Na een indrukwekkende loopbaan bij de rechterlijke macht werd Annemarie Penn (62) burgemeester van Maastricht. Ze spreekt het woord ‘zwaardmacht’ met veel genoegen uit.
De avond dat Annemarie Penn werd benoemd tot burgemeester van Maastricht, eerder dit jaar, was zenuwslopend. Penn, haar man, een zoon, een schoondochter zaten bij elkaar thuis aan de Looiersgracht in het centrum van Maastricht, waar Penn al 24 jaar woont.
Ze zou worden gebeld tussen half 8 en half 9 ’s avonds. Ze wist dat er nog één of twee kandidaten waren, maar wie? Geen idee, nog steeds niet. Ze was het sollicitatieproces rustig ingegaan, want ze had een prima baan als procureur-generaal bij het Openbaar Ministerie in Den Haag. Maar gaandeweg groeide de spanning.
‘We gingen maar een potje toepen,’ zegt ze. ‘Ik had echt geen idee of ik het zou worden. Ik had alleen die mail gekregen, om bij de telefoon te blijven.’ En die ging dus niet over. Die lag daar maar. Had ze wel het goede nummer doorgegeven? Even in de mail kijken. Ja dus. Kwart voor 9, tien voor 9… eindelijk, bijna 9 uur, ging de telefoon. De voorzitter van de vertrouwenscommissie. ‘Mag ik u feliciteren…’
‘Toen ging er wel een oerkreet door het huis! De pers belde, De Telegraaf stond op de stoep, een gekkenhuis, echt een hoogtepunt.’
Zo werd Annemarie Penn-te Strake, getrouwd, vier zoons, op 1 juli 2015 burgemeester van Maastricht. Eerder was ze daar rechter, hoofdofficier van het arrondissementsparket daar, en later lid van het College van procureurs-generaal. Als ze ’s ochtends op de fiets of lopend naar haar werk gaat, naar ‘m’n stadhuisje’, de zon schijnt en de kerkklokken luiden, dan denkt ze: ‘Ik ben de gelukkigste burgemeester van heel de wereld.’
Annemarie Penn-te Strake (Helmond, 31 juli 1953) studeerde rechten in Nijmegen. Van 1987 tot 2012 was ze verbonden aan de rechtbank Maastricht, daarna werd ze lid van het College van procureurs-generaal van het OM.
Het stadhuis op de Markt is imposant en haar kamer ook. Die is op de hoek, en geheel bespannen met goudleren behang waar zeventiende-eeuwse kunstenaars Chinese taferelen op schilderden. Dit is nog eens een corner office!
Opgewekt
Penn is partijloos. Ze ziet de rol van burgemeester als drieledig. ‘Je moet boven de partijen staan en voor mij is mijn partijloosheid goed, maar ik weet niet hoe het anders zou zijn. Als burgemeester sta je in de lijn van Koning en gouverneur van de Koning, zoals dat bij ons heet. Dan moet je als het ware een stabiel tegenwicht vormen tegen de democratische beweging die wordt gevormd door de raad.
‘De politiek is vluchtig, maar de burgemeester houdt rekening met de lange termijn. Hij kijkt of het democratische proces verloopt volgens de normen van de rechtsstaat. Ten slotte heeft de burgemeester de zwaardmacht, het gezag over de politie. Dat moet je niet in handen leggen van mensen met politieke drijfveren en daarom ben ik voor de benoemde burgemeester.’
Penn, opgewekt, bruin haar in een knot, zwart truitje, spreekt het woord ‘zwaardmacht’ met zichtbaar genoegen uit. Logisch, die heeft ook niet iedereen.
Maastricht is een middelgrote stad: bijna 123.000 inwoners, 150 nationaliteiten. ‘Een oude stad met heel veel historie; de Romeinen zaten hier al. Er is een prachtig oud centrum en een heel mooie internationale universiteit, die volgend jaar veertig wordt. Als je zo’n middelgrote stad wilt ontwikkelen, moet je niet met grote en meeslepende plannen komen. Een haven in Maastricht zou een beetje een bizar idee zijn. Je moet kijken naar de kwaliteit die je hebt en van daaruit ontwikkelen voor de toekomst.’
Penn ziet de stad als een combinatie van oud – het centrum, met goede restaurants, klassieke gebouwen, mooie winkels – en nieuw: festivals, de ontwikkeling van verwaarloosd industrieel erfgoed. Maastricht moet namelijk ook aantrekkelijk blijven voor jonge mensen.
Penn: ‘Ik wil dat de stad gaat “schuren”. Het historische centrum is prachtig, maar met het oog op de toekomst zijn we toe aan iets nieuws, iets jongs. We laten de binnenstad zoals die is, maar er komt een moderner stuk aan vast en die lichten elkaar uit. We hebben het festival Bruis, er komen allemaal start-ups. Mode is een van de speerpunten. Dat willen we ontwikkelen, jonge ontwerpers een kans geven.
‘We hebben onder meer Fashion Clash, een jaarlijks terugkerend mode-evenement. De Dansdagen. In het Belvédèrepark staan oude fabrieken, heel interessant, en de gashouder waar vroeger het stadsgas in zat. Daar gaan we een nieuwe bestemming aan geven en dat zal over een paar jaar af zijn. Rond de universiteit en het ziekenhuis zitten veel bedrijven op het gebied van life sciences en er komen er steeds meer bij.’
Hindernis
De ligging is ideaal: tussen België en Duitsland, op het kruispunt van drie landen dus. Een gebied, de Euregio Maas-Rijn, met vier miljoen inwoners. ‘Als je de kaart van de Londense metro erop legt, heb je precies die Euregio te pakken.’
Voor Penn zijn die grenzen nu nog vooral een hindernis. ‘Ze belemmeren. België ligt hier een paar kilometer vandaan, Duitsland een kilometer of dertig. Dat zijn normale afstanden voor woon-werkverkeer, maar door die grenzen is het toch lastig. Dan krijg je te maken met verzekeringen, hypotheken, belastingen. Er is dus heel veel bureaucratie ten gevolge van wet- en regelgeving die op hoofdstedelijk niveau is afgesproken en waarvan we hier last hebben.
‘Het is dan ook een van onze speerpunten om in die grensregio te investeren en de grenzen te slechten om de lokale economie een boost te geven. Er is inmiddels overleg geweest met de burgemeesters van Aken, Luik en Hasselt wat we hieraan kunnen doen. Ik vind het heel ernstig dat onze mensen, over en weer, niet de banen krijgen waaraan ze behoefte hebben en waarmee ze de regio kunnen ontwikkelen.’
Die grenzen zijn dan obstakels voor de lokale burgemeesters; voor anderen zijn ze juist reuze handig. ‘Die grenzen belemmeren ook een adequate criminaliteitsbestrijding. Grenzen zijn ideaal voor mensen met slechte bedoelingen. Je krijgt hier heel veel buitenlanders in de stad en dat willen we ook graag. Maar dan wel dat ze hier de goede dingen doen. We zitten niet te wachten op criminaliteitsgerichte toeristen, maar die zijn er wel.
‘Om een voorbeeld te geven: de behendige crimineel komt uit, ik zeg maar wat, Albanië. Die huurt een bungalow op een park in België, gaat stelen in Duitsland en verkoopt het in Nederland. Ja, ondernemend is het wel.’
Die kaart van de Londense metro toont een prima netwerk van snelle verbindingen. Dat kan hier ook beter. ‘Heel gek: we hebben overal intercity’s in Nederland, maar niet tussen Heerlen en Aken – 10 kilometer! Niet tussen Maastricht en Luik. Ook de verbindingen met Luik en Brussel moeten snel en efficiënt. Geweldig dat volgend jaar de tunnel van de A2 opengaat. Een enorme verbetering. Dan zijn we van die eindeloze files af en komt er rust in de stad.’
Ik-tijdperk
Wat is er nou typisch voor Maastricht? De burgemeester woont er dan al 24 jaar, zelfs zij deed in haar nieuwe functie ontdekkingen. ‘Het is een erg sociale stad, er wordt enorm veel aan liefdadigheid gedaan, aan sjariteit zoals wij dat noemen. Er zijn heel veel vrijwilligers. Als we hier een evenement hebben zoals onlangs Iron Man – de grootste triathlon ter wereld met duizend atleten – dan zijn er 1.100 vrijwilligers een half jaar lang in touw om dat mogelijk maken.
‘Ik ga nu om de paar weken een wijk in en ben inmiddels in vijf, zes buurten geweest. Overal zie je vrijwilligers, die van alles doen. Klussen, eenzame mensen bezoeken. Heel mooi om te zien en ik wist niet dat dat zo intensief is en dat mensen daar zoveel tijd aan besteden.’
Wat Penn betreft hoort dat bij deze tijd. Het lijkt wel of de dagen van het ik-tijdperk definitief voorbij zijn, als je haar hoort. ‘Verbinding maken met de buitenwereld, daar gaat het om. Toen het academisch jaar werd geopend, was het thema: building the community. Hoe kan de universiteit zich meer verbinden met de Maastrichtse samenleving? De baas van ons azc in Limmel, om maar eens een actueel thema te nemen, wil kijken of hij meer kan ondernemen met de inwoners. Die beweging zie je steeds meer, dat past erg bij de Maastrichtenaar en ook bij mij. Als je alleen maar macht uitoefent, kom je er niet meer.’
Verbinden is zo’n modewoord; hoe doe je dat? Penn geeft een voorbeeld uit haar vorige baan bij het Openbaar Ministerie. ‘Daar heb ik me de laatste drie jaar beziggehouden met kindermisbruik. Bij de aanpak ervan zie je een enorme keten aan professionals. Er gebeurt iets, dan zie je een huisarts en de zorg en dan een hele tijd niks, en dan komt er een politieman bij, een officier en misschien een rechter. Twee jaar verder is er niks opgelost. Die mensen moeten rond het probleem gaan zitten en iedereen moet zijn expertise gebruiken.’
Dus niet na elkaar, maar tegelijkertijd. Alleen zijn we volgens Penn niet zo goed in die horizontale benadering. Door de decentralisatie moeten gemeenten dat wel gaan leren: per 1 januari hebben die immers steeds meer taken gekregen. ‘Dat is soms niet zo makkelijk. Je moet intern en extern precies weten hoe dat moet.’
Het imago van Maastricht klopt niet met de werkelijkheid, denkt Penn. ‘Mogelijk is er een beeld dat dit een beetje duf is, een stad met krimp, met zorgen. Ja, we hebben werkloosheid, maar we zitten onder het gemiddelde van de G32. We hebben geen somber verhaal, we hebben een hoopgevend verhaal. Er is veel te doen, dat klopt, maar ik ben heel positief over deze stad. Die bruist en vernieuwt. De Maastrichtenaar staat open en is in voor groei. Dat is geen verkooppraatje, dat ís echt zo!’
Onlangs berichtte Dagblad De Limburger over een leegloop van instanties en bedrijven uit de hoofdstad. Zelfs de taken van de rechtbank zouden deels worden overgeheveld naar Roermond. ‘Niet als het aan ons ligt!’ roept de burgemeester strijdvaardig en pakt haar iPad erbij.
‘Dat artikel klopt niet. Het totale aantal ondernemingsvestigingen in 2014 steeg met 4,4 procent. Gemiddeld jaarlijks 900 nieuwe vestigingen, groot en klein. Procentueel het grootste aantal zzp’ers na Amsterdam. Het aantal hoogopgeleiden stijgt. Ja, er gaat eens wat weg, maar er komt ook wat bij. Dat moet worden versterkt.’
Eindpunt
In het westen van Nederland vinden mensen Maastricht wel eens het verre eindpunt van het rare sliertje dat Limburg is. ‘Dat is ook onze kracht! Een beetje Belgisch. Het is hier mooi, gezellig, spannend. Ga eens mountainbiken in het Heuvelland. Zuid-Frankrijk is er niets bij. Ikzelf mountainbike niet, ik ben niet zo iemand die buiten adem wil zijn. Maar ik wandel graag en het is hier zo mooi.’
Allemaal waar, maar er zijn ook problemen en die zijn al jaren hetzelfde: drugs. Penn kan er niet veel over zeggen, ze geeft later deze maand haar visie op deze problematiek aan de raad. Maar iets wil ze wel kwijt. ‘Dit is niet iets wat Maastricht alleen oplost. Als Den Haag dat denkt… Dat is een illusie. Drugs zijn inderdaad nog steeds een probleem. En het is vrijwel altijd gelieerd aan witwassen, mensenhandel, vastgoedfraude, soms motorgangs. Veel van de misdaad is drugsgerelateerd. ‘Ik ben hier twintig jaar rechter geweest en toen was de helft van de zaken, zo niet driekwart, drugsgerelateerd. Maar goed, het kwaad krijg je de wereld niet uit, dat zit nou eenmaal in sommige mensen. Die zijn uit op macht en geldelijk gewin en schromen niet om dat te bereiken.’
Penn had wel naar de toneelschool gewild. ‘Dat leek mij leuk. Maar ik had gymnasium gedaan en snapte ook wel dat dat niet zo verstandig was. Toen wilde ik psychologie gaan doen, maar volgens mijn leraar wiskunde zou ik statistiek nooit halen. Toen ben ik in Nijmegen rechten gaan studeren en het pakte me meteen. Het recht heeft een enorme betekenis in de samenleving en ik vind het leuk om analytisch te denken, hoofd- en bijzaken te scheiden. Ik ben rechter geworden, dat wilde ik graag.’ Dan heb je vast ook wel iets aan die andere belangstellingen: toneel en psychologie.
‘Ja, het is allemaal bij elkaar gekomen. Je zit op dat podium, je speelt een rol, je bent ook verkleed. Ik werk nu 35 jaar: op 13 oktober, 35 jaar geleden, stapte ik als rechter in opleiding voor het eerst de Maastrichtse rechtbank binnen. Alles wat ik heb geleerd, en misschien moet je daar 62 voor zijn, komt nu allemaal samen. Nu ik hier zit, is het net of alles op zijn plek valt. Ik heb het gevoel dat ik het allemaal heb geleerd om dit nu te kunnen doen.’
(Bron: Elsevier nummer 43, 24 oktober 2015, door Liesbeth Wytzes)
Geef een reactie