun
ombuigingsoperaties. De zeven stappen worden slechts zelden in deze volgorde
uitgevoerd. Het gevolg is dat er onnodig negatieve maatschappelijke effecten ontstaan.
- Stap 1: Financieel technische
maatregelen. Onderbesteding inboeken, afschrijvingstermijnen gebaseerd op
technische levensduur, risico’s beter inschatten, betere liquiditeitenplanning
maken. Hier merkt niemand wat van, maar levert wel op. Puur boekhoudkundige zaken.
Meteen doen luidt het devies. - Stap 2: De kaasschaaf. Een
teveel – en vaak te snel – gebruikte methode is simpelweg een percentage (vaak
niet meer dan 5%) van de formatie te schrappen. Dit leidt echter niet tot
verlies van medewerkers, omdat het eenvoudig met natuurlijk verloop op te
vangen is. Dat kan door het niet invullen van ontstane of bestaande vacatures.
Het besluiten om mensen die over één of twee jaar met pensioen gaan niet te
vervangen werkt uiteraard als slechte motivator en leidt tot een gevoel van
nutteloosheid. Vaak is de eerste reactie op de ‘kaasschaaf’ de vraag: “Met welke
activiteiten stoppen we dan?” - Stap 3: Laaghangend fruit
plukken. Stoppen met overbodige uitgaven is altijd goed, maar zet doorgaans
weinig zoden aan de dijk. Dure feestjes en luxe catering kunnen versoberd
worden. Nieuw meubilair kan uitgesteld worden en de koffie kan uit plastic
bekers in plaats van porselein gedronken worden. Een zeer zichtbare methode en
uitstekend om een sence of urgency te
creëren binnen de organisatie, maar zeker niet de grote bezuinigingspost. - Stap 4: De ‘klok’ met
leveranciers gelijk zetten. Dat betekent niet dat leveranciers moeten
worden uitgeknepen, maar wel ervoor zorgen dat je een professionele
opdrachtgever bent. Weten wat de afspraken zijn met leveranciers, en op de
hoogte zijn van actuele marktontwikkelingen. Betaal je een marktconforme prijs
of kan er bespaard worden door beter in te kopen. Scherp contractmanagement levert
al enorme – en vooral structurele – besparingen op. Het doet geen pijn in de
eigen organisatie en is toch een effectieve en intelligente manier van
besparen. - Stap 5: Procesoptimalisatie.
Slimmer (effectiever en efficiënter) gaan werken. Dat betekent hetzelfde
blijven doen met dezelfde output (zowel kwantitatief als kwalitatief), maar dan
met minder mensen. Een intelligente manier van bezuinigen met structurele
impact. Let op: dit is niet hetzelfde als de zogenaamde “kaasschaafmethode” waar zonder diepere analyse een bepaald
percentage van de mensen overbodig raakt. Uiteraard blijft hierbij ook de vraag
wat er gebeurt met de vrijgespeelde medewerkers. Zolang ze op de loonlijst
blijven staan gaan hun kosten gewoon door. -
Stap 6: Minder extern inkopen.
Inkoop kent een P (prijs) en een Q (hoeveelheid) component. In stap 1 is er
gekeken naar de P. In deze stap kijken we naar de Q. De impact daarvan is vele
malen groter. Door kritisch naar je processen te kijken (zoals je in stap 2
hebt gedaan) blijkt dat je veel minder hoeft in te kopen. Dit gaat met name op
voor het zogenaamde personeel-niet-in-loondienst (PNIL). Dat scheelt een
behoorlijke slok op een borrel. De capaciteit van de eigen medewerkers die je
hebt weten vrij te spelen door procesoptimalisatie, kun je sowieso gebruiken om
het dure PNIL te reduceren. - Stap 7: De kerntakendiscussie.
Als het dan echt niet meer anders kan, moet je je gaan bezinnen op taken die
worden uitgevoerd en afvragen wat de maatschappelijke functie is die je
eigenlijk zouden willen of moeten vervullen. Dit leidt tot inzicht en daardoor
voornamelijk tot discussie. Helaas meestal niet tot besluiten! Uiteindelijk wordt
er vaak gekozen om te stoppen met bepaalde taken die wettelijk niet verplicht
zijn waardoor de eigen formatie- en/of subsidielasten verminderen.
Er is nog heel veel werk aan de winkel voor de
overheid om niet in rap tempo verder achter te raken op de bezuinigingsplannen.
Als dit wel gebeurt is ook een onredelijke noodgreep te verwachten om in een
keer wel te voldoen aan de begroting.
Een noodgreep die waarschijnlijk vooral
de burger gaat voelen. Om dit te voorkomen zullen overheden nu juist moeten
starten met de structurele oplossingen die ervoor zorgen dat er met minder net
zoveel, maar misschien zelfs wel meer, gedaan kan worden. Slimmer werken in
plaats van schrappen dus!
michel says
@ in de Lift, Dat is juist het punt wat ik bedoel in mijn beide reacties. to Preform you have to know to know you have to be. Er word te snel een beslissing genomen op Cijfers ipv op situaties.
door kritischer te kijken naar situaties en ter plekke hierin het management te verbeteren ga je hiermee al resultaten zien. het constructieve denken en creatieve denken word nu in de hoek gesmeten en overruled door de cijfers. Het durven openenen van een Opinie landelijk over vraagstukken blijft nu uit. Reden is dat we niet weten om te gaan met de gedachten gangen en uitgaan van de eigen kracht…..
In de lift? says
Als overheid bepalen we altijd maatregelen achteraf op incident of rond begrotingen. Als overheid dien je net als Zeeuwse meisje te denken. Geen centje teveel hoor en meer gehoor te geven aan je bevolking en wat meer terug te kruipen in het slakkenhuis in plaats van haantje de voorste te spelen. Het voortvarende Riddergedrag komt steeds meer bij de media en hierdoor worden burgers heel kritisch en verhard de samenleving. Maar men durft niet kritisch te zijn naar haar eigen interne organisatie de externe betrekkingen en de overweldigende uitgaven van lokale gemeenten. Het gevolg hierop is inkomsten generen door aanpassing van wet en regelgeving.
Michel says
de focus word gelegd op verkeerde zaken zoals ik al eerder vermelde. Er kunnen miljoenen bezuinigd worden op dingen die zo onbenullig lijken en vanzelfsprekend. Dat deze worden overgeslagen. Lantarenpalen uitzetten gaat wat ver, maar het syteem hierin verbeteren is wel een idee “middels een sensor ” Daarmee is berekend dat er meer dan 40% minder strooom verbruikt gaat worden.. Wil die energie rekening wel eens inzien dan 😉
constructief nadenken met meer mensen dan alleen die 1ste en 2de kamer zou Nederland geen kwaad doen. We leven toch in een Democratisch land ?!
Michel says
To preform you have to know, to know you have to be. Procesoptimalisatie en het bezuinigen moet meer gebasseerd worden op ervaringen van de Consument en de werknemer. hierin liggen grote slagen die behaald kunnen worden. Inkoop-beleid en verkenningen houden op de markt zijn hierin in mijn optiek ook een HOT topic.. hoe kan het dat een algemene rekenkamer het beeld schetst en niet de gemeente zelf aankomt met een constructief plan om verbeteringen door te voeren. Het leven op Eilandjes veroorzaakt verschil in processen. Uiteindelijk komt het uit de zelfde portemenee en moet er meer in groepsverband gedacht worden..