In Amstelveen wordt het nieuwe rechten- en plichtenboekje voor inwoners met een uitkering gemaakt door een werkgroep van ervaringsdeskundigen. Door inwoners met een uitkering mee te laten schrijven, hoopt de gemeente beter aan te sluiten bij hun behoeften.
Het is belangrijk dat inwoners met een bijstandsuitkering op de hoogte zijn van hun rechten en plichten en dat zij weten voor welke voorzieningen ze in aanmerking komen. Dat is de gedachte van het Amstelveense college om uitkeringsgerechtigden te betrekken bij de redactie van het boekje.
Benadrukken van sociale grondrechten
Het document moet rechten en plichten uitleggen ‘op een vriendelijke en begrijpelijke manier’. Wethouder Marijn van Ballegooijen, met werk en inkomen in zijn portefeuille: ‘In het nieuwe boekje willen wij de sociale grondrechten benadrukken. Denk daarbij aan het recht op gelijke behandeling, informatievoorziening, privacy, onafhankelijke cliëntondersteuning en het recht op bestaanszekerheid. Het vorige boekje ging vooral over plichten, dat willen we niet meer’.
Volgens de wethouder hebben inwoners met een uitkering een afhankelijkheidsrelatie ten opzichte van de gemeente. Door ze beter te informeren over hun rechten komt er meer gelijkwaardigheid in die relatie. Om die reden is het belangrijk om inwoners die ervaringsdeskundige zijn erbij te betrekken. ‘Ik ben heel blij met onze inwonersgroep. Zij weten het beste welke rechten belangrijk voor hen zijn en of het boekje duidelijk en vriendelijk overkomt.’
Toegankelijke informatie voor iedereen
In het boekje wordt in begrijpelijk Nederlands en met behulp van plaatjes het aanvraagproces voor een bijstandsuitkering uitgelegd. Het boekje komt op de gemeentesite, op zo toegankelijk mogelijke manier. Amstelveen wil het boekje uitgeven in meerdere talen, naast Nederlands in het Engels, Arabisch, Turks, Farsi en Tigrinya. Die laatste is een Semitische taal, die vooral wordt gesproken in Eritrea en de Ethiopische regio.
Meer praktijkvoorbeelden
Inwoners betrekken bij beleidsonderwerpen staat hoog op de agenda van veel gemeenten. Zo vroeg de gemeente Amsterdam recent honderd inwoners om in een mini-burgerberaad mee te denken over klimaatmaatregelen. Weten wat er speelt, horen wat er leeft: in coronatijd is in contact blijven met inwoners soms een uitdaging, maar niet onmogelijk. Sommige gemeenten gebruiken bijvoorbeeld hun buitenruimte om inwoners te ontmoeten. De gemeente Nieuwegein bedacht een aantal creatieve manieren om inwoners tijdens de coronamaatregelen te betrekken bij buurtplannen. De digitale buurtsafari is bijvoorbeeld een blijvertje.
Ook jonge inwoners participeren regelmatig, bijvoorbeeld om hun ideeën en initiatieven voor een leukere wijk te helpen waarmaken. Deze drie gemeenten stellen geld beschikbaar, waarmee jongeren hun eigen ideeën kunnen (laten) uitvoeren.
Inwoners kunnen trouwens ook heel goed worden betrokken door hen een ambassadeursrol te geven. Want wie kunnen beter over een gemeente vertellen dan de inwoners zelf? Dat is het idee achter ‘Meet the locals’ in Beekdaelen. Hier vertellen de bewoners in videoboodschappen aan bezoekende fietsers wat er te doen en te zien is langs de route. ‘Veel relevanter dan het standaard foldertje.’
Geef een reactie