Die 40 probleemwijken, daar is weinig veranderd, rapporteerde het Sociaal Cultureel Planbureau kort geleden nog. Het kenniscentrum voor stedelijke vernieuwing ziet het anders. De aandacht voor de wijken moet blijven, maar “veranderingen zijn wel nodig”.
KEI, is de naam van het netwerk. Het netwerk stelde in 2009
een commissie samen om visitaties te doen in de wijken. Dit in opdracht van de
toenmalige minister Ella Vogelaar van Wonen, Wijken en Integratie, naar wie de
wijken ook wel vernoemd worden. Tot februari dit jaar bracht de commissie bezoeken aan
de 40 wijken. Haar rapport (PDF) is nu verschenen.
Kapitaalvernietiging
Doorzetten en loslaten heet dat rapport. Die titel vat de belangrijkste
conclusies van de commissie goed samen. Om nu de aandacht te laten verslappen,
zou volgens de commissie zonde van alle moeite en miljoenen zijn. “Ophouden
is geen optie”, vindt commissievoorzitter Wim Deetman. “Dat zou het in de
afgelopen jaren opgebouwde vertrouwen in kwetsbare wijken ernstig schaden.
Bovendien zou het ook een vorm van kapitaalvernietiging zijn.”
Loslaten heeft te maken met het advies nu meer in handen van burgers te
geven. Dit moet de overdaad aan projecten ook temperen. En de bureaucratie en
controlezucht. Dat zijn dan ook de belangrijkste punten van kritiek in het
rapport van de visitatiecommissie. “De volgende stap waar de wijkaanpak om
vraagt is het definitief verleggen van het zwaartepunt van beslissingen naar
professionals en burgers die dag in dag uit in de wijk werken en wonen”, stelt
Deetman.
Dat komt goed uit, want de geldkraan gaat dicht voor de wijken. Overigens
bestaat er weinig overlap met de scherpe conclusies van het Sociaal en
Cultureel Planbureau (SCP), dat weinig tot geen veranderingen ziet. Het grote
verschil, volgens het SCP: de autochtone middenklasse trok weg en maakte zo
ruimte voor niet-westerse migranten van dezelfde klasse.
Aanbevelingen
De commissie van KEI is positiever, maar komt wel met de nodige aanbevelingen:
1) Het ontbreekt aan focus bij de wijkaanpak
Ja, algemene doelstellingen en goede bedoeling te over. Toch is het doel van al
die projecten vaak niet duidelijk geweest. De ‘projectencaroussel’ van
onsamenhangende maatregelen moet stoppen met draaien. Het advies: beter
weinig goed uitvoeren dan veel op matige wijze.
2) Er is te veel consensus
De commissie ziet wel dat veel professionals de wijken in gaan, maar niet wie
de leiding heeft. Door het gebrek aan sturing is consensus de norm geworden. Het
zou ook dan weer het beste zijn de verantwoordelijkheid naar de bewoners te
verleggen.
3) Burgerparticipatie is nog een vaag begrip
De aandacht is er. Wat het dan is, dat blijkt niet helder. Burgerparticipatie.
Het beperkt zich vooralsnog tot meepraten. “Hier ligt een belangrijke
verantwoordelijkheid voor gemeenten: het totale proces van participatie moet
zorgvuldig worden ingericht”, rapporteert de commissie.
4) Onzekerheid over de rol in de wijkeconomie
Uit de bezoeken blijkt dat gemeenten nog onzeker zijn over hun rol in de
economie van de wijken. Het doel moet zijn de mogelijke winst hiervan in kaart
te brengen en de economische groei te stimuleren. Hier is nog veel werk aan de
winkel, concludeert het rapport.
5) Andere financiering voor het doorzetten
Gemeenten en corporaties gaan minder investeren in de wijken. Om verder te gaan
op de weg omhoog is een zoektocht naar alternatieve financieringen nodig. Fondsen en
het bedrijfsleven zijn daarvoor twee voorbeelden.
De commissie adviseert over twee tot drie jaar weer in beeld te krijgen hoe de
wijken ervoor staan. In haar rapport zijn ook deelrapportages te vinden van 18 grote gemeenten.
Lees meer over burgerparticipatie:
Geef een reactie