Er komt een nieuwe subcultuur binnen het inkoopspectrum: die van inkopers die zich bezig houden met het ‘sociale domein’ van gemeenten. Juist deze groep staat onder druk.
Hoe iemand zijn competenties ook hebt ontwikkeld, niemand vindt het leuk om asociaal genoemd te worden. Hóe je je competenties ook hebt ontwikkeld, niemand vindt het leuk om asociaal genoemd te worden. Of het nou gaat om de HEMA (die eenzijdig 4% korting en 120 dagen betalen ‘afkondigde’), om Geert Wilders (die ongegeneerd ‘Minder-Minder-Minder’ laat scanderen), of om Poetin (de in no-time de Krim annexeerde). Drie voorbeelden waarop de term ‘asociaal’ van toepassing is.
Het is eenvoudig om asociaal gedrag te benoemen. Veel moeilijker dan sociaal gedrag. Sociaal is geaccepteerd en dus de norm. De ‘sociale’ politieke partijen zijn eigenlijk niet zozeer vóór sociaal, als wel tégen asociaal beleid. Kennelijk is dat al onderscheidend genoeg.
Strategie
Inkopers hebben van nature de behoefte om in te schatten hoe de machtsverhouding ligt ten opzichte van hun leveranciers. Op basis daarvan bepaal je je strategie. Je gaat weloverwogen met zijden handschoentjes óf met het mes op tafel het gesprek in. Het onderhandelt lekkerder naar mate je onafhankelijker van een leverancier bent.
Nu ontstaat er op dit moment een nieuwe subcultuur binnen het inkoopspectrum: die van inkopers voor nieuwe, sociale taken. U weet wel, voor de taken die in het kader van de decentralisatie vanuit het Rijk naar de gemeenten gaan (Jeugdwet, Wmo en Participatiewet). Vanaf 1 januari 2015 kopen de gemeenten zelf de zorg- en welzijnstaken in.
Zo ontstaat een bijzondere situatie waarin op dat moment contracten met leveranciers afgesloten en geïmplementeerd moeten zijn. Saillant detail: er is dan 25% minder budget beschikbaar voor die diensten dan nu. De spanning onder inkopers neemt hierdoor toe: zij moeten de besparingsdruk verenigen met het uitgangspunt van ‘een zachte landing’ (alle zorgafnemers blijven in eerste instantie bij hun ‘eigen’ aanbieder).
Je moet er voor de kosten dus met een gestrekt been in (hefboom segment) maar je mag geen averij oplopen; paradoxaal.
Macht in de keten
Als inkoper in het ‘sociale domein’ moet je dus de competentie beheersen om op eieren te lopen. Je moet heel goed begrijpen hoe de wetten in elkaar zitten, hoe de marktverhoudingen liggen, wie de ‘macht in de keten’ heeft, hoe de kostenstructuur in elkaar zit, welke belangen de gemeenteraad heeft, en ga zo maar door. Een complexe opgave, met een grote sociale verantwoordelijkheid.
Ben je dan asociaal als je een inkoopstrategie opstelt die een kostenreductie van 25% bewerkstelligt? Of ben je asociaal als je het niét doet, waardoor de zorgafnemers 25% minder zorg geleverd kunnen krijgen?
Eén ding is duidelijk: het wordt nog flink doorwerken voor de inkopers om het allemaal op tijd geregeld te hebben. Je bent er niet met een aanbesteding in de markt zetten en je vaste riedeltje af te draaien. Relatief onbekende methoden als maatschappelijk en bestuurlijk aanbesteden vergen nog de nodige juridische en maatschappelijke kennis. Voor de zorgaanbieders geldt overigens hetzelfde. Zij zullen (voor het eerst) strategische keuzes moeten maken en met tendermanagement gaan inschrijven om hun werk zeker te stellen.
Ik zie nog wel wat uitdagingen voor alle sociale partijen!
H Marchand says
Veel zal afhangen van het kunnen loskomen van kaders (ook wat doorklinkend in dit verhaal) waarin toch veel inkopers zitten. Vaak toch wat ex-controllers met een 2 dagdelen cursus over de ‘zachte sector’ en een wat beperkt handelingsrepertoire. Wellicht moet je helemaal ‘verse’ mensen hebben die echt op het snijpunt van het publieke en bedrijfsmatige domein gevormd worden en kritisch blijven op alles wat er nu aan modellen wordt uitgestort over gemeenten door hongerige adviseurs.
J Jonker says
Voordat de inkoper in dit domein actief wordt zullen raad en college toch de kaders moeten aangeven waarbinnen de gemeente mag en kan opereren. Het budget wat de gemeente overkrijgt van het rijk is dan wel gekort maar dat betekend niet dat ook de gemeente niet meer geld uit kan trekken voor dit domein. Daar is een gemeente nog altijd autonoom in. Als inkoper zou ik, voordat ik een aanbesteding op start, bij raad en college informeren hoe groot de speelruimte is voordat we gaan uitvragen. Daarmee voorkom je dat verwachtingen over en weer niet beschaamd worden. De eerste zet is dus aan de politiek en daarna aan de inkoper.
c smiesing says
Mijn interesse is gewekt. Over welke wegen heeft u het?
h.d. eleveld says
Het zal los van het inkoopproces nog een ware kunst worden om de aangegeven besparing te bereiken met eenzelfde bestand aan afnemers en verzorgenden.
Hoe voorkom je dat overheden in strijd handelen met wetgeving die verplicht tot het hanteren van redelijke arbeidsvoorwaarden? Ook al wordt elke hulpverlener automatisch Zelfstandige Zonder Poen dan nog geldt dat dezelfde of overeenkomstige arbeidsvoorwaarden van toepassing zouden moeten zijn.
Om het geheel in goede banen te leiden is leiding nodig, oftewel overhead. Als dan ook het organisatiemodel als zodanig bureaucratiserend werkt (met de verlichte wijkverpleegkundige en de wijkteams) dan gaan de hulpuren omlaag. Daar helpt geen sociale of asociale inkoper aan…