Sinds enkele jaren werkt de gemeente Rotterdam gebiedsgericht. De gedachte is dat problemen en behoeften per wijk verschillen en dat daarom in het beleid maatwerk is vereist. De belofte is onvoldoende waargemaakt en met huidige ontwikkelingen als de bezuinigingen staat maatwerk onder druk.
Dit concludeert de Rekenkamer Rotterdam in haar rapport ‘wijken voor de stad. realisatie van beloften gebiedsgericht werken.’
Ruim vier jaar geleden startte de gemeente met gebiedsgericht werken. De gedachte is dat problemen en behoeften per wijk verschillen en dat daarom in het beleid maatwerk is vereist. Door vraaggericht te werken, kan het maatwerk worden gerealiseerd. Bovendien zou met deze manier van werken voor de burger snelle en zichtbare resultaten moeten worden gerealiseerd.
Uit het onderzoek blijkt dat burgers wel op een of andere manier bij de opstelling van algemene wijkplannen worden betrokken, maar vaak niet bij het formuleren van de aanpak van concrete problemen en de uitvoering daarvan. Ook worden burgers nu niet vaker bij de planvorming betrokken, dan voorheen. Hierdoor is het vraaggericht werken nog onvoldoende van de grond gekomen. Van de onderzochte projecten die in het kader van gebiedsgericht werken worden uitgevoerd, is er geen enkele waarvan de beoogde resultaten volledig zijn gerealiseerd.
Dat de beloften van gebiedsgericht werken nog onvoldoende zijn waargemaakt, komt doordat deze manier van werken bestuurlijk en ambtelijk niet stevig genoeg is ingebed. Zo zijn de gemeente en haar werkprocessen nog hoofdzakelijk naar deelbelangen (sectoraal) en niet gebiedsgericht ingedeeld. Verantwoordelijke ambtenaren bij de deelgemeenten en diensten hebben onvoldoende instrumenten om hiertegen en tegen centrale stedelijke druk tegenwicht te bieden. Daarnaast nemen deelgemeenten activiteiten in hun wijkplannen op die zich niet goed lenen voor gebiedsgericht werken. Het maatwerk voor de wijk komt bovendien extra onder druk te staan door recente bezuinigingen waarbij werkprocessen worden gestandaardiseerd.
Aanbevelingen
De rekenkamer beveelt onder meer aan gebiedsgericht werken te beperken tot niet-reguliere activiteiten (het maatwerk) en burgerbetrokkenheid vooral te organiseren bij kleinschalige projecten zoals de Groene Hofjes in Overschie. Hierin kregen bewoners substantiële invloed in het ontwerp en inrichting van het groen rondom hun woningen. De overige aanbevelingen zijn erop gericht om de centrale (stedelijke) druk in het gebiedsgericht werken te verminderen.
College
In zijn reactie neemt het college de meeste aanbevelingen niet over. Het kiest voor een brede invulling van gebiedsgericht werken. Hiermee blijft naar het oordeel van de rekenkamer de centrale druk bestaan. Verder oordeelt de rekenkamer dat het gebiedsgericht werken nu meer naar binnen is gericht (op de werkwijze binnen de gemeentelijke organisatie) en dat de oorspronkelijke ambitie om voor de burger zichtbare resultaten te boeken is ondergesneeuwd.
Burgerparticipatie wordt pas aan het eind van de collegeperiode onderdeel van gebiedsgericht werken. Naar het oordeel van de rekenkamer betekent dit dat invloed van de burger blijkbaar voor het college geen prioriteit meer heeft bij het gebiedsgericht werken.
Geef een reactie