Gemeenten in Nederland stellen jaarlijks van 65 duizend personen vast dat ze zowel uit de gemeente zijn vertrokken zonder dat te melden als na vertrek in geen enkele andere gemeente staan ingeschreven.
Doorgaans zijn dit jonge mannelijke allochtonen van wie de helft binnen twee jaar weer opduikt, al dan niet in de oorspronkelijke woonplaats.
Aantal met onbekende bestemming vertrokken personen, 1995-2010:
Allochtone mannen
De laatste jaren hebben zich bijna 65 duizend personen na vertrek uit een gemeente niet afgemeld en ook in geen enkele andere gemeente weer aangemeld. Dit is bijna twee keer zoveel als eind jaren negentig. De in 2002 ingezette toename hangt deels samen met de toename van de geregistreerde emigratie.
Ruim twee derde van de groep die in 2010 als
Van 1999-2008 ‘vertrokken-onbekend-waarheenmeldingen’, naar geslacht, herkomst, leeftijd en wel of niet terugkeer binnen 2 jaar:
De helft van de bijna 550 duizend personen die tussen 1999 en 2008 met onbekende bestemming vertrokken zijn, is binnen twee jaar weer opgedoken. Een groot deel staat zelfs binnen een half jaar weer ergens in Nederland ingeschreven. Autochtonen, mannen en 15-24-jarigen keren het vaakst terug. Vooral van westerse allochtonen blijft vaak de verblijfplaats onbekend, drie kwart van hen keert niet meer terug in de gemeentelijke administraties. Verder zijn het vooral kinderen, ouderen en vrouwen die niet terugkeren.
Met onbekende bestemming vertrokken personen met een baan, uitkering of onderwijsvolgend één jaar voor melding, 2000/2008:
Een derde had een baan
Een derde van de personen die werden geregistreerd als vertrokken met onbekende bestemming had een jaar daarvoor een baan en een op vijf had een uitkering. Verder volgde een klein deel hoger onderwijs of was nog niet in Nederland ingeschreven. Van ongeveer de helft is niet bekend wat zij in Nederland deden in het jaar voor de melding dat ze met onbekende bestemming waren vertrokken.
Ambtenaar 2.0 says
De mensen met een puntadres worden hier even niet meegeteld?