Eén organisatie, meerdere gemeenten. De lokale overheid kiest steeds vaker voor ambtelijke samenwerking. Waarom?
Een recent voorbeeld. Vorige week kondigden Ommen en Hardenberg aan
de nu nog gescheiden organisaties per 1 juli 2012 volledig te integreren met
elkaar. De reden? Het verstevigen van de bestuurskracht en het onderliggende
streven efficiënter aan het werk te kunnen binnen de grotere organisatie. Er
moet namelijk ook bezuinigd worden, laten de gemeenten weten, die de colleges en
raden wel gescheiden houden.
Voordelen
Lokale bestuurders denken dat taken gezamenlijk beter worden
uitgevoerd, dat het minder gaat kosten en de gemeentelijke dienstverlening
verbeterd. Als het gaat om de uitvoering van bepaalde taken is het doel ook bijvoorbeeld
met het waterschap in de regio samen te werken. De backoffice wordt
geïntegreerd, maar de voorkant blijft in de huidige twee gemeentehuizen
aanwezig.
Samenwerken kan natuurlijk op verschillende terreinen.
Gemeenten kunnen alle taken gezamenlijk uitvoeren of voor één of een aantal
taken kiezen.
Parkstad Limburg
De acht gemeenten van het samenwerkingsverband Parkstad
Limburg is het onderwerp geweest van een beschouwing door gemeentesecretaris
Jean Schutgens en hoogleraar bestuurskunde Arno Korsten. Is het mogelijk om
samen te werken op het terrein van belastingen, waarom zouden gemeenten dat
eventueel doen en onder welke voorwaarden is dit succesvol mogelijk? Dat vragen
de schrijvers zich af.
“De Limburgse gemeenten lieten zich inspireren het
SETA-concept”, staat in hun beschouwing. “Samen en toch apart, een eenheid op
basis van heldere afspraken met het bestuur van de gemeenten, die het primaat
houden. Het gaat om slim de ambtenaren te delen in plaats van bestuurlijke
herindeling. Bundeling levert meer kracht op dan alleen werken, is het motto.”
Het concept gaat ervan uit dat de structuur de
doelstellingen van de partnergemeenten volgt. In Parkstad Limburg bestonden al
bestuurlijke en ambtelijke platforms om bepaalde kwesties te bespreken, ook de
gemeentelijke belastingen en sinds eind 2000 viel het woord samenwerking steeds
vaker.
Dienstverlening
De gemeenten lieten onderzoek doen naar de mogelijkheden,
een rapport dat in 2004 is verschenen. Uit het onderzoek bleek dat ze het beste
volledig konden samenwerken. Een gedeeltelijke samenwerking zou voor de grotere
gemeenten zelfs een verslechtering van hun dienstverlening betekenen, wat
natuurlijk juist niet de bedoeling was. De bedoeling was en is gebruik te maken
van elkaars sterke punten.
Eind 2004 wordt de intergemeentelijke samenwerking in de
steigers gezet. Er komt een bestuurscommissie van gemeentesecretaressen,
die leiding geeft aan de nieuwe uitvoeringsorganisatie. Zo heeft elke gemeente
haar eigen stem in het samenwerkingsverband.
Schutgens en Korsten zetten de voordelen op een rij:
- Samenwerking kan leiden tot efficiencyvoordelen en
kostenbesparing door als grotere contractpartner op te treden; - Personele kwaliteiten kunnen in een groter
samenwerkingsverband beter worden georganiseerd. Medewerkers krijgen
mogelijkheden om door te groeien en er zijn meer mogelijkheden om
specialistische kennis (innovatie) aan te trekken; - De continuïteit van de werkprocessen wordt door
samenwerking verbeterd door het verdwijnen van éénmansposten; - Applicatiebeheer kan worden geprofessionaliseerd;
- Ontwikkelingskosten krijgen een breder draagvlak en ‘het
wiel’ wordt maar één keer uitgevonden; - Het gezamenlijk delen van kennis;
- De mogelijkheden van het internet kunnen beter benut
worden.
Toch kan de samenwerking ook nadelen met zich mee te brengen:
- Vele bestuurders en ambtenaren hebben weinig ervaring met
het hanteren van - dienstverleningsovereenkomsten;
- Er zal planmatiger gewerkt moeten worden. De kans op
spontane acties daalt; - Er ontstaat een grotere afstand tussen het bestuur en de
uitvoering; - De standaardisatie van werkprocessen en producten kan de
eigen identiteit van het - gemeentebestuur doen verminderen;
- Het afleggen van politieke verantwoording wordt iets
ingewikkelder.
De financiële winst komt langzamerhand aan het licht. De belastingafdelingen
van de gemeenten hadden jaarlijks een budget 5,4 miljoen euro. Dit jaar is de
verwachting dat het 3,8 miljoen zal kosten. Door de gezamenlijke herwaardering
van het onroerend goed in de samenwerkende gemeenten moet nog eens een voordeel
van 400.000 euro worden toegevoegd.
Het was een lange weg, hier uitvoeriger
beschreven door Schutgens en Korsten, maar de voordelen lijken uiteindelijk zwaarder
te wegen dan de nadelen.
Geef een reactie