Gemeenten doen nog te weinig aan privacybescherming omdat ze het te druk hebben met andere zaken, stelt het kabinet.
Nu het lokale bestuur vanaf januari zorgtaken gaat uitvoeren, krijgt het de beschikking over allerhande gevoelige gegevens, maar het weet nog lang niet altijd wat het daarmee zal doen. Zo valt te lezen in de Kamerbrief over Privacy Impact Assessment Jeugd.
Het kabinet reageert daarmee op het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP), dat hierover deze week aan de bel trok. Volgens staatssecretarissen Teeven en Van Rijn zijn veel gemeenten nu zo hard bezig met het inkopen en regelen van de juiste zorg, dat ze minder oog hebben voor de privacybescherming. “Ze zijn zo druk dat dit niet de hoogste prioriteit heeft”, aldus Teeven tegen de Telegraaf.
Teeven stelt dat hij met de gemeenten in gesprek is en ze op het hart drukt er harder aan te werken. Ook zal hij volgend jaar laten scannen of de gemeenten voldoende aan privacybescherming doen. Concrete maatregelen om het op 1 januari aanstaande helemaal op orde te hebben, lijken er echter niet te komen.
Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken) constateert ook dat sommige gemeenten steken laten vallen. Ze hebben vooral geen plan over wat ze doen als er in een gezin meerdere problemen spelen. Hulpverleners moeten dan weten welke informatie ze met elkaar kunnen uitwisselen.
P.J. Westerhof says
Opvallend is dat ook hier, net zoals bij de PIA Gemeentelijke 3D informatiehuishouding, het eerder aan de orde gestelde punt van ‘inpassing in vigerend privacybeleid’ nauwelijks uit de verf komt.
De nieuwe werkwijzen dienen te worden geborgd in de reeds bestáánde processen, waaronder de bestaande processen rond privacy en beveiliging. Dat zou dus weinig problemen moeten opleveren. Tenzij die processen er niet zijn natuurlijk.
De kamerbrief roept in dat opzicht meer vragen op dan zij beantwoordt.