De praktijk van de Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan (KVU) voldoet in beperkte mate aan de voorwaarden voor veilig-uitgaansbeleid.
Dit concludeert Regioplan, dat in opdracht van het Wetenschappelijk Onderzoek en Documentatiecentrum (WODC), de KVU evalueerde. Hierbij zijn KVU’s onderzocht die in 2008 of eerder zijn gestart.
Effectief veilig-uitgaansbeleid?
Het onderzoek naar de KVU moet de voorwaarden voor een effectief veilig-uitgaansbeleid in beeld brengen. Hierdoor moet duidelijk worden of de huidige opzet van de KVU effectief kan zijn en waar verbeterpunten liggen. De KVU bestaat uit een landelijk beleidsprogramma met landelijke georganiseerde ondersteuning en uitwerking door lokale partners.
De KVU-praktijk voldoet in beperkte mate aan de voorwaarden voor veilig-uitgaansbeleid:
- Er is weinig zicht op de effectiviteit van de ingezette maatregelen.
- Enkele aspecten van de samenwerking doen afbreuk aan de effectiviteit door verschil in doelen en belangen, beperkte intensiteit/frequentie overleg en beperkte hiërarchie.
- De landelijke ondersteuning is niet zodanig ingericht dat de effectiviteit van de lokale uitvoering wordt bevorderd.
Grotere rol landelijke ondersteuning
De onderzoekers geven aan dat de onderzochte praktijk betrekking heeft op KVU’s die in 2008 of eerder zijn ingezet. Meer recent is een grotere rol van de landelijke ondersteuning toebedacht aan het CCV. Het CCV legt volgens de onderzoekers meer dan KHN nadruk op een aantal belangrijke proceskenmerken, zoals een veiligheidsanalyse, evaluatie van maatregelen en kennisdeling. Dit kan de kennisbasis van het beleid versterken.
De onderzoekers benadrukken dat een landelijke ondersteuningsorganisatie de samenwerkingen moet mobiliseren en stimuleren. De beschikbaarheid van kennis is daarbij van groot belang.
Geef een reactie