Burgerparticipatie. Dat wordt meestal van bovenaf door gemeenten aan burgers opgelegd om te bezuinigen, is de conclusie. “Het kan ook bottom-up.”
Aan het woord is Jan-Willem Wesselink, ‘hoofdlaborant’ van
het Kennislab voor Urbanisme, een onderzoeksbureau gespecialiseerd in het
bedenken van innovatieve oplossingen voor moderne problemen. Het afgelopen half
jaar deden studenten voor het kennislab onderzoek naar wijken waarin gemeenten
steeds minder investeren. Wat kunnen de bewoners zelf en hoe moeten ze dat
aanpakken, was de vraag.
De eerste vraag: urbanisme?
“Ja, wij kijken naar de samenhang tussen het fysieke,
economische en sociale in de wijken. Dus niet alleen naar een buurthuis, maar
ook naar de verschillende functies ervan en dat door een commerciële bril.”
Wat is het probleem in de wat oudere wijken?
“Over tien of twintig jaar is de bevolkingsopbouw radicaal anders.
De oorspronkelijke bewoners zijn dan massaal vertrokken en wie de nieuwkomers
zijn weet niemand. Verder zie je dat gemeenten minder werken vanuit het
maakbaarheidsideaal, vaak gedwongen door bezuinigingen.”
En de oplossing?
“Het is opvallend: marktwerking wordt de redding voor wijken die
zijn gebouwd vanuit de linkse jaren-’70-idealen.”
Verklaar je nader?
“Het begint ermee dat het algemeen belang moet worden gekoppeld
aan het eigen belang. Allereerst moeten de bewoners van die wijken inzien dat
de wereld is veranderd en de overheid niet alles kan regelen voor burgers. Dat
kan een gemeente bijvoorbeeld doen door een onderzoek te laten uitvoeren. Dat
hoeft ook niet duur te zijn. Zo maakt de lokale overheid inzichtelijk waarom ze
meer regie bij haar inwoners legt.”
Maar hoe dan?
“Door mensen aan te spreken op de waarde van hun bezit, of juist
op de waardedaling als het voorzieningenniveau daalt in hun wijk. Het wordt
door ons de ReViEW-methode genoemd. Een scriptie over dit plan van aanpak is
aan te vragen via onze website.”
Zitten inwoners er wel op te wachten het zelf te gaan doen?
“Het is een realistische kijk op een bestaande ontwikkeling. Als
je iets wilt in jouw wijk dan kan je hiervoor kiezen. De gemeente kan dit stimuleren, in ieder geval door goede communicatie over de
mogelijkheden.”
En verder?
“Ze zouden het startkapitaal kunnen subsidiëren. Het opzetten van
een bedrijfje dat zich gaat inzetten voor de wijk is het grootste obstakel.
Daarna moet dit werken zonder subsidie, of misschien met een heel klein
beetje.”
Hoe werkt dat in de praktijk?
“Je moet op zoek naar een Peter Verbeter, zoals wij dat noemen,
een soort oliemannetje die zaken voor elkaar krijgt. Een commercieel ingesteld
persoon, die weet hoe de hazen lopen en sociaal is. Hij of zij wordt betaald
door de inwoners van de wijk. Vervolgens gaat hij op zoek naar oplossingen voor die wijk. Uit onze verkenning in Amersfoort blijkt dat hier
best animo voor is. In Engeland wordt dit al gedaan.”
En in Nederland?
“Er worden momenteel stappen genomen om dit ook
hier in de praktijk te brengen.”
Geef een reactie