Haarlem en Zandvoort trappen als eerste op de rem. De verplichting om ouders mee te laten betalen aan de jeugdhulp van hun kind lappen de gemeenten aan hun laars.
De Jeugdwet stelt dat voor jeugdhulp een ouderbijdrage is verschuldigd wanneer een kind buiten het eigen gezin wordt verzorgd en opgevoed, of als het kind voor een dagdeel buitenshuis verblijft. Sinds 1 januari 2015 moet het Centraal Administratie Kantoor (CAK) voor gemeenten de vaststelling en de inning van ouderbijdragen uitvoeren. De opbrengsten van de inning van de ouderbijdrage gaan naar de gemeente die verantwoordelijk is voor het treffen van een voorziening voor de jongere.
Het voornaamste politieke argument voor deze bijdrage is ‘dat ouders kosten besparen doordat het kind een deel van de dag of een etmaal niet thuis verblijft.’ Een argument dat tot heel veel discussie leidde de afgelopen maand. Een centrale plek voor het tegengeluid is een blog van huisarts Menno Oosterhoff over het slecht nieuws gesprek dat hij zou moeten voeren.
‘Minder kosten?’ zegt de vader vol ongeloof.
‘Mijn vrouw heeft haar baan opgezegd, we zijn aan reiskosten meer kwijt dan ooit. Voor de jongste moeten we vaak oppas nemen, als we ’s avonds bij Joyce op bezoek gaan. Hoezo minder kosten?’
‘Weten ze wel hoe het is je kind te moeten laten opnemen?’
uit: Slechtnieuwsgesprek
De vergelijking is al meerdere keren gemaakt: ‘Wat zou u ervan denken, als we ouders van kinderen met kanker die in het ziekenhuis verblijven een eigen bijdrage zouden vragen.’
Maar waar de Haagse politiek over die vraag en antwoord heen walst zit de lokale politiek met de gevolgen. Meerdere gemeenten bekijken wat ze met deze verplichting moeten. Haarlem en Zandvoort geven het eerste lokale antwoord, met een duidelijk collegebesluit: dit doen we niet.
Haarlem en Zandvoort
De gemeenten blijven echter uit de morele discussie weg en voeren vooral op dat het kostentechnisch niet verstandig is om dit nu uit te voeren. De administratieve kosten voor het innen van de ouderbijdrage zijn groter dan de baten, zo wordt gesteld. Dat wordt onderbouwd met een kort voorbeeld: “Een eerste inschatting van de opbrengst van de ouderbijdragen komt uit op een bedrag va € 25.000,-. De verwachting is dat bij het voeren van een adequate administratie t.b.v. de ouderbijdragen alleen al bij de gemeente de kosten hoger zullen uitvallen dan € 25.000,-. Nog afgezien van de kosten bij jeugdhulpaanbieders. Daarmee zijn de kosten voor het uitvoeren van de ouderbijdrage aanmerkelijk hoger dan de baten.”
De voornaamste oorzaak van de hogere kosten zit wat de gemeenten betreft in het feit dat er geen geautomatiseerd systeem voor gegevensuitwisseling is en alles dus handmatig moet. Daar komt dan ook meteen het tweede grote argument om de eigen bijdrage niet vorderen. “Aangezien het om privacygevoelige informatie gaat (o.a. BSN en zorgverbruik) is een handmatige en onbeveiligde informatie-uitwisseling niet gewenst. Het beveiligen van deze informatie-uitwisseling zou nog meer administratieve handelingen vereisen die de kosten nog verder zouden opdrijven.”
Risico
Dat Haarlem zijn nek uitsteekt met dit besluit is duidelijk. Het niet uitvoeren van een (deel) van de wet is nogal wat. De gemeente is zich bewust van het risico dat wordt gelopen, maar neemt dat voor lief. “Het is op dit moment niet duidelijk wat de juridische consequenties zijn van het niet aanleveren van gegevens aan het CAK. Ook de Vereniging van Nederlandse Gemeenten kan hier nog geen duidelijkheid over verschaffen.”
Het besluit van Haarlem krijgt op de sociale media onder de hashtag ouderbijdrage (#ouderbijdrage) veel bijval. De meest gestelde vraag: “welke gemeenten volgen?”
Geef een reactie