Gemeenten onderschatten zwerfdierenproblematiek. Een zwerfdierentsunami dreigt door te grote afstand tussen asiel en baasje.
auteur: Ellen Jongerden, algemeen manager van de Nederlandse Federatie Dierenopvang Organisaties (NFDO).
Wie in het buitenland op vakantie gaat, is het vast wel eens tegengekomen: schuwe, magere zwerfkatten die bij restaurants rondscharrelen voor overgebleven etensresten of aangereden honden langs de kant van de weg, vaak schurftig en ondervoed.
Zulke toestanden kennen wij in Nederland gelukkig al lang niet meer. In het Burgerlijk Wetboek is vastgelegd dat de burgemeester verantwoordelijk is voor de opvang van zwerfdieren. Als dat in het verleden niet wettelijk was geregeld, dan zouden er ook in Nederland nog veel zwerfdieren rondlopen met dierenleed en veiligheidsproblematiek tot gevolg.
Lokale dierenasielen verminderen zwerfdierenproblematiek
Sinds jaar en dag vervullen zo’n 100 lokale asielen deze opvangtaak voor de burgemeesters en gemeenten. De asielen voldoen aan alle wettelijke regels. Doordat zij altijd veel aandacht hebben gehad voor de zwerfdieren, is de omvang van de problematiek flink afgenomen. Dat neemt niet weg dat jaarlijks nog altijd zo’n 75.000 dieren tijdelijk de opvang en zorg van een asiel nodig hebben. Op dit moment zijn er voldoende plekken voor hen beschikbaar in lokale asielen.
Mega-asielen zorgen voor te grote afstand
Hoe lang houden we onze zwerfdierenproblematiek echter nog onder controle? Er lijkt namelijk een nieuw beleid te ontstaan in Nederland, waarbij dieren naar grote centrale mega-asielen worden vervoerd. Hierdoor wordt de afstand tussen deze asielen en de (toekomstige) eigenaren van huisdieren letterlijk en figuurlijk veel te groot. Burgers zijn straks tot twee uur aan reistijd kwijt en gaan meer dan het dubbele betalen voor onder meer de transportkosten om hun verloren dier weer terug te kunnen krijgen. Maar ook voor het afstand moeten doen van dieren (bijvoorbeeld bij een allergie) en door wachtlijsten als gevolg van een overconcentratie aan dieren wordt de drempel erg hoog. Hierdoor neemt het aantal zwerfdieren toe. Daarnaast neemt door genoemde overconcentratie het aantal dierverplaatsingen naar een ander asiel dat nog wel plek heeft toe. Dit alles bedreigt niet alleen het dierenwelzijn, maar staat ook haaks op een duurzaam beleid met minder CO2-uitstoot.
Gemeenten onderschatten zwerfdierenproblematiek
Gemeenten onderschatten deze toenemende zwerfdierenproblematiek, die hen voor stijgende kosten zal plaatsen: zij betalen per zwerfdier en krijgen dit geld alleen terug als de eigenaar het dier ophaalt. Bovendien moeten met de komst van centrale mega-asielen ook de vrijwilligers van de asielen lange afstanden afleggen. Voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt dreigt daarmee perspectief te verdwijnen.
Dichtbij de plaatselijke gemeenschap
Om de kwaliteit van dierenopvang in Nederland te borgen en de zwerfdierenproblematiek onder controle te houden, moeten dieren dichtbij de plaatselijke gemeenschap worden opgevangen.
Een minimale reisafstand naar het asiel:
- Levert het dier minder stress op en bevordert daardoor het dierenwelzijn.
- Beperkt het aantal zwerfdieren, waarmee dierenleed wordt voorkomen en de veiligheid op straat wordt verbeterd.
- Vergroot de kans op hereniging met de eigenaar en leidt tot meer herplaatsingmogelijkheden van dieren.
- Beperkt de opvang- en transportkosten voor zowel gemeente als diereigenaren.
- Is duurzamer (minder CO2-uitstoot).
- Levert grotere betrokkenheid van de lokale gemeenschap en meer mogelijkheden tot burgerparticipatie en re-integratie.
- Maakt het mogelijk dat dieren binnen de gemeente goed kunnen worden opgevangen en verzorgd tijdens calamiteiten en crisissituaties. Vanuit overheidswege wordt een voorziening hiervoor verplicht gesteld.
Als we de huidige ontwikkelingen rond mega-asielen geen halt toeroepen, dreigt een zwerfdierentsunami. Gelukkig kan er bij tsunami’s van tevoren worden gewaarschuwd om een (grotere) ramp te voorkomen. Gemeenten moeten zich bewust zijn van het belang van dierenopvang dichtbij de plaatselijke gemeenschap. Wederzijdse betrokkenheid tussen burgers, vrijwilligers en het plaatselijke asiel is onontbeerlijk om het dierenwelzijn te beschermen en het aantal zwerfdieren te minimaliseren.
Geef een reactie