Het gemeentebestuur van Bladel bedacht voor de bestuurlijke toekomst van de Kempengemeenten een nieuw model: de federatiegemeente. Daarbij zou er een federatieraad zijn, die rechtstreeks wordt gekozen door de inwoners van de federatie. Het kwam alleen nooit verder dan de tekentafel.
In deze schets van Bladel is er naast een federatieraad er ook een eigen dagelijks bestuur van de federatie. De gemeenteraad en het college zijn niet langer politiek verantwoordelijk voor hetgeen het federatiebestuur doet. Kortom, er komt een tussenlaag tussen gemeente en provincie: de federatie. Een mooi experiment en vooral ook een mogelijk alternatief voor herindelingen, die vanuit democratisch perspectief niet altijd op draagvlak kunnen rekenen. Het blijft toch bijzonder dat in een democratie herindelingen doorgedrukt worden, terwijl er vaak veel weerstand is. Met enige creativiteit zouden ook andere oplossingen gevonden moeten kunnen worden, zoals de Bladelse federatiegemeente.
Meer vrijheid
Onder de huidige wetgeving is een dergelijk model helaas onmogelijk. Maar er is goed nieuws: minister Ollongren van Binnenlandse Zaken is voorstander van meer vrijheid bij de vormgeving van samenwerkingsverbanden. De minister wil, getuige haar brief van 29 juni 2018 over de toekomst van de Wet gemeenschappelijke regelingen, meer ruimte creëren om af te wijken van de strikte bepalingen in die Wgr over de samenstelling van het algemeen bestuur en het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam. Eerder in de brief noemt ze daartoe de creatieve oplossing van het Drechtstedenmodel. Wie weet dus ook ruimte voor de federatiegemeente.
‘Kijken hoe dat kan’
De latere uitlatingen van de minister stemmen nóg positiever voor een eventueel experiment. Tijdens de begrotingsbehandeling in oktober 2018 stelde de minister: ‘Als er gemeenten zijn die zeggen dat ze op een andere manier met elkaar willen samenwerken – het woord “federatiegemeente” is ook gevallen – dan zeg ik: ja, laten we kijken hoe dat kan. Als het maar democratisch is en niet indruist tegen de rechtsstaat.’ In haar Thorbecke-lezing drukte de minister zich op vergelijkbare wijze uit. De minister is dus bereid te bekijken of de federatiegemeente mogelijk kan worden gemaakt.
Of toch niet?
Des te opvallender is het dat de minister in de eerder genoemde brief juist schreef dat de mogelijkheid van rechtstreekse verkiezingen bij een samenwerkingsverband is onderzocht, maar dat dit nu niet verder opgepakt wordt in het kader van de Wgr. Dit omdat de samenwerkingsgedachte en het verlengd lokaal bestuur dan worden verlaten (dit waren in de jaren ’80 ook al de argumenten om dit af te wijzen). Lees: exit voor het model federatiegemeente. De gemeenteraden van Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden besloten mede naar aanleiding van deze passage dan ook niet verder te gaan met het model.
Snel duidelijkheid
En nu lijkt de minister dus toch weer openingen te bieden. Dat is mooi, maar een gemiste kans voor het experiment. De minister moet snel duidelijkheid geven over wat wel en niet kan straks, zodat eventuele nieuwe initiatieven niet in de kiem worden gesmoord.
Rob de Greef is partner bij PROOF Adviseurs in Rotterdam, docent/onderzoeker staats- en bestuursrecht aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en kerndocent van leergangen en cursussen rond samenwerking bij de VU Law Academy. Hij is gespecialiseerd in het bestuurlijk organisatierecht en publiceert regelmatig hierover. In 2019 hoopt hij te promoveren op een proefschrift over de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen.
Geef een reactie