De Raad voor de Financiële verhoudingen stelt in een advies voor om de financiering van gemeenten te veranderen. Omdat gemeenten er meer taken bij krijgen is het huidige model achterhaald
Gemeenten zijn voor hun inkomsten sterk afhankelijk van het Rijk. Zij hebben in de afgelopen 20 jaar veel taken erbij gekregen, maar hun financiële ruimte is hetzelfde gebleven. De Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) wil deze situatie ter discussie stellen.
Nieuwe denkrichting
In het stuk ‘Wel Zwitsers, geen geld?’ schetst de Rfv een nieuwe denkrichting voor de bekostiging van gemeentelijke taken. Met dit stuk wil de Rfv een bijdrage leveren aan de discussie die de fondsbeheerders over het gemeentefonds willen openen, die verder gaat dan het gemeentefonds alleen.
De manier waarop gemeenten hun taken nu bekostigen, is, volgens de Raad, gebaseerd op ‘gestolde, vaak onbewuste, principes’. Deze zijn het duidelijkst tot uitdrukking gekomen in de Financiële-verhoudingswet 1997. Sinds die tijd zijn er vele ingrijpende ontwikkelingen geweest: bestuurlijk, maatschappelijk en economisch. De actualiteit laat zien waar dit knelt.
Meer autonomie voor gemeenten
De Raad stelt dat gemeenten zelf hun bestuur, huishouding en uitvoering mogen regelen. Dit is geregeld in de Grondwet. Daarin is echter ook vastgelegd dat het Rijk aan ze kan opdragen om taken uit te voeren (medebewind). Door decentralisatie te stimuleren wordt bestuur zo dicht mogelijk bij de burger gebracht. Daarnaast is een doelmatige besteding van belastinggeld belangrijk; dit kans soms juist pleiten voor centralisatie. Bijvoorbeeld vanwege de beheersing van overheidsuitgaven of vanwege schaalvoordelen.
Burger centraal
In een toelichting zegt de Rfv dat bestuur zo dicht mogelijk bij de burger moet staan; het bestuur is er immers namens hem. Belangen van verschillende burgers lopen echter uiteen. Dan is het belangrijk dat deze zorgvuldig en op het juiste (schaal)niveau tegen elkaar afgewogen worden. Het niveau van het Rijk is voor veel taken te ver weg. Zeker als het de persoonlijke levenssfeer of de directe woonomgeving betreft, zijn gemeenten het aangewezen niveau.
Gemeenten hebben dan wel beleidsvrijheid nodig, anders had de afweging net zo goed bij het Rijk kunnen liggen. Beleidsvrijheid kan tot verschillen tussen gemeenten leiden.
Geef een reactie