Vorig jaar zijn 199 wethouders gestopt. Nog nooit haakten er in het jaar voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen zo veel wethouders tijdelijk of definitief af.
Omgerekende gooide om de dag een wethouder de handdoek in de ring. Dat komt naar voren uit het Wethoudersonderzoek 2021, uitgevoerd in opdracht van ambtenaren- en bestuurdersblad Binnenlands Bestuur.
De wethouders stopten al dan niet vrijwillig. Zo moesten er 38 opstappen vanwege een gemeentelijke herindeling. In 29 gevallen speelden gezondheidsredenen. Vanaf 2018 vertrok jaarlijks een hoog aantal wethouders tussentijds: 175 dat jaar, 205 in 2019 en 228 in 2020.
Uit de politiek
Voor 26 was een baan buiten de politiek reden om vaarwel te zeggen. Acht van de nog zittende bestuurders maken de komende weken voor de verkiezingen eveneens die overstap. Bijvoorbeeld de Amsterdamse wethouder Victor Everhardt en Greetje Bos uit Breda. De Utrechtse wethouder Maarten van Ooijen heeft deze week zijn baan verruild voor de functie van staatssecretaris Jeugdzorg. Een politieke vertrouwensbreuk was afgelopen jaar juist minder vaak de reden voor vertrek.
De uitstappers kiezen niet alleen voor directeurs-, advies-, management- of bestuursfuncties, maar soms ook voor een ambtelijke klus bij een gemeente.
Salute says
In politieke functie ben je veelal de pispaal en met een onzekere toekomst. Bovendien betalen politieke functies zoals wethouders niet al te best.