De Wet versterking waarborgfunctie Algemene wet bestuursrecht moet ervoor zorgen dat gemeenten en andere overheden een dienstbare houding aannemen.
Afgelopen half jaar lag het wetsvoorstel ter consultatie voor. Het kabinet wil hiermee de overheid stimuleren besluiten begrijpelijker te maken, zich bij de uitvoering van taken meer te verplaatsen in de inwoner en zich minder formeel op te stellen. De regering heeft het voorstel aangekondigd in de kabinetsreactie op de toeslagenaffaire.
Een dienstbare overheid staat natuurlijk al langer op de agenda. Onder meer naar aanleiding van problemen bij uitvoeringsinstanties. Verder ontstond het besef dat de burger minder zelfredzaam is dan de overheid veronderstelde.
De bedoeling is nu een nieuwe algemene bepaling in de Algemene wet bestuursrecht (Awb) op te nemen. Het conceptwetsartikel zegt letterlijk: het bestuursorgaan stelt zich bij het uitoefenen van zijn taak dienstbaar op. Dit gaat over bejegening en hulp. Omdat de overheid de regels beter kent dan de burger.
Grondhouding
Volgens de toelichting heeft een algemene bepaling over dienstbaarheid in de Awb betekenis voor de ‘grondhouding’ van het bestuur.
Informatie moet beschikbaar zijn, het bestuursorgaan moet bereikbaar zijn. Een invulling van dienstbaarheid is het versturen van een brief als de burger iets moet doen. Zoals vaak al gebeurt bij het verlopen van paspoort of rijbewijs.
Alert op signalen
Dat een bestuursorgaan daarbij soms streng moet zijn, bijvoorbeeld bij het constateren van een vermeende overtreding, betekent niet dat men dan een totaal andere houding moet aannemen. Een bestuursorgaan moet zijn taak uitvoeren, maar kan daarbij nog steeds alert zijn op relevante signalen van de inwoner, bijvoorbeeld door het stellen van vragen.
Zo noemt de toelichting de ongelijkheidscompensatie. Zelfs als een bestuursorgaan op grond van de geldende regels een besluit niet in de gevraagde vorm kan nemen, dient het behulpzaam te zijn bij andere mogelijkheden om de aanvrager te helpen.
Niet afdwingbaar
Een argument tegen de codificatie (de procedure waarmee een wettekst of meerdere aanverwante wettekste en alle wijzigingen daarop worden samengebracht in één nieuwe wet) van het dienstbaarheidsbeginsel is dat het een abstract karakter heeft, waardoor het niet bij de rechter afdwingbaar is. Strijd met dit beginsel zal daarom niet snel tot vernietiging van een besluit leiden.
Het kabinet erkent dat, maar is van mening dat niet-naleven van het beginsel wel degelijk gevolgen kan krijgen in bezwaar of beroep. Het ontbreken van de juiste grondhouding kan bijvoorbeeld leiden tot een ‘onzorgvuldige voorbereiding’ of een ‘onvolledige belangenafweging’ in termen van de Awb.
Dát kan alsnog leiden tot vernietiging van een besluit. Het beginsel zou dan ook meer dan slechts symbolisch zijn en de beslissingsruimte van een bestuursorgaan begrenzen.
Invulling dienstbaar
Het dienstbaarheidsbeginsel gaat dus vooral om een houding bij het uitvoeren van de overheidstaak. Nadere bepalingen kunnen invulling geven aan dit beginsel. Een voorbeeld daarvan is de zorgplicht in de Awb, die sinds 1 januari passende ondersteuning voorschrijft bij het verkeer met een bestuursorgaan.
Wat ‘passend’ precies inhoudt, is afhankelijk van de aard en context van de dienstverlening. Denk aan generieke voorzieningen, maar ook aan meer persoonlijke voorzieningen op maat. Zoals de mogelijkheid een aanvraag op papier in te dienen als de digitale weg niet openstaat. Of omdat de persoonlijke situatie van de aanvrager een digitale aanvraag verhindert.
Mascha Schapiro is vakredacteur Bestuursrecht en Omgevingsrecht bij Sdu.
Geef een reactie