De uitgaven aan het riool zullen vanaf 2011 jaarlijks nog maar met 2,9% stijgen in plaats van met de gebruikelijke 5,5%. Dit door innovatie, betere planning en samenwerkingen.
Dat blijkt uit de Benchmark Rioleringszorg 2010 die door Stichting RIONED is aangeboden aan de VNG en het ministerie van Infrastructuur en Milieu. De VNG en de Unie van Waterschappen hebben bovendien aangekondigd nog eens 200 miljoen euro te zullen bezuinigen, waardoor de uitgaven aan riolering in 2020 zonder inflatie op 1,5 miljard uitkomen.
Combinatie van maatregelen
De kostenbesparingen zijn mogelijk door een combinatie van maatregelen. Ten eerste worden er technische innovaties gebruikt, bijvoorbeeld door relining. Hierbij wordt in de bestaande buis een nieuwe gemaakt, waardoor de weg niet open hoeft. De methode is veel minder hinderlijk voor omwonenden en het verkeer en vaak goedkoper.
Waar de weg wel open moet voor onderhoud aan het riool, worden werkzaamheden aan de weg gecombineerd met werkzaamheden aan het riool. Ook dit scheelt overlast en kosten.
Ten derde werken gemeenten en waterschappen steeds vaker samen waardoor de kosten lager zijn. En tot slot gaan riolen tegenwoordig langer mee vanwege verbeterd materiaal.
Wateroverlast wordt aangepakt
De toenemende regenval maakt het noodzakelijk om niet alleen het riool onder de grond in uitstekende staat te houden, maar om ook boven de grond maatregelen te nemen. Wegen kunnen – bij kortstondige hevige regenval – tussen de stoepen regenwater tijdelijk opvangen totdat het riool vrij is.
Waar dat niet genoeg is, worden parken en groenstroken zo aangelegd dat regenwater daarnaar toe stroomt om vervolgens in de grond te zakken. Gemeenten liggen op schema met de afgesproken maatregelen; meegroeien met de klimaatverandering zal deze eeuw de volle aandacht van gemeenten en waterschappen vergen.
Overstorten met minder schade aan oppervlaktewater
Een rioolstelsel met gezamenlijke afvoer van afvalwater en regenwater kan – op momenten van hevige regenval – niet zonder overstorten. Overstorten houdt in dat rioolwater tijdelijk in oppervlaktewater wordt geloosd zodat een veel grotere afvoercapaciteit ontstaat (circa dertig keer zo hoog als normaal).
Deze maatregel is noodzakelijk om te voorkomen dat regenwater huizen en gebouwen inloopt of wegen niet meer begaanbaar zijn voor ambulance en politie. De maatregelen om het effect van overstorten op de kwaliteit van oppervlaktewater te verminderen, zijn door de meeste gemeenten geheel of grotendeels afgerond. Zo worden extra bassins geplaatst waarin het vervuilende slib uit het riool kan bezinken alvorens het water uit het riool in het oppervlaktewater terecht komt. Ook kan het regenwater apart worden afgevoerd.
Geef een reactie