In 2013 verwachten de gemeenten gezamenlijk bijna 1,7 miljard euro uit te geven aan kunst en cultuur, 3,7 procent minder dan in 2012. Het bedrag dat besteed wordt per inwoner neemt af van 103 euro tot 98 euro.
Met de lagere netto-uitgaven aan kunst en cultuur bezuinigen de gemeenten dit jaar in totaal 63 miljoen euro. Ook in 2011 en 2012 gaven de gemeenten minder uit aan kunst en cultuur, de besparingen bleven toen echter beperkt. Van 2004 tot 2010 namen de bestedingen ieder jaar nog toe.
Bij twee derde van de gemeenten krimpen de uitgaven aan kunst en cultuur in 2013, bij de overige stijgen deze of blijven ze gelijk. Gemeenten hebben een grote beleidsvrijheid op het terrein van kunst en cultuur, omdat voor deze voorzieningen vrijwel geen wettelijke verplichtingen zijn. Het is dus niet landelijk beleid dat zorgt voor de daling, maar het zijn beslissingen van de afzonderlijke gemeenten zelf.
Groot en klein
Hoe groter het inwonertal van een gemeente, hoe meer er doorgaans per inwoner naar kunst en cultuur gaat. Zo zijn de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Den Haag met 13 procent van de inwoners, goed voor 28 procent van de netto-bestedingen op het gebied van kunst en cultuur. Per inwoner spenderen deze gemeenten hieraan zo’n 207 euro, ruim twee keer zoveel als het landelijk gemiddelde.
De allerkleinste gemeenten zijn relatief veel kwijt aan kunst en cultuur, gemiddeld bijna 100 euro per inwoner. Dit komt doordat vier van de zes gemeenten met minder dan 5 duizend inwoners Waddeneilanden zijn. Deze hebben culturele voorzieningen voor de vele toeristen die de eilanden bezoeken.
Geef een reactie