De Wet gemeentelijke taak mogelijk maken asielopvangvoorzieningen (spreidingswet) is per 1 februari van kracht. Provincies en gemeenten moeten dit jaar samen 96.000 opvangplekken voor asielzoekers regelen, die er half 2025 moeten zijn. In de Staatscourant is de verdeling van de plekken over de provincies bekendgemaakt en ook de indicatieve verdeling per gemeente.
Vooral de provincies Zuid- en Noord-Holland en Noord-Brabant staat een forse opgave te wachten. Zuid-Holland moet bijna 20.000 opvangplekken realiseren, Noord-Holland ruim 16.000 en Noord-Brabant een krappe 15.000. Zij vangen al jaren minder asielzoekers op dan er aan ze wordt gevraagd.
Grote steden
De indicatieve verdeling voor de grote(re) steden is: Amsterdam (4479), Den Haag (2513), Rotterdam (2667), Utrecht (1988), Groningen (969), Ede (719) Enschede (638), Dordrecht (611), Haarlem (963) en Zaanstad (818), Zoetermeer (703), Zwolle (717). Gemeenten die boven de 1000 plekken moeten realiseren zijn Almere, Breda, Eindhoven, Haarlemmermeer en Tilburg.
Onderling verdelen
De indicatieve verdeling is tot stand gekomen op basis van inwoneraantal en de sociaal-economische status van een gemeente. Gemeenten bespreken aan de provinciale regietafels (PRT’s) hoe zij gezamenlijk die aantallen gaan halen. Zij beslissen hier onderling welke gemeenten opvang gaan leveren en met hoeveel plekken. De indicatieve verdeling zegt nu dan ook nog niet heel veel.
Een gemeente kan aangeven geen asielzoekers te willen opvangen, maar bijvoorbeeld wel statushouders en/of Oekraïense vluchtelingen. Gemeenten kunnen onderling uitruilen zolang onder aan de streep per provincie de gevraagde opvangplekken worden geregeld. Ook reeds bestaande opvanglocaties of die binnen 12 maanden beschikbaar komen van meer dan 100 plekken en langer dan 5 jaar tellen mee. Elke provincie heeft tot 1 november de tijd om met haar gemeenten die provinciale opgave te regelen.
Verdeelbesluit
De staatssecretaris van Justitie beoordeelt voor 1 januari alle 12 plannen. Als er genoeg plekken zijn aangedragen, hebben gemeenten 6 maanden de tijd om die te realiseren. In provincies zonder deugdelijk plan grijpt de staatssecretaris in. Via een zogeheten verdeelbesluit verplicht hij gemeenten alsnog een bepaald aantal opvangplekken te regelen.
Als ook dat te weinig oplevert, gaat het ministerie in laatste instantie zelf de plekken in een gemeente regelen. Die ‘dwang’ wordt op zijn vroegst over een jaar ingezet. Na 2 jaar start de cyclus opnieuw met het ramen van de hoeveelheid opvangplekken.
Bonus
De indicatieve verdeling over de gemeenten is overigens wel van belang voor de bonus als er meer opvangplekken komen. Per extra plek die minstens 5 jaar beschikbaar is, kunnen gemeenten 1000 tot 2000 euro van het ministerie krijgen.
Spreidingswet
Na bijna twee jaar van steggelen is de spreidingswet op 1 februari van kracht. In ons dossier spreidingswet lees je alles over de totstandkoming terug. ANP maakte een overzichtelijke tijdlijn:
Bert says
Waar zijn we mee bezig??? De poorten staan helemaal open, het gaat helemaal fout….