De regeling om als zelfstandig ondernemer uit de bijstand te komen, is bijna alleen voor starters effectief. Verbetering is mogelijk door gemeenten sterker financieel verantwoordelijk te maken.
Dit blijkt uit het rapport Zelfstandigen in en uit de bijstand, uitgevoerd door SEO Economisch Onderzoek. Opdrachtgever is het ministerie van Sociale Zaken. In de huidige vorm dragen gemeenten wél zelf de kosten voor de groep starters waarmee goede resultaten worden geboekt. Maar niet voor de groepen waarbij de kosten de baten overstijgen binnen het zogeheten Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz).
Maatschappelijk rendement
Naast starters gaat het onder meer om ‘gevestigden’ oftewel zelfstandigen in financiële problemen. Zij kunnen net als starters vanuit de bijstand een beroep doen op de gemeente voor tijdelijke voorziening in levensonderhoud of een bedrijfskrediet. Maar dit kost onder de streep dus geld, een rekening die nu door het Rijk wordt opgehoest. Volgens SEO ‘kan het zijn dat het negatieve maatschappelijk rendement komt doordat gemeenten niet selectief genoeg zijn bij het inzetten van de regeling’.
Gemeenten kennen ongeveer 70 procent van deze aanvragen toe, blijkt uit het rapport. ‘Mogelijk geven gemeenten gevestigden met financiële problemen het voordeel van de twijfel. Als alleen potentieel succesvolle bedrijven met een Bbz-voorziening worden geholpen kan het saldo van maatschappelijke kosten en baten wel positief uitkomen. Gemeenten kunnen zich focussen op personen bij wie op langere termijn een positief rendement zou kunnen ontstaan: zoals ondernemers met een niet-westerse migratieachtergrond en ondernemers die jonger zijn dan 45 jaar.’
Niet meer afwentelen
In plaats van de declaraties bij het Rijk kunnen de uitkeringen worden gefinancierd via het reguliere bijstandsbudget voor decentrale overheden. ‘Gemeenten kunnen dan eventuele bijstandskosten voor gevestigden, ouderen en stoppende zelfstandigen niet meer afwentelen op het Bbz.’ Kredieten kunnen bij wijze van alternatief lopen via het participatiebudget voor re-integratie. Een risico hiervan is wel dat de kosten mogelijk ‘niet goed te voorspellen’ zijn, aldus SEO.
Als lokale overheden sterker financieel verantwoordelijk worden, moeten ze ook beleidsruimte hebben. Maar aan die voorwaarde lijkt al te worden voldaan. ‘De ruimte in de uitvoeringspraktijk is bij het Bbz nog iets groter dan bij de bijstand omdat de beslissing om een Bbz-voorziening toe te kennen niet alleen afhankelijk is van objectieve factoren, maar ook van inschattingen over de toekomstige levensvatbaarheid van een onderneming. Ook is de hoogte van het toe te kennen krediet niet in regels vastgelegd.’
Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken bespreekt de resultaten met onder meer gemeenten. Zij komt dit voorjaar met een beleidsreactie.
Maurice says
Zou de doodsteek zijn voor het Bbz. Als gemeente verantwoordelijk is, waarom dan een risicovol krediet verstrekken? Onderzoek ook onvolledig.