De oprichting van een overheidsaccountant voor gemeenten, zoals voorgesteld door de VNG, is een plan waaraan te grote nadelen kleven. Dat stelt de Commissie toekomst accountancysector, die donderdag haar eindrapport presenteerde.
De commissie overhandigde het advies getiteld Vertrouwen op controle aan minister Hoekstra van Financiën. Het beschrijft de toekomst van de accountancy, waaronder de controle op overheden. De problemen van lokale overheden bij het vinden van een accountant, zouden het best op te lossen zijn met een aanwijzingsbevoegdheid voor het kabinet. Hiermee kan in het uiterste geval verplicht een accountant aan het werk worden gezet.
De commissie houdt daarmee vast aan de oplossing uit haar eigen tussenrapport. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) droeg het plan voor controles ‘van overheidswege’ aan als reactie daarop. Maar de commissie ziet zo’n publieke auditdienst, die gemeenten dan zouden kunnen inhuren, niet zitten wegens de spanning met de accountantsmarkt.
Plan nekt de concurrentie
De commissie heeft ‘overwegende bezwaren ten aanzien van het in concurrentie treden van een publieke aanbieder met private partijen indien de keuze voor de overheidsaccountant optioneel wordt’. De overheidsaccountant zou voor gemeenten aantrekkelijk kunnen blijken, ‘bijvoorbeeld vanwege de afwezigheid van een winstoogmerk’. De concurrentie helemaal uitschakelen door de overheidsaccountant verplicht te stellen, zou te draconisch zijn. ‘Voor een verplicht gebruik van een overheidsaccountant ziet de commissie aanleiding noch breed draagvlak.’
Monopolie slecht voor kwaliteit
De marktverstoring zou ook volgens de provincies, belast met het bestuurlijk toezicht op de gemeentefinanciën, ongewenst zijn. Concurrentie bevordert namelijk de kwaliteit, denken zij, hoewel de accountants juist onder het vergrootglas liggen omdat de kwaliteit van hun werk al jaren tekortschiet volgens de toezichthouder AFM. Maar in een verstoorde markt of onder een publieke monopolist, zou de situatie alleen maar erger worden voor gemeenten.
De provincies hebben hierover gezegd: ‘Groot nadeel is dat vanwege de monopoliepositie in deze organisatie minder leereffect zal worden ondervonden van andere bedrijven en instellingen. Innovatie en professionaliteit gedijt beter in een private en concurrerende markt.’ De commissie deelt deze zorg.
Geef een reactie