Gemeente Den Haag heeft vandaag van de Afdeling bestuursrechtspraak gelijk gekregen in een zaak over vergunningen voor strandhuisjes op het strand van Kijkduin. Het college van burgemeester en wethouders mocht deze vergunningen van de Raad van State verlenen.
Het gaat om twee vergunningen uit 2015, die ieder 20 seizoensgebonden strandhuisjes mogelijk maken op twee locaties ten zuiden van de boulevard van Kijkduin voor een periode van vijf jaar. De uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak betekent dat de vergunningen voor de 40 strandhuisjes onherroepelijk zijn, en dat ze er de komende paar jaar van maart tot november mogen staan.
Zorgvuldig
De zaak was aangespannen door watersportvereniging Sail Center. Zij vindt de locaties aan het Zuiderstrand niet geschikt en is bang dat de strandhuisjes haar watersportactiviteiten aan het strand in de weg zullen staan. Maar naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak is de keuze voor de locatie van de strandhuisjes zorgvuldig geweest. In de ‘ruimtelijke verkenning’ heeft de gemeente rekening gehouden met aspecten als bereikbaarheid, parkeergelegenheid en natuur.
Groen
Ook passen de strandhuisjes in het beleid van de gemeente om zijn groene karakter te behouden. De Afdeling bestuursrechtspraak volgt het gemeentebestuur in zijn stelling dat de huisjes dat karakter niet aantasten. “Daarbij is van belang dat de vergunde strandhuisjes een relatief beperkte omvang hebben en de plaatsing daarvan niet tot verwijdering van aanwezig groen leidt”, aldus de hoogste bestuursrechter.
Geef een reactie