Kunnen voldoen aan de Digitale Agenda in 2020 gaat voor gemeenten verder dan ‘alleen maar’ de ICT op orde brengen. De Digitale Agenda heeft namelijk gevolgen voor álle interne processen bij gemeenten. Ook speelt verandermanagement er een verrassend grote rol in.
- Door Inge Vollebregt
Gemeenten hebben nog ruim twee jaar de tijd om te voldoen aan de doelstellingen van de Digitale Agenda*. Hoe ver zijn ze daar nu mee? En tegen welke uitdagingen lopen zij daarbij aan?
Trends
Om daar een indruk van te krijgen heeft Ymor, een organisatie die overheidsorganisaties ondersteunt bij optimalisering van de IT-omgeving, een ontbijtsessie georganiseerd voor deelnemers van acht overheidsinstanties om hierover van gedachten te wisselen. De in totaal elf deelnemers waren allen IT-manager bij rijksoverheidsorganisaties, gemeenten, provincies en overkoepelende serviceorganisaties.
Het gesprek over de stand van zaken rondom de Digitale Agenda 2020 werd tijdens de ontbijtsessie aangezwengeld aan de hand van een aantal stellingen. Hoewel er geen algemeen geldende uitkomsten aan de ontbijtsessie te verbinden zijn, signaleerden de deelnemers wel een aantal trends. Dit artikel gaat in op de twee belangrijkste stellingen.
Stelling 1:
‘Voordat we de burger digitaal bedienen, is het belangrijk dat interne processen op orde zijn. De burger komt later wel.’
In een ideale wereld hebben overheidsorganisaties eerst intern alles op orde voordat ze extern de burgers digitaal gaan bedienen. Maar helaas is daar in het echte leven geen ruimte voor. We moeten af van het lineaire denken, concludeerden de deelnemers. De digitale transformatie moet parallel lopen aan de interne projecten en het dagelijkse werk. Daarvoor is het nodig om niet alleen naar IT-systemen te kijken, maar ook naar organisatiestructuren. De manier waarop er wordt gewerkt, moet namelijk mee veranderen tijdens het opzetten van digitale diensten.
Burgers hebben op digitaal vlak hoge verwachtingen. Deze verwachtingen dwingen gemeenten om zich digitaal mee te ontwikkelen. Bijvoorbeeld op het terrein van digitale bereikbaarheid. In 2016 verliep al 53 procent van de contacten tussen burgers en gemeenten digitaal. Dat maakt het noodzakelijk dat gemeenten hier hun interne processen op aanpassen, ook als dat niet in lijn ligt met de planning rondom digitale transformatie. Maar tegelijkertijd zijn nog niet álle burgers digitaal vaardig. Dit betekent onder andere dat wettelijk is vastgelegd dat burgers ook de mogelijkheid moet hebben om via andere – niet digitale – kanalen hun burgerzaken te regelen. Naast de online diensten beschikken gemeenten dus ook over papieren documenten. En dat leidt al snel tot chaos.
Papier én digitaal
Deelnemers concludeerden dat het fijn zou zijn als de interne processen eerst op orde zouden zijn voordat gemeenten de burgers erbij betrekken, maar signaleerden dat dit niet mogelijk is. In de praktijk blijft de oude ‘papieren’ dienstverlening behouden en moet daarnaast de nieuwe digitale dienstverlening worden opgezet. Het is dus ‘verbouwen met de winkel open’.
Stelling 2:
‘Wij weten wat de behoefte is van het bedrijfsleven en/of de burger ten aanzien van de digitale dienstverlening van de overheid.’
Tegenwoordig gaan ICT-ontwikkelingen zó snel, dat deze soms al achterhaald zijn voordat een gemeente deze heeft doorgevoerd. Bijvoorbeeld een applicatie om met een QR-code in te loggen op DigiD. De IT-managers die deelnamen aan de ontbijtsessie signaleerden dat de ‘behoeften’ van burgers en het bedrijfsleven met de dag veranderen. Deze behoeften zijn ook lang niet altijd realistisch en haalbaar. Zo lijkt bijvoorbeeld communiceren via Whatsapp handig, maar voldoet dit niet aan de beveiligingsvoorwaarden.
Het is voor gemeenten niet mogelijk om aan alle wensen van burgers te voldoen, concludeerden de deelnemers. Maar gemeenten moeten wel wendbaar zijn om snel te kunnen schakelen. Dit vereist investeringen doen en keuzes maken.
Tegelijkertijd is ook de continu veranderende wetgeving een struikelblok voor digitale transformatie; tegen de tijd dat een nieuw digitaal project in de startblokken staat, is de wetgeving alweer veranderd, heeft innovatie het project ingehaald, of komt er een nieuwe politieke orde met andere ideeën en prioriteiten.
Daarnaast is de balans tussen privacywetgeving en een transparante digitale dienst leveren lastig. Als gevolg hiervan kunnen overheidsorganisaties niet alles uitbesteden aan commerciële partijen.
Niet zaligmakend
De deelnemende overheidsinstanties concludeerden dat alleen de inzet van techniek niet zaligmakend is. Het is nodig om compromissen te sluiten tussen gemak en veiligheid, tussen wat kan en mag en tussen techniek en processen. Het is noodzakelijk dat mensen en processen mee transformeren om een scheve verhouding te voorkomen tussen innovatieve techniek en gebruikers die daar nog niet aan toe zijn.
Oftewel: de ‘zachte kant’ (verandermanagement) blijkt een grotere uitdaging dan de benodigde techniek om aan de behoeften van burgers te voldoen. En dát is een ontwikkeling die bij de start van de digitale transformatie niet door iedereen was voorzien.
*De Digitale Agenda 2020 omvat een zestal doelstellingen, namelijk meer datagedreven werken, het optimaliseren van de gemeenschappelijke infrastructuur, samen organiseren, het verbeteren van de dienstverlening aan inwoners en ondernemers, het verder doorvoeren van innovaties en beter onderzoek.
Geef een reactie