Volgens cijfers van de VNG moesten in 2012 105 wethouders om politieke redenen vertrekken.
Alleen in 2004 en 2008 moesten meer lokale bestuurders het veld ruimen.
De meeste wethouders moesten aftreden nadat zij hun begroting hadden overschreden, of dreigden te overschrijden. Dergelijke financiële kwesties waren de oorzaak van een derde van de lokale bestuurscrises.
Er waren ook wethouders die om een andere reden stopten. Dertien bestuurders, zoals Lodewijk Asscher en Mona Keijzer, kozen voor een andere politieke loopbaan. Veertien werden burgemeester, 27 wethouders moesten vertrekken na een gemeentelijke herindeling.
Voor het imago van de wethouder was 2012 geen goed jaar, zegt de VNG. Integriteitsschendingen, vriendjespolitiek en gesjoemel met geld haalden regelmatig de media, met de zaak rond de Roermondse wethouder Van Rey als bekendste voorbeeld.
2012 was het tweede volledige bestuursjaar na de raadsverkiezingen. Dat was ook het geval in 2004 en 2008. Volgens de VNG maakt dat duidelijk dat “wennen aan het vak en beginnersfouten geen excuus meer vormen”.
Geef een reactie