De nieuwe vorm van opvang voor uitgeprocedeerde asielzoekers die het Rijk en de gemeenten overeen zijn gekomen, wordt niet ‘vrijblijvend’. Als verblijf in Nederland er voor iemand echt niet inzit, zal diegene ook moeten meewerken aan terugkeer om voor de opvang in aanmerking te komen.
Dat zei staatssecretaris Harbers donderdag, na de ondertekening van de overeenkomst over de Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV). Het akkoord dat nu is gesloten moet een einde maken aan de al jaren voortslepende discussie tussen Rijk en gemeenten over de bed-bad-broodvoorzieningen.
De proef wordt in eerste instantie opgezet in vijf gemeenten: Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Eindhoven en Groningen. Als de pilot met de vijf locaties succesvol verloopt is het de bedoeling dat de LVV’s binnen de huidige kabinetsperiode worden uitgebreid naar acht locaties.
Wal en schip
Harbers benadrukt dat uitgeprocedeerde asielzoekers niet standaard in een LVV terechtkomen. ‘Het gaat om een restgroep die tussen wal en schip valt. We houden er rekening mee dat het om 1500 mensen per jaar gaat,’ aldus de staatssecretaris. Asielzoekers die daar terechtkomen, moeten wel meewerken aan een oplossing. ‘Als je de kont tegen de krib gooit en nooit meewerkt, dan vervalt je plek in die LVV.’
Geef een reactie