Uit onderzoek blijkt dat de verliezen voor gemeenten gigantisch kunnen oplopen. Meestal kan dit door de algemene reserves worden opgevangen, maar voor een aantal gemeenten dreigt artikel 12.
Deloitte heeft in opdracht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het Ministerie van Infrastructuur en Milieu de vraag onderzocht of, en in hoeverre, gemeenten de financiële effecten van de kredietcrisis hebben verwerkt in hun jaarrekening 2010 en begroting 2011.
Analyse
Uit de analyse van de jaarrekeningen van 2010 is te zien dat voor het eerst sinds jaren sprake is van het verwerken van financiële tegenvallers in de jaarrekeningen van gemeenten door verliezen en afboekingen in het grondbedrijf.
Waar in vorige jaren nog sprake was van (soms flinke) winsten uit het grondbedrijf, is 2010 het eerste jaar waarin voor alle gemeenten gezamenlijk sprake is van het nemen van (forse) verliezen. Daaruit blijkt dat gemeentenbegonnen zijn met het aanpassen en herontwikkelenvan plannen, temporiseren van faseringen en het uit de markt nemen van programma’s.
Scenario
Scenarioberekeningen geven aan dat de gemeentelijke verliezen op ruimtelijke plannen verder kunnen oplopen dan in 2010 becijferd, tot € 2,9 miljard. Dit wordt vooral veroorzaakt door het aanhouden van de crisis en het verwachte latere herstel wat een negatief effect heeft op de grondprijzen.
Hiermee hebben de meeste gemeenten nog geen rekening gehouden in hun ramingen. Daarmee zijn de verwachte verliezen circa € 500 miljoen groter dan in de rapportage van 2010.
Negatieve plannen
Bovendien wordt een groter deel hiervan gevormd door harde verliezen op negatieve plannen, dit zijn grondexploitaties met een voorzien negatief saldo, waarvoor direct dekking moet worden opgenomen.
• Het verwachte directe verlies op negatieve plannen loopt in onze berekeningen op tot € 1,8 miljard. In de jaarrekeningen is hiervan reeds circa € 760 miljoen genomen via voorzieningen in het grondbedrijf.
• Het verwachte indirecte verlies op positieve plannen wordt geraamd op € 1,1 miljard, daarvan is reeds € 130 miljoen verwerkt. Dit betreft verdamping van toekomstige winsten, die vaak mede de dekking vormden voor nieuwe ruimtelijke en infrastructurele plannen. Eind 2010 werd nog uitgegaan van circa € 3,6 miljard aan verwachte toekomstige winsten op positieve grondexploitaties.
Als deze financiële effecten zich zouden voordoen, dan is de totale reservepositie van circa 35 gemeenten naar verwachting niet meer toereikend om financiële tegenvallers in het grondbedrijf op te vangen. Artikel 12 dreigt voor deze gemeenten.
Geef een reactie