Minister De Jonge van Volksgezondheid ziet af van een wettelijk verbod voor gemeenten om voor de uitvoering van de Wmo 2015 alfahulpen in te schakelen op basis van de regeling dienstverlening aan huis.
Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer. Een dergelijk verbod is overbodig, omdat deze constructie nu ook al niet mag. Gemeenten mogen op basis van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB), de hoogste bestuursrechter in dergelijke zaken, uit 2016 al geen diensten aanbieden op basis van de regeling dienstverlening aan huis. De Jonge ziet daarom af van het indienen van een wetsvoorstel, meldt hij de Kamer.
Alleen voor particulieren
De regeling dienstverlening aan huis mag alleen gebruikt worden door particulieren. De regeling biedt de mogelijkheid dat particulieren tegen betaling werkzaamheden verrichten in en om het huis van een andere particulier, voor maximaal drie dagen in de week. De regeling wordt veel gebruikt voor bijvoorbeeld schoonmakers. Die zijn dan niet in loondienst, waardoor de opdrachtgever geen loonbelasting en premies voor de volks- en werknemersverzekeringen hoeft te betalen.
Mensen die vanuit hun persoonsgebonden budget een alfahulp inschakelen om te helpen in en rond het huis, kunnen daarvoor ook een beroep doen op de regeling.
Algemene voorziening
Wanneer een gemeente echter een contract sluit met een zorgaanbieder, is er geen sprake van een overeenkomst tussen twee particulieren, maar wordt op basis van de Wmo 2015 een algemene voorziening getroffen. Ook mogen gemeenten door de uitspraak van de CRvB ook niet bemiddelen tussen een cliënt en een aanbieder van alfahulp.
Geef een reactie