Flexmigranten zijn onmisbaar voor de economie, een warmer welkom zou dan ook beter zijn.
Dat blijkt uit onderzoek dat uitzendkoepels ABU en NBBU hebben laten uitvoeren. “Om de bijdrage van flexmigranten verder te ondersteunen en faciliteren, is een warm welkom, een gelijk arbeidsvoorwaardelijk speelveld en goede huisvesting van groot belang”, aldus het onderzoek.
ABU en NBBU pleiten bij de lokale overheid voor:
- Geen belemmerende administratieve lasten bij registratie van nieuwkomers in de GBA of de RNI.
- Meer ruimte binnen gemeenten voor huisvesting van deze onmisbare groep flexibele arbeidskrachten.
- Een sluitende aanpak van arbeidsmarktfraude door meer publiek-private samenwerking.
- Inachtneming van het SNF-huisvestingscertificaat bij het gemeentelijk huisvestingsbeleid.
De cijfers van het onderzoek laten verder zien dat flexmigranten duurzaam verbonden raken aan de Nederlandse samenleving. Ze blijven gemiddeld langer in Nederland en gaan minder vaak naar huis. De verwachte groei van het aantal flexmigranten voor de periode 1 juni 2016 tot 1 juni 2017 komt uit op + 0,6%, tot een totaal van 120.320 flexmigranten. De meeste migranten (79%) zijn in 2016 van Poolse komaf. Op afstand volgen flexmigranten met andere nationaliteiten, in volgorde van aantal: Roemenië, Duitsland, Hongarije en Litouwen (samen 12,6%). Het overgrote deel van de tijdelijke migranten is overigens jonger dan 30 jaar (60%).
Geef een reactie