Wethouders erkennen de positieve bijdrage van verschillende vormen van tegenmacht ten aanzien van hun voorstellen en functioneren. Zoals van de gemeenteraad en rekenkamer, maar ook van media en inwoners. De bestuurders zijn vooral alert op onvoorspelbare tegenmacht, bijvoorbeeld via sociale media.
Dat blijkt uit onderzoek van Avans Hogeschool in opdracht van de Wethoudersvereniging: Tegenmacht in het lokaal bestuur. Het rapport is onderdeel van een tweeluik, samen met de eerdere bevindingen over ‘Robin Hood-wethouders’. In sommige gevallen buigen of breken wethouders de wet, zo bleek daaruit. Vooral als zij menen dat dit voor een nobel doel is en andere oplossingen niet baten.
Tegenmacht neemt toe
Tegenmacht speelt in het publieke en politieke debat een steeds grotere rol. De definitie in het onderzoek is breed: ‘alle onderdelen van bestuur en samenleving die invloed (pogen te) hebben op voorstellen of het handelen van de wethouder, of besluitvorming door het college in de zin dat ze aanpassingen willen, proberen en soms kunnen afdwingen’. Een open en proactieve houding ten opzichte van alle tegenmacht is een van de adviezen aan wethouders.
Centrale vraag in het onderzoek is hoe wethouders omgaan met tegenmachten die raken aan hun eigen voorstellen en functioneren. Ze hebben waardering hiervoor, blijkt uit het onderzoek, maar maken daarbinnen onderscheid.
‘Tegenspraak houdt ons scherp als wethouder, maar door wie laten we ons tegenspreken en hoe organiseren we dat?’ aldus Marcelle Hendrickx, voorzitter van de Wethoudersvereniging. ‘En waar houdt tegenmacht op en wordt het een onveilige situatie voor een bestuurder?’
Groot goed
Enkele belangrijke conclusies:
- Wethouders vinden dat tegenmacht en invloed van buitenaf erbij horen. En zeggen om die reden tegenmachten actief te betrekken bij hun werk.
- Het lokale krachtenveld rond de wethouder is in beweging. De snelheid van onderlinge interactie intensiveert en de verhouding tussen macht en tegenmacht staat meer in de (digitale) spotlights. Ondanks oplopende druk, blijft de wethouder positief over de rol van tegenmacht en de ervaringen daarmee in de praktijk.
- Wrijving en frustratie ontstaan waar tegenmachten niet respectvol met elkaar omgaan, door op de stoel van een ander te gaan zitten, of zich bovenmatig te laten gelden. Bijvoorbeeld als een ambtenaar de wethouder toefluistert dat die ‘slechts een voorbijganger is’.
- Als figuren of groepen invloed trachten uit te oefenen via intimidatie of bedreiging is het van belang dat de wethouder steun kan en durft te zoeken. Praten hierover binnen en buiten het gemeentehuis helpt. Bij concrete voorvallen is het zaak dat de wethouder altijd op een veilige plek terechtkan.
- De burgemeester bewaakt – volgens het onderzoek vanuit een meer neutrale rol – doorgaans de balans tussen tegenmachten. En kan in de bres springen wanneer een belang ondergesneeuwd dreigt te raken. Wethouders ervaren de burgemeester doorgaans als steun.
Samen tegen de wethouder
De gemeenteraad heeft overigens een belangrijke ‘scharnierfunctie’ als het gaat om de organisatie van tegenmacht. Individueel hebben media en burgergroepen minder slagkracht ten opzichte van het college. In samenwerking, zeker met de raad, kunnen ze veel effectiever uit de hoek komen en zaken veranderen.
Ko vd Brink says
Wat in dit heldere artikel ontbreekt is de veel te grote kwetsbaarheid van wethouders en het college waar ze onderdeel van zijn. Vaak is de “meerderheid” van coalitie niet breder dan 1 of 2 stemmen wat flexibel op de tegenmacht reageren onmogelijk maakt omdat er onmiddellijk gereageerd wordt met politieke crisis. Aspirant wethouders zouden de politieke lef moeten hebben om in de onderhandelingen duidelijk te maken dat ze graag bestuursverantwoordelijkheid willen dragen maar alleen in een collge met een ruime meerderheid.
Dan zullen de inwoners van gemeenten ervaren dat bestuurders problemen niet alleen aanpakken maar ook oplossen.
Ko van den Brink een tegenprater.