Zeventig procent van de gemeenten verwacht dit jaar een tekort op het Wmo-budget. Dat blijkt uit onderzoek van het Transitiebureau Wmo naar hoe gemeenten vorig jaar de zorg hebben ingekocht voor de Wmo 2015. Hieruit blijkt bovendien dat wijkgerichte begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging nauwelijks zijn ingekocht.
Voor de enquête ‘Evaluatie inkoop Wmo 2015 in 2014’ hebben 115 Wmo-projectleiders een vragenlijst ingevuld over zorginkoop en zijn tientallen interviews gehouden. Hieruit komt naar voren dat het merendeel van de gemeenten uitgaat van een tekort op het Wmo-budget dit jaar. Ze proberen deze tekorten zo veel mogelijk in te perken. Zo geeft 23 procent aan ervan uit te gaan dat ze een lager volume voor ondersteuning gaan inkopen. Dat is volgens 3 procent van de ondervraagden de enige manier om de Rijkskortingen te verwerken.
Te weinig
Met name de inkoop van wijkgerichte begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging hebben te lijden onder de kortingen. Deze zorgvormen worden bijna niet ingekocht. Voor begeleiding geeft slechts 1 procent van de gemeenten aan dat zij wijkgericht gecontracteerd hebben. Voor wijkgericht kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging geeft 3 procent van de gemeenten dit aan.
Hoe de bezuinigingen de toegang tot de nieuwe Wmo beïnvloeden, staat in een andere recente studie van het Transitiebureau Wmo. Uit het rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 blijkt dat gemeenten 5 tot 15 procent van de zorgvragers voor de Wmo doorverwijst naar een ander zorgdomein (Zorgverzekeringswet of Wet langdurige zorg). 10 tot 20 procent van de burgers wordt verwezen naar een algemene voorziening en 10 tot 20 procent naar het eigen netwerk en mantelzorg. Voor 55 tot 65 procent blijft een maatwerkvoorziening beschikbaar en de overige 5 tot tien procent wordt afgewezen.
Op tijd
Een interessante vraag uit dit onderzoek is ten slotte of gemeenten alle zorgtoewijzingen binnen de wettelijke termijn kunnen afhandelen. 8 procent van de ondervraagde gemeenten verwacht minder dan 75 procent van de beschikkingen binnen de wettelijk termijn te kunnen afhandelen en 12 procent denkt tussen de 85 en 75 van de beschikkingen op tijd rond te krijgen.
Dit artikel verscheen oorspronkelijk op ZorgVisie.nl.
Geef een reactie