Decentralisatie, dualisme, politieke versplintering, kritische burgers en de groeiende rol van de media: het vak van ambtenaar wordt van alle kanten beïnvloed. Het gevolg is een gewenste ontwikkeling naar vakmanschap 2.0 en inmiddels zelfs 3.0. Maar wat houdt dit nieuwe ambtelijke vakmanschap in? En welke vaardigheden horen erbij?
Wat is vakmanschap 3.0?
Met het oog op eerder genoemde ontwikkelingen schreef prof. dr. Paul ’t Hart zijn “Zoektocht naar het Handwerk van de Overheidsmanager”, waarin hij de ambtelijke organisatie 3.0 en bijbehorend vakmanschap karakteriseert. Een succesvolle gemeente drijft op ambtenaren die zich richten op het uiteindelijke resultaat, inhoudelijk geloofwaardig zijn, emotioneel intelligent en empathisch zijn, begrijpen en beïnvloeden, transparantie tonen, benaderbaar en verknoopt zijn in relevante netwerken en tot slot een constructieve dialoog kunnen hebben met partijen en personen van allerlei achtergronden.
Praktische vaardigheden
Het lijkt op het eerste oog misschien een flinke lijst, maar kijk nog eens goed: veel is terug te voeren op het niveau van verbale en non-verbale communicatieve vaardigheden dat een ambtenaar bezit. De baliemedewerkster die gericht doorvraagt om de vraag achter de vraag te achterhalen, en begrijpend maar standvastig reageert op de gefrustreerde burger die stoom komt afblazen. Of de beleidsmedewerker die met de juiste personen in gesprek is, waarbij op een transparante en intelligente wijze verbinding wordt gelegd om gezamenlijk tot het gewenste resultaat te komen.
Inzichtelijke kwaliteiten
Zo’n vakman of vakvrouw 3.0 ontstaat niet vanzelf. De benodigde persoonlijke kwaliteiten en gedragspatronen zijn hoogstwaarschijnlijk deels al aanwezig bij de medewerkers. Maar bij wie precies en op welk niveau? Kleine kans dat je daar als leidinggevende volledig zicht op hebt. Voordat direct de oplossing wordt gezocht in het ontwikkelen van dit niveau, is het dus handig om eerst inzicht te krijgen in het huidige niveau van iedere ambtenaar ten opzichte van het gewenste niveau per vaardigheid. Dit kunnen de vaardigheden zijn die ’t Hart noemt, maar laat de kernwaarden van je gemeente hier ook in meewegen!
De stap naar 3.0
Na het verkrijgen van dit inzicht is het zaak de ontwikkeling naar vakmanschap 3.0 vorm te geven. Bied je ambtenaren een uitgebalanceerd scala aan vaardigheden en zorg dat ze begrijpen wat het belang ervan is, zowel in de dagelijkse praktijk als voor hun professionele loopbaan. Maak het eenvoudig om ze ook echt op een hoger niveau te krijgen, bijvoorbeeld doordat oefenen altijd en overal mogelijk is. Vervolgens is de kunst om dit niveau vast te houden door periodiek aandacht te geven aan de specifieke vaardigheden. Dan ben je op gestructureerde wijze op weg naar de ambtelijke organisatie 3.0.
Wat vind jij, is vakmanschap 3.0 een noodzakelijke ontwikkeling of niet?
W Van Dijk says
Bedankt voor de reacties!
GJM Boekenoogen: Inderdaad, dit adagium zien wij vaker terug, en niet alleen bij gemeenten. Fouten maken bij kinderen is juist heel stimulerend en zodra dit als volwassenen binnen de werkcontext gebeurt, wordt dit afgestraft. Hoe leer je dan nieuwe vaardigheden aan? Hoe experimenteer je dan met nieuwe gedrag? Juist door de gelegenheid te bieden om fouten te maken. Daarom biedt TrainTool een veilige leeromgeving aan waar je dit kunt doen onder het motto ?Individueel falen, publiekelijk stralen?. Doordat je op individueel niveau aan de slag gaat met nieuwe aan te leren vaardigheden en pas je antwoord deelt als je tevreden bent. Maak fouten, leer ervan en laat zien dat je het kan, wanneer je beschikt over deze vaardigheden door zo vaak te oefenen als je wilt. Of zo vaak onderuit te gaan als nodig.
M Maatkamp: Duurzame ontwikkeling, regie over eigen ontwikkeling, kleine stapjes en op de werkplek. Terechte opmerkingen als het gaat om het toegroeien naar je eigen vakmanschap. Dit doe je op je eigen tempo, met specifiek gekozen thema?s en op je eigen manier.
M Maatkamp says
Het gaat er m.i. om dat gemeenteambtenaren duurzaam aan hun ontwikkeling werken zodat zij altijd klaar zijn voor veranderingen in de maatschappij, wetgeving of anderszins. Die veranderingen zullen er immers altijd zijn. Hoe? In hele kleine stappen (zodat het geleerde goed beklijft) en dichtbij (veelal op de werkplek). Wanneer je daarbij de medewerker faciliteert en zelf de regie laat nemen op zijn ontwikkeling, zullen medewerkers zelfstandiger, vakkundiger en breder inzetbaar worden.
GJM Boekenoogen says
Vakmanschap 3.0 is een noodzakelijke ontwikkeling. De belangrijkste reden dat er nog weinig sprake van vakmanschap 3.0 is, is gelegen in de angst om fouten te maken. Keer op keer blijkt het belangrijker om geen fouten te maken dan om het goede te doen. Voordat we ambtenaren gaan trainen richting vakmanschap 3.0 zullen we eerst de bottleneck van het adagium, gij zult geen fouten maken, uit de weg moeten ruimen.