De financiële positie van de lokale overheden is afgelopen periode niet ingrijpend gewijzigd. In 2014 is over het algemeen sprake van een stabilisatie van de financiële positie en is de verslechtering van de financiële positie in de periode 2009 – 2012 gestopt.
Dit blijkt uit de Trendanalyse van accountantsbureau Deloitte.
Planningsoptimisme
Volgens de accountants voeren de meeste gemeenten, provincies en waterschappen ‘een voorzichtig begrotingsbeleid en verwerken tussentijds in hun begrotingen vooral tegenvallers, waardoor het begrote saldo van baten en lasten inclusief wijzigingen nog negatiever uitpakt.’ De werkelijkheid laat echter zien dat er bij de meeste gemeenten, provincies en waterschappen sprake is van onder andere meevallers die er voor zorgen dat het werkelijke resultaat minder negatief is dan werd verwacht in de begroting. Tevens is er ook sprake van ‘planningsoptimisme’ voor de realisatie van activiteiten en investeringen. In de praktijk neemt de realisatie van met name investeringen veel meer tijd in beslag dan de termijn waarmee lokale overheden rekening houden.
Jaarlijks onderzoekt Deloitte de actuele financiële positie van gemeenten, provincies en waterschappen op basis van de jaarrekeningen en begrotingen.Opvallend is dat de lokale overheden gezamenlijk in werkelijkheid ten opzichte van de oorspronkelijke begrotingen 2014 een voordelig resultaat van circa € 1,0 miljard hebben gerealiseerd. Rekeninghoudend met de tussentijds vastgestelde begrotingswijzigingen is zelfs sprake van een voordelig resultaat van circa € 2,0 miljard. Dit zelfde patroon is zichtbaar bij het EMU-saldo (= financieringssaldo). Voor 2014 verwachtten de lokale overheden een EMU-saldo tekort van circa € 3,7 miljard. In wekelijkheid is het EMU-saldo in 2014 circa € 2,0 miljard lager.
Schulden
De schulden van de lokale overheden zijn de afgelopen jaren behoorlijk toegenomen. In 2014 is voor het eerste sinds lange tijd de gezamenlijke brutoschuld van de lokale overheden afgenomen met een bedrag van € 0,5 miljard. Deze mogelijke trendbreuk is nog niet te zien bij de gezamenlijke nettoschuld (bruto schulden minus bij derden uitgezette gelden).
Financiële positie
De financiële posities van de lokale overheden verschillen sterk. In het algemeen zijn de provincies erg weerbaar, met aanzienlijke financiële reserves en een lage schuldpositie. De waterschappen hebben een hoge schuldpositie en een lage reservepositie. De middelgrote (50.000+) en grote gemeenten (100.000+) en gemeenten met een zwakkere sociale structuur zijn relatief zwaar getroffen door de economische crises in de afgelopen vijf jaar en hebben grotere verliezen geleden op hun grondexploitaties. Dit heeft een nadelig effect op het eigen vermogen en de nettoschuld van deze gemeenten, signaleren de accountants.
Geef een reactie