Gemeenten hoeven voorlopig niet te rekenen op structureel extra middelen vanuit het Rijk. Dat maakt minister Ollongren van Binnenlandse Zaken duidelijk in een brief aan de Tweede Kamer.
Het is de minister niet ontgaan dat lokale overheden luidkeels vragen om extra geld, zeker sinds het uitbreken van de coronacrisis. ‘Daarvoor vind ik het echter te vroeg: het is onzeker hoe het sociaal domein en de coronacrisis zich zullen ontwikkelen in de toekomst,’ schrijft ze hierover. ‘Daarnaast hebben gemeenten ook zelf een rol in de kostenbeheersing.’
‘Geen probleem’
De minister is over het geheel ’tevreden’, er zou ‘geen probleem’ zijn met de vermogenspositie of de schulden van gemeenten. Daarbij baseert ze zich op de jaarrekeningen. Zo bedroeg het ‘exploitatietekort’ van de gemeentelijke jaarrekeningen 200 miljoen euro in 2018. Acht gemeenten staan dit jaar onder verscherpt toezicht. ‘Dit is beperkt en wijkt niet af van de aantallen van de afgelopen tien jaar.’
Provincies: schrijnende maatregelen
De provincies schetsen als eerste toezichthouder op de gemeentefinanciën een minder rooskleurig beeld. ‘De druk op de gemeentelijke financiën is duidelijk zichtbaar. In meerdere provincies wordt melding gemaakt van schrijnende en verregaande maatregelen bij gemeenten om hun begrotingen toch sluitend te krijgen,’ stellen ze in een verslag dat de Kamer eveneens ontving.
Interen op kwaliteit
Dat het aantal gemeenten onder verscherpt toezicht nog niet omhoog is geschoten, is volgens de provincies te danken aan bezuinigingen. Die hebben wel degelijk een prijs, benadrukken ze. ‘Wél zien wij dat gemeenten flink interen op de kwaliteit van maatschappelijke dienstverlening, zowel binnen als buiten het sociaal domein. Wij maken ons daar ernstige zorgen om, omdat dit het vertrouwen van inwoners in het openbaar bestuur uitholt.’
Geef een reactie