Staatssecretaris Jetta Klijnsma weerspreekt de kritiek van de VNG dat het niets gaat worden met de Participatiewet. “De bezuiniging wordt uitgesmeerd over heel wat jaren.”
Klijnsma is te gast bij de jaarlijkse projectenparade van stichting Stimulansz. De aanwezigen werken binnen het zogeheten sociale domein. Vooral de term integraal werken is vaak te horen, maar kan dat eigenlijk wel, is de vraag aan de staatssecretaris. Jawel, denkt Klijnsma. Dat komt goed.
“Momenteel hebben gemeenten nog niet voldoende ruimte en middelen om dit zo uit te voeren, maar die komen er aan.” Hiermee zou de lokale overheid van de Participatiewet een succes kunnen maken. De bezuiniging die gepaard gaat met het decentraliseren van de taken wordt dan nog wel als een hobbel gezien, maar “de bezuinigingen worden uitgesmeerd over heel wat jaren”, zegt Klijnsma.
Weerstand
De staatssecretaris begrijpt de weerstand van lokale bestuurders wel. “Alle vragen komen bij gemeenten terecht. Dan begrijp ik goed dat bestuurders van gemeenten zeggen: bekijk het maar, Klijnsma. Jij gooit het bij ons over de schutting. Toch weet ik dat gemeenten dit kunnen. Dit is niet alleen in het ministerie bedacht. Een goed wet komt tot stand door wat er leeft en de samenleving.”
Een belangrijke voorwaarde voor het succes is de samenwerking van het bedrijfsleven. Een verschil met de Wet werken naar vermogen is dan ook “de worst maar vooral ook de stok” zoals die nu in de Praticipatiewet zijn gesleuteld met het quotum voor mensen met een arbeidsbeperking, bijvoorbeeld.
“Misschien komt mijn wereldbeeld wel uit de jaren ’80, dacht Klijnsma hardop. Voor pas afgestudeerden was het indertijd lastig om werk te vinden. “Toch zag ik veel mensen vanuit de uitkering hele mooie dingen doen voor de samenleving. En het ergste is niet mee te doen. Dat voorkomen, is de schone taak voor gemeenten.”
Geef een reactie