In zeven gemeenten mogen zich geen nieuwe thuiskappers meer vestigen. Dat is een overwinning voor de Algemene Nederlandse Kappersorganisatie (ANKO), die probeert met vijftig andere gemeenten afspraken te maken over dit beleid. Aanleiding is een recente uitspraak van de Raad van State.
Harrie Jager, adviseur lokale belangenbehartiging van de ANKO, hield onlangs een waar mediaoffensief. Hij deed zijn verhaal onder andere bij BNR Nieuwsradio. De brancheorganisatie is voorstander van strenger beleid ten aanzien van thuissalons, die oneerlijk zouden concurreren. Ondernemers met een kapperswinkel moeten zich bijvoorbeeld aan regels houden, zoals Arbo- en brandveiligheidsregels. Ze doen daarvoor investeringen die kosten met zich meebrengen. Thuissalons voldoen daar niet of onvoldoende aan en controle is lastig, aldus de organisatie. Kapperszaken zouden als gevolg verdwijnen uit winkelcentra. Hierdoor komen stageplekken onder druk te staan, en zelfs de sociale cohesie, zo klinkt het verder.
Geen nieuwe thuiskappers gewenst
In meerdere gemeenten zou de lobby al succes hebben. Daar mogen zich nu geen nieuwe thuiskappers meer vestigen. Het gaat om Dalfsen, Dronten, Hoogeveen, Hardenberg, Harlingen, Twenterand en Urk. Thuiskappers die in deze gemeenten al actief zijn, kunnen er trouwens wel blijven werken. Maar wie een nieuw kappersbedrijf wil beginnen, krijgt alleen een vergunning als dat gebeurt in een winkelpand. Dronten hanteert het beleid dat het aantal thuiskappers niet mag toenemen, zo bevestigt de woordvoerder tegenover de NOS. Als er eentje besluit te stoppen of weg te gaan, dan mag er weer een bij. Zo wil de gemeente reguliere kappers in het centrum beschermen en voorkomen dat thuiskappers de dienst gaan uitmaken, waardoor de sfeer mogelijk verandert.
Gesprekken met gemeenten
De brancheorganisatie is momenteel met vijftig gemeenten in gesprek over de groei van het aantal thuiskappers. Onder die gemeenten zijn Dordrecht, Heerlen, Nieuwegein en Amersfoort. ‘Gemeenten zien veel kapperswinkels verdwijnen uit het straatbeeld en zien een gevaar in de leegstand van die panden. Ze willen hun centra levendig houden,’ legt Jager uit op RTLZ.
Ingrijpen in de markt
Staan gemeenten in hun recht door thuiskappers te weren? Hoe verhoudt zo’n interventie zich bijvoorbeeld tot het recht op vrije vestiging en welke rol speelt Autoriteit Consument en Markt (ACM) hierbij? Een woordvoerder van de organisatie laat weten dat aankloppen bij de ACM geen zin heeft: ‘Omdat het hier om een overheidstaak gaat, is er geen rol voor de ACM. Mogelijk bestaan er wel politieke en of bestuursrechtelijke mogelijkheden om tegen een besluit van een gemeente bezwaar aan te tekenen, zoals via de gemeenteraad of via de rechter.’ De toezichthouder waakt over de Mededingingswet, het recht op vrije vestiging is verankerd in de Europese Dienstenrichtlijn.
Uitspraak Raad van State
Niet toevallig werd onlangs een langslepende zaak over de toepassing van die richtlijn via de Nederlandse Dienstenwet beslecht. De Raad van State oordeelde na zes jaar dat de gemeente Appingedam de winkelketen Bristol mocht weigeren bij een woningboulevard. ‘Dat lijkt misschien niets te maken te hebben met de kappersbranche, maar dat is niet zo,’ legt de ANKO uit op haar website. Reden voor Appingedam om een vergunning te weigeren, was dat de gemeente niet wil dat kleinere zaken vertrekken uit het centrum. Groeiende leegstand zou daar de leefbaarheid daar onder druk zetten. Bristol deed echter een beroep op de Dienstenrichtlijn.
Handige tool
Dat deden overigens meer ondernemers de afgelopen jaren. De richtlijn wordt gezien ‘als handige tool om onwenselijke regelgeving te bestrijden’. Dat ondervonden al meerdere gemeenten, zo legt advocatenkantoor Maverick uit in deze blog. Het hing echter al in de lucht dat de zaak-Appingedam een kentering zou kunnen betekenen op dit gebied. Eind juli ging dan ook de Raad van State overstag: mits goed gemotiveerd aan voorwaarden wordt voldaan, mogen gemeenten bedrijven weren uit bepaalde gebieden.
‘Eerlijker vestigingsbeleid’
‘Dit is goed nieuws!’ juichte de ANKO al direct na het bekend worden hiervan. ‘De uitspraak van de Raad van State onderstreept nog eens het belang van levendige binnensteden, waar kappers een grote bijdrage aan leveren. We zijn blij met de aandacht voor dit onderwerp. Eerlijker vestigingsbeleid in Nederland is een van de prioriteiten van de ANKO,’ aldus Jager.
Francinia says
Daar zie ik juist een heel groot verschil tussen. Een adviseur werkt niet met chemicaliën en met hitte. Een pedicure ook niet. Een kapper wel. Dus om dat vak thuis te kunnen uitoefenen heb je naar mijn idee een brandveilige ruimte nodig die zeer goed ontlucht wordt. Dat vergt investeringen die een thuiskapper waarschijnlijk niet zal willen doen. Zonder die aanpassingen wordt het simpelweg te gevaarlijk. En onleefbaar voor een bovenbuur met COPD. Of mag een automonteur-zzp’er ook in zijn huiskamer werken? Lijkt me niet.
Micah says
Interessante casus. Ik zie wel een groot verschil tussen een thuiskapper en een bedrijf als Bristol. Veel thuiskappers zijn ZZP’ers die op deze manier gedwongen worden in een bedrijfspand te gaan zitten of alsnog hun zzp-status op te geven en een dienstverband aan te gaan. Ze ontvangen hoogstens een á twee klanten tegelijk. Wat is het verschil met een pedicure-zzp’er? of een communicatieadviseur-zzp’er? Of een zzp’er die als organisatie-adviseur werkt? Gaan we die straks ook verbieden hun werkzaamheden thuis te verrichten om leegstand in bedrijfsgebouwen tegen te gaan?