De Academische Werkplaats Risicojeugd (AWRJ) onderzoekt op verschillende plekken in Nederland welke rol gemeenten spelen bij de integrale aanpak van risicojongeren. Amsterdam heeft al zo’n aanpak en deelt conclusies en aanbevelingen.
De manier waarop gemeenten de rol invullen verschilt, aldus de AWRJ. Integrale zorg voor risicojongeren moet er toe leiden dat er tijdig, passende en samenhangende hulp wordt geboden. Dat gebeurt dan vanuit verschillende disciplines, over de domeinen heen en passend bij de hulpvraag van het hele gezin.
Jongeren die tot de risicojeugd worden gerekend, hebben vaak al langdurig problemen op meerdere terreinen en regelmatig ook contacten met justitie. Meestal zijn er nu meerdere professionals van verschillende organisaties betrokken, wat de efficiëntie niet altijd ten goede komt. Een integrale aanpak kan helpen.
Inspiratie
In het rapport ‘Integraal werken met risicojeugd: De rol van gemeenten’ wordt inzichtelijk gemaakt hoe de gemeente Amsterdam een geïntegreerde werkwijze implementeerde en aanjaagt. De conclusies en aanbevelingen voor beleid en praktijk, zijn mede bedoeld als inspiratie voor andere gemeenten die integrale hulp voor risicojeugd willen organiseren.
Betrek uitvoerders
Allereerst moet je je als gemeente realiseren dat je bij deze problematiek elkaar nodig hebt op alle niveaus. Het betrekken van de uitvoerders is in dit opzicht van groot belang. Die moeten tenslotte de samenwerking vormgeven in direct contact met de risicojeugd.
Verschillende petten
Bij het stimuleren van integraal werken kunnen gemeenten verschillende rollen hebben. Maar dat kan soms schuren met andere rollen van de gemeente. Transparantie over de verschillende rollen helpt dan om wrijving met partners in de wijk te voorkomen.
Maatwerk
Bij integraal werken draait het om maatwerk. Zo hanteert Amsterdam bijvoorbeeld een werkwijze die een samenwerking op maat stimuleert voor elk stadsdeel afzonderlijk, in plaats van een blauwdruk voor de hele stad. Binnen bepaalde kaders ontstaat er op die manier toch ruimte om een werkwijze in te richten die het beste past bij de lokale opgave.
Lange adem nodig
Integraal werken vraagt om een lange adem en ook om commitment. Het kost namelijk soms tijd voordat de samenwerking goed van de grond komt. Ook bestaat er een kans dat de samenwerking op termijn verwatert. Blijf elkaar vasthouden is daarom het devies in het Amsterdamse rapport, ook als het moeilijk wordt.
Teamtrekker
Het borgen van integrale samenwerking blijkt in de praktijk een uitdaging. De rol van teamtrekker vanuit de gemeente blijft daarom op lange termijn nodig. Op den duur zal deze rol wellicht minder intensief worden, maar hij kan tijdelijk weer belangrijker worden als er wisselingen zijn in het netwerk van uitvoerders. Daarbij is van belang dat er continuïteit is en dat er kennisoverdracht plaatsvindt tussen teamtrekkers bij personele wisselingen.
Efficiënter en effectiever
Het uiteindelijke doel van een goede integrale aanpak is dat de zorg en begeleiding van risicojongeren efficiënter en effectiever wordt. Dit vraagt volgens de makers van het rapport om langetermijnevaluaties, waarbij de lokale doelen van de netwerksamenwerking worden geëvalueerd. Speciale aandacht in die evaluaties zou moeten uitgaan naar wat de integrale aanpak nu daadwerkelijk oplevert voor de risicojeugd zelf.
Geef een reactie