Gemeenten mogen het heffingsgebied voor reclamebelasting beperken, maar de gemeente Oldambt heeft onvoldoende aannemelijk kunnen maken waarom ze deze beperking voor de jaren 2015 en 2016 heeft ingesteld. Dat oordeelde de belastingkamer van de rechtbank Noord-Nederland.
De beperking betekent dat niet alle ondernemers in Winschoten reclamebelasting hoeven te betalen, maar alleen degenen die binnen het heffingsgebied zijn gevestigd. Een ondernemer in Winschoten was het niet eens met de beperking van het gebied voor de jaren 2015 en 2016 tot het centrum en daagde zijn gemeente Oldambt voor de rechter. Volgens de ondernemer is er geen objectieve en redelijke rechtvaardiging voor deze beperking.
Indirect voordeel
In principe mag een gemeente het heffingsgebied voor reclamebelasting beperken. Maar volgens de Hoge Raad mag dit alleen wanneer iedereen die profijt heeft van de opbrengst van de belasting, ook belast wordt. En hier ligt meteen de crux. Volgens de betreffende winkelier profiteren ook de ondernemers buiten het heffingsgebied van de investeringen die met de opbrengst van de reclamebelasting worden gedaan. De gemeente vindt dat de ondernemers buiten het gebied alleen indirect voordeel hebben en daardoor niet mee hoeven te betalen.
Profiteren
Volgens de rechtbank heeft de gemeente Oldambt onvoldoende duidelijk kunnen maken in hoeverre de ondernemers buiten het heffingsgebied meeprofiteren. Zo worden de inkomsten van de belasting ook gebruikt voor de aanleg van de Blauwe Loper, een snelle verbinding voor langzaam verkeer tussen de Blauwestad en het centrum van Winschoten, en voor de vernieuwing van de inrichting van de spoorwegovergang. De ondernemers buiten het heffingsgebied profiteren hier wel degelijk van. De rechtbank oordeelde daarom dat de aanslagen reclamebelasting over de jaren 2015 en 2016 moeten worden vernietigd.
Geef een reactie