Gemeenten ontvangen sinds 2013 steeds meer verschillende uitkeringen van het Rijk, ondanks het streven naar vereenvoudiging. Dit blijkt uit de woensdag gepubliceerde Atlas rijksuitkeringen aan gemeenten van het COELO.
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, houdt jaarlijks de geldstromen van het Rijk richting lokale overheden bij. Jarenlang was er sprake van ‘een zeer forse daling van het aantal uitkeringen’, van meer dan vijfhonderd in 1980 naar 57 in 2013, schrijft het COELO.
Kleine potjes
‘De vermindering van het aantal uitkeringen is bewust beleid geweest, gericht op het vergroten van de decentrale beleidsvrijheid en het verminderen van verantwoordingsverplichtingen,’ vermeldt het rapport (pdf). Opvallend is daarom dat het aantal uitkeringen nu weer toeneemt, tot 78 in 2017. Het gaat om een bonte verzameling van vooral kleine potjes voor bijvoorbeeld ‘weerbaar opvoeden’, ‘dialoog sinterklaasintocht’ en ‘city deal zorg en veiligheid’.
Complexe verdeelsleutels
De rekenmeesters noemen dit ‘des te opmerkelijker’ omdat het voor de uitkomst niet veel lijkt uit te maken als de veelal kleine uitkeringen worden opgenomen in de veel grotere algemene uitkering uit het Gemeentefonds. ‘Het lijkt onnodig om zoveel verschillende, vaak complexe, verdeelstelsels te hanteren die tot uitkomsten leiden die grotendeels overeenkomen.’
Gemeenten ontvingen in 2017 ruim 34 miljard euro uit rijksuitkeringen. Dat bedrag is ongeveer gelijk gebleven sinds 2015, het jaar waarin lokale overheden voor het eerst fors extra middelen ontvingen vanwege de decentralisaties in het sociaal domein. Het aantal ‘specifieke uitkeringen’, waarvan de besteding door het Rijk wordt bepaald, is hierbinnen wél afgenomen.
Overheveling
Waar in 2010 nog 35 specifieke uitkeringen werden verstrekt, telde het COELO er vorig jaar nog slechts 16. Maar het beestje blijkt vaak slechts een andere naam te krijgen. ‘De vermindering van het aantal specifieke uitkeringen is deels tot stand gekomen door overheveling naar het gemeentefonds in de vorm van een decentralisatie-uitkering.’ Het verschil is wel dat de gemeente deze gelden desgewenst ook voor iets anders kan gebruiken.
Sommige van de uitkeringen zijn bestemd voor een specifieke gemeente; geen enkele plaats in Nederland maakt aanspraak op alle 78 uitkeringen. Koploper is Amsterdam met 26 van de zogenaamde decentralisatie- en integratie-uitkeringen. De meeste gemeenten ontvangen negen à tien van deze verschillende uitkeringen.
L.J.M.Sluijsmans says
De gemeente Kerkrade ontvangt in 2018 jaar € 837.500, – van het Rijk om 6500 gehandicapte en chronisch zieke burgers te compenseren voor het feit dat zij hun jaarlijkse verplichte eigen risico van € 385,- kwijt zijn. Sinds de overheveling van deze compensatie (WTCG-regeling) in 2014 van het Rijk naar de gemeente kon elke – daarvoor in aanmerking komende – inwoner van Kerkrade rekenen op € 125,- (inkomensonafhankelijk). Voor 2014 keerde het CAK deze tegemoetkoming uit. In 2014/2015 beloofde de gemeente Kerkrade de zgn. CER-regeling minstens t/m 2018 te respecteren. Op 4 juli (kort na de verkiezingen) heeft een meerderheid in de gemeenteraad echter besloten om de ruim 8 ton aan te wenden om het tekort in de jeugdzorg (totaal 3,8 miljoen) aan te vullen. Per brief is aan alle 6500 betrokken meegedeeld dat het extraatje met onmiddellijke ingang stopt. De spelregels worden plotseling eenzijdig veranderd. Een bezwaarschrift aan de Sector Maatschappelijke Zorg levert slecht een cryptische reactie op: “Wij begrijpen dat dit geen prettige boodschap is”. Geen verdere uitleg, geen excuus. Ook geen vermelding op de betreffende brief dat er binnen 6 weken een officieel bezwaar kan worden ingediend. Het vertrouwen van veel Kerkraadse inwoners in de plaatselijke bestuurders is tot nul gedaald; voor de verkiezingen nog trots melding maken van het toekennen van een CER-toelage, meteen na de verkiezingen meteen afschaffen. Hoezo, groeiende kloof tussen burger en bestuur ??