Sneller, flexibeler en goedkoper gebieden ontwikkelen, is mogelijk. “Veel regels zijn overbodig.”
Een brij aan vaak onnodige regels, ambities en nota’s verstikt het door economische tegenwind toch al slinkende aantal investeringen om te bouwen, ziet het Actieteam, ingesteld door overheid en bedrijfsleven , dat wel 40 adviezen heeft om gemeenten en marktpartijen weer op weg te helpen. Ontslakken, heet het rapport van dertien actievolle ervaringsdeskundigen.
“Dit is het momentum om vooruit te komen”, stelt voorzitter Friso de Zeeuw van het team, waarin zes gemeenten en een provincie zijn vertegenwoordigd . “Meer dan ooit is het nodig.”
De praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling en directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling benadrukt dat hij geen schuld wil leggen bij de gemeenten. Ja, de stapeling van goede, beleidsmatige bedoelingen hebben tot een relatief dramatische bouwpraktijk geleid, maar dit was de afgelopen decennia in lijn met de maatschappelijke ontwikkeling. Er was geld te over, dus het kon ook dat de kosten van soms bizarre kwaliteitseisen en inefficiënte processen vol mitsen en maren in de uiteindelijke verkoopprijzen verwerkt worden, maar die tijd is nu echt voorbij.
Het goede nieuws: de vertragingen en kostenoverschrijdingen zijn te voorkomen, concludeert het rapport.
Hoe dan, meneer De Zeeuw?
“Een van de manieren om deze stapeling is door alle richtlijnen, bestemmingsplaneisen, normen en dergelijke op elkaar te leggen”, antwoordt de voorzitter. “Het zal veel gemeenten verbazen wat voor een bepaald gebied dan op tafel ligt.”
Maar het gaat toch om wettelijke verplichtingen?
“Lang niet altijd. Het meeste is door gemeenten zelf geformuleerd beleid.”
Hoe ontstaan die stapels randvoorwaarden voor gebiedsontwikkeling?
“In de praktijk wordt een plan door alle beleidssectoren wordt bekeken. Dan zie je sluipenderwijs een lijvig document ontstaan. Stedebouw, Duurzaamheid, veiligheid, parkeren, et cetera. Al die elementen vormen dan een heel pakket aan regels.”
En dat is dus overbodig?
“Dat klopt”, zegt De Zeeuw. “In de gemeente Breda bij voorbeeld bestond de reactie op een plan voor een appartementengebouw uit 50 pagina’s? Dat kan niet waar zijn. Dat heeft het gemeentebestuur teruggesnoeid naar drie discussiepunten, waarmee ik bij het punt kom dat ook de cultuur moet veranderen. De werkwijze van de afgelopen 30 jaar moet om.”
Gebeurt dat al?
“Ja. In Zaanstad bijvoorbeeld gaat het gemeentebestuur terug van 130 naar 40 nota’s . Dat kan dus heel goed. In Eindhoven heeft de wethouder de gemeenteraad geconfronteerd met gesneuvelde en zwaar vertraagde investeringsinitiatieven. “
Toch ligt anarchie op de loer… België?
De Zeeuw, met een lachje: “Er zit nog een heel groot veld tussen Nederland en België. Hier kunnen we veel meer ruimte geven aan initiatieven en investeringen zonder dat we in de planologische anarchie van de Zuiderburen vervallen .”
En Brussel dan? Het Rijk? Provincies?
“Europa belaagt ons en de toegevoegde waarde is gering. Het Rijk pakt dit wel op, trouwens. Met de Crisis- en herstelwet zijn slepende bezwaarprocedures ingeperkt, de ruimte voor experimenten vergroot. Ook de inzet op de nieuwe Omgevingswet past hierin. Tegelijkertijd zie je dat het bloed kruipt waar het niet gaan kan, als je bij voorbeeld kijkt naar de nieuwste normering voor geluidshinder.”
Het blijft dus mensenwerk.
“Zeker, en dat ook voor private partijen. Zij moeten meedenken, inlevingsvermogen in wat een gemeente beweegt. Als gemeente is het dan ook raadzaam tijdens aanbestedingen een selectie maken van constructieve bouwpartijen. Het is zaak er geen papieren proces van te maken. Het kan persoonlijker. Door het beargumenteren van de keuze maak je het proces als bestuurder transparant.”
Andere tijden?
“De hoogste tijd om bouwplannen niet juridisch dicht te timmeren, maar weer op zoek te gaan naar de directe dialoog, beslissingen op basis van gezond verstand en het drastisch dimmen van de bureaucratie. .”
Geef een reactie